Na het succes van Assassin’s Creed 4: Black Flag leek Skull and Bones een inkoppertje: neem alles wat die game goed maakte, laat de Assassin’s Creed-connectie los, en je hebt een prima piratengame. Na jaren van ontwikkeling, revisie en uitstel is het dan ook bijna knap hoe ondermaats Skull and Bones is.
Skull and Bones speelt zich af in de Indische Oceaan aan het einde van de zeventiende eeuw. Het is een wetteloos stukje aarde waar koloniale handelsschepen afgeladen met kostbare goederen uit De Oost af en aan varen. Een perfecte setting voor een lekker piratenleventje dus.
In de boot genomen
Jammer genoeg richt Skull and Bones zich alleen op het zeevaardersaspect van het piratenleven. Het is niet zozeer een piratengame, maar meer een piratenbootgame. Missies bestaan louter uit goederen afleveren, veroveren, of een specifieke boot naar de kelder jagen. Alle missies lijken daardoor op elkaar: je vaart naar het kruisje op de kaart, doet daar je ding, en vaart het hele eind weer terug om je missie in te leveren.
Veel games bestaan natuurlijk uit een herhaling van zetten. Zeker games met een online component, zoals Skull and Bones, gedijen bij een eenvoudige gameplayloop. Skull and Bones presenteert die cyclus echter dusdanig zoutloos, dat verveling sneller op de loer ligt dan scheurbuik op een VOC-schip.
Tussen wal en schip
Grafisch is Skull and Bones echt even slikken. Van het onscherpe schuim vol ruis op de toch al tamme golven, tot de witte wazen in de lucht die voor wolken door moeten gaan: werkelijk niets in deze game spreekt tot de verbeelding. De grootste doorn in het oog is de beschamend ongedetailleerde, door pop-in geplaagde kustlijn. Het doet denken aan twee, misschien zelfs wel drie consolegeneraties terug, toen je aan de grafische kwaliteit kon zien welke delen van een gebied buiten de begaanbare zone lagen. Een vergelijking die hout snijdt, want in Skull and Bones kun je niet zomaar even aanmeren om ergens aan land te gaan.
Over hout snijden gesproken: aangezien je niet overal van je schip kunt, kap je hout en delf je ertsen direct vanaf je boot door met de juiste timing op een knop te drukken. Deze manier van grondstoffen verzamelen is bijzonder knullig uitgewerkt en voelt als een mechaniek die als placeholder werd toegevoegd en per ongeluk het eindproduct heeft gehaald.
Alleen in bepaalde nederzettingen kun je aan land. Ook aanmeren geschiedt dan weer met een druk op de knop, waarna je naar de betreffende locatie wordt geteleporteerd. Deze afgebakende locaties doen meestal ook meteen dienst als een soort sociale hub waar je andere spelers ontmoet. Dat zijn dan ook gelijk de enige personages die enig teken van leven vertonen. NPC’s hebben nog het meeste weg van geanimeerde poppen in een pretpark: ze zitten gevangen in een enkele animatie die zich eindeloos herhaalt.
Druk op de Enter-knop
De game moet het dus voornamelijk hebben van de zeegevechten. Die zijn alleraardigst uitgewerkt, vooral omdat je verschillende soorten wapens op verschillende plekken op je schip kunt plaatsen. Heb je bijvoorbeeld op de boeg twee lange afstandskanonnen staan, dan kun je deze alleen afvuren als je recht op je doelwit afvaart. Vaar je langszij, dan kun je alleen de kanonnen aan bak- of stuurboord afvuren. Die verschillende wapens geven je zeeslagen net even wat meer cachet.
De wapens openen ook deuren tot samenwerking als je met iemand een piratenteam vormt. Er zijn zelfs ‘wapens’ waarmee je elkaar kunt repareren door op elkaar te vuren. Een beetje raar, en misschien wel het zoveelste teken aan de wand dat weggeeft dat Ubisoft ook niet goed wist wat het nou met Skull and Bones aan moest, maar we staan het maar oogluikend toe. Een ‘genezend’ kanon is immers geenszins het grootste probleem van deze game.
De zeeslagen worden eerder ontsierd door de manier waarop je andere schepen entert. Net als zoveel in deze game gebeurt dat namelijk met een simpele druk op de knop, waarna je tijdens een korte animatie onkwetsbaar bent voor andere schepen. Bij een epische zeeslag met meerdere tegenstanders is het dus erg eenvoudig om ze een voor een te ‘verwonden’ en vervolgens te boarden, wat meteen een soort insta-kill is. Kom je toch in de penarie, dan is vluchten ook nog een optie: de snelheid van je schip kent twee standen en heeft daardoor soms meer weg van een motorboot dan een groot zeilschip.
Ooglapje voor het bloeden
Wie zich door de zee van middelmatige knulligheid heen worstelt, ontgrendelt vooral nieuwe wapens, upgrades en cosmetische items voor z’n schip of piraat, of geld om diezelfde items mee te kopen. Een kapstok om je progressie wat meer betekenis te geven is nagenoeg afwezig. Aan de hand van een flinterdun verhaal ontmoet je slechts een handvol standaardpiraten zonder ook maar een greintje persoonlijkheid, die je meestal wat orders toesnauwen en daarna vriendelijk verzoeken op te rotten naar je eigen schip. Regelmatig krijg je een optie om een bepaalde reactie te kiezen waarmee nog heel even de schijn wordt opgehouden dat je nog ergens invloed op hebt, maar in de praktijk doen die keuzes helemaal niks.
Toegegeven, aan je schip sleutelen is een spaarzaam lichtpuntje in Skull and Bones. Je sloep uitrusten met een gaaf boegbeeld of nieuw setje zeilen blijft verrassend lang interessant, hoewel een deel van deze objecten helaas wel achter een betaalmuur zit. Dat blijft bij games die voor het volle pond in de winkel liggen, toch een discutabel punt. Gelukkig zijn er meer dan genoeg items in-game te verdienen, waarvan een deel pas via endgame-content. Teleurstellender is dat je een deel van je aanpassingen tijdens het varen nauwelijks ziet, omdat je nou eenmaal niet vrij over je schip kan lopen of je schip in de haven kan bewonderen.
We kunnen nog eindeloos doorgaan met het opsommen van grote en kleine minpunten. Zoals dat de sea shanties soms ingeblikt klinken, dat je personage in de nederzettingen onprettig snel rent en amateuristisch geanimeerd is, of dat onze Xbox een enkele keer bevroor tijdens het spelen. Maar onder de streep doen die minpunten er eigenlijk al niet meer toe. Skull and Bones is op vrijwel ieder vlak knullig, ondermaats en uiteindelijk zonde van je tijd.
Skull and Bones is nu uit voor pc, PlayStation 5 en Xbox Series S en X. Voor deze recensie is de game gespeeld op Xbox Series X.
Skull and Bones biedt niet het bezongen piratenleventje. Je schip aanpassen is aardig en de zeeslagen zijn oké, maar verder heeft de game over de gehele linie kraak noch smaak.
- Zeeslagen met verschillende wapens zijn enigszins interessant
- Veel opties om aan je schip te sleutelen
- Eentonig en zoutloos
- Grafisch beneden elk peil
- Knullige animaties
- Prominent aanwezige microtransacties
- Talloze kleinere minpunten