Recensenten aanvallen om een slecht cijfer is heel laag
De ‘fake news’-ziekte is de game-industrie inmiddels lang en breed binnengedrongen. Feiten of meningen die je niet bevallen, zijn de schuld van de journalist die ze brengen. Dat is namelijk wel zo makkelijk.
Vroeger had je een groot probleem als journalisten schokkende feiten over je onthulden, maar tegenwoordig kun je gewoon zeggen dat ze het op je gemunt hebben en aan het liegen zijn. Als zelfs de machtigste man ter wereld dat mag, waarom jij dan niet? Gewoon ‘fake news’ roepen, en je kunt weer verder met je dag.
Je hebt dan alleen wel een beetje een bord voor je kop, zoals ontwikkelaar Patrice Désilets deze week etaleerde. Hij weet de matige recensies voor zijn game Ancestors: The Humankind Odyssey aan het feit dat journalisten de game niet zouden hebben gespeeld. Na zeventig recensies van de grootste publicaties ter wereld (waaronder Gamer.nl) staat de game op een magere Metacritic-score van 64, maar tuurlijk, we hebben je game niet gespeeld.
©GMRimport
Vijftien games per week
In plaats van lering te trekken uit de kritische noten die worden gekraakt, besluit Désilets om zich te verschuilen achter het bord voor zijn kop. Hij weet kennelijk zeker dat hij een briljante game heeft gemaakt, dus moeten al die recensenten (en gebruikers, de userscore is namelijk niet veel beter) het wel mis hebben. De man was met zijn Assassin’s Creed hogere cijfers gewend, en het blijkt nu moeilijk te verkroppen dat hij niet een feilloos genie is.
Ondertussen gooit hij er zijn eigen ‘fake news’ tegenaan om zijn standpunt kracht bij te zetten. ”Recensenten moeten vijftien games in een week spelen,” claimt hij, “en soms hebben ze dan niet genoeg tijd. Omdat Ancestors zo anders is, hadden ze er de tijd niet voor.” Laat ik ten eerste zeggen dat ik nog nooit vijftien games in een week heb gerecenseerd. Volgens mij heb ik er zelfs nog nooit meer dan één in een week gedaan. Dit is zulke uit de lucht gegrepen onzin, dat het bijna de moeite niet is om er tegenin te gaan.
Hij maakt ook het punt dat journalisten niet genoeg tijd zouden hebben om de game te begrijpen. Alsof zijn spel een soort heilige graal is: als je het niet goed vindt, snap je het gewoon niet. Als maar één iemand dat probleem had, zou dat misschien nog kunnen kloppen, maar als zoveel mensen het “niet begrijpen”, is er misschien iets mis met de manier waarop je het uitlegt. Hideo Kojima deed onlangs eenzelfde soort uitspraak over Death Stranding. Die game zou te moeilijk te begrijpen zijn voor sommige critici. Kennelijk is dat geloofwaardiger dan dat iemand door je
heen prikt.
Nog een punt dat Désilets aanhaalt: “Mensen hadden de verwachting dat ik met mijn studio van 35 man een game met vergelijkbare kwaliteit als Assassin’s Creed kon produceren. Echter is dit simpelweg niet mogelijk.” Het klinkt misschien logisch, maar dan ga je ervanuit dat alleen games met heel grote teams een goed cijfer scoren. Er zijn echter genoeg onafhankelijke games van kleine studio’s, of zelfs teams van één man, die hoge ogen gooien en zo het tegendeel bewijzen. Je hoeft geen AAA-game te maken om in de smaak te vallen.
Als een grote groep recensenten valt over bepaalde dingen in een game, is het toch wel een teken dat er iets aan de hand is.
-
Paardrijden
Uiteindelijk komt de ontwikkelaar met een argument dat misschien wél hout snijdt: niet alle recensenten zijn even goed. Je hoeft nou eenmaal niet naar een ambachtsschool om gamesjournalist te worden. Je wordt ergens aangenomen, schrijft kennelijk goed genoeg om lezers aan je te binden, en kan jezelf daarom ineens recensent noemen. Désilets komt met het voorbeeld van een review waarin werd geschreven dat het paardrijden in de game niet leuk is, terwijl dat helemaal niet kan. Hij concludeert daaruit dat sommigen de game helemaal niet hebben gespeeld.
Het klopt dat niet iedereen altijd weet waar hij of zij over schrijft. Ik zal geen namen noemen, maar ik lees ook wel eens reviews van concullega’s waaruit heel duidelijk blijkt dat ze de game niet hebben uitgespeeld. Ik rol dan met mijn ogen en ga weer verder, hopend dat karma haar zoete wraak zal uitoefenen, maar voor de makers van de game kan het natuurlijk nogal rot zijn. Ik geloof echter niet dat er zó veel ‘slechte’ recensenten zijn, dat je daardoor met een redelijk grote groep op zo’n middelmatig cijfer uit kan komen. Bovendien hebben alle games daar dan last van, dus Ancestors zou daar niet extra hard door getroffen moeten worden. Ik heb de desbetreffende review met klachten over het paardrijden trouwens niet kunnen vinden.
Het lastige is uiteindelijk dat een recensie geen feitenrelaas is. Het is een mening van iemand die de game heeft gespeeld, meer niet. Bij voorkeur is het een gamejournalist die is getraind in het kritisch bekijken van een product, en iemand die al veel games heeft gespeeld en weet wat wel en niet goed werkt. Maar uiteindelijk is het gewoon een persoon die vertelt of hij/zij een game wel of niet goed vond. Er is dus niet echt iets om naar te wijzen en ‘fake news!’ te roepen, al probeert Désilets dat hier wel.
©GMRimport
Plezier
Ik wil niet beweren dat gamejournalisten de waarheid in pacht hebben. Ik denk ook niet dat je dom of raar bent als je plezier hebt gehad met Ancestors: een dikke 6 is immers nog altijd een voldoende. Maar als een grote groep recensenten valt over bepaalde dingen in een game, is het toch wel een teken dat er iets aan de hand is. Om dan je kop in het zand te steken en te roepen dat ze het niet begrijpen of de game niet hebben gespeeld, is verbijsterend.
Gamer.nl-redacteur Sander gaf Ancestors trouwens een 5,5. Hij zeurde niet over paardrijden, maar klaagde wel over oppervlakkige spelmechanieken en het gevoel dat de game verzandt in een weinig interessante herhalingsoefening. Een eerlijke mening, lijkt me, en geen fake news.
Elke zaterdag verschijnt er een column op Gamer.nl die ingaat op actuele gebeurtenissen.