Overwatch 2 bouwt voort op een rottende fundering
Onder reviews op Gamer.nl wordt regelmatig de vraag gesteld waarom een game een 9 kan krijgen als er geen minpunten worden genoemd. Het antwoord daarop is eigenlijk altijd dat recenseren niet simpelweg een kwestie van optellen of aftrekken is. Een spel dat een tien krijgt kan best een aantal minpunten bevattenen een game zonder duidelijke nadelen is soms ‘slechts’ een 8. In het geval van Overwatch 2 ontkomen we er echter bijna niet aan om de game te reduceren tot een rekensom.
Dat begint al bij de naam. 2 is meer dan 1, maar Overwatch 2 is op bepaalde vlakken juist minder. Er zijn minder spelers in de bekendste modus (vijf-tegen-vijf, ten opzichte van zes-tegen-zes in Overwatch) en hoewel er één nieuwe spelmodus (Push) en zes nieuwe maps zijn toegevoegd, luidt OW2 ook het einde in van de Assault-modus en nog eens drie maps, nadat Paris en Horizon al eerder uit het spel werden gehaald. De nieuwe spelmodus zorgt in ieder geval voor wat nodige variatie, maar het verandert de essentie van het spel niet: je moet nog steeds met jouw team een bepaald doelwit aanvallen dan wel verdedigen, of dat nu een punt op de map of een rennende robot is.
©GMRimport
Verhaal halen
De reden waarom we dat doen verdween in OW1 steeds verder en verder naar de achtergrond. In deel twee wordt de context van de rijke verzameling helden en hun strijd momenteel helemaal niet uitgelegd. Het verhaal rondom de Overwatch-organisatie waaraan de game zijn naam dankt ligt al jaren stil en wordt pas ergens volgend jaar weer voortgezet met het verschijnen van de langverwachte PVE-modus. Daarin neem je het met teamgenoten op tegen computergestuurde robots en kun je iedere hero verder customizen met spectaculaire vaardigheden die voor de competitieve modus veel te krachtig zouden zijn.
Officieel is deel twee nog in early access, maar toch voelt het ontbreken van deze coöperatieve, verhalende modus als een groot gemis. Blizzard wist namelijk met het eerste Overwatch perfect de indruk te wekken dat er achter de in essentie vrij basale multiplayerpotjes een groots verhaal zat, waarin jij met jouw Overwatch-team de wereld redt. In OW2 ontbreekt dat volledig.
©GMRimport
Het meer van Overwatch 2 is vooral meer van hetzelfde. De game zou een update voor het originele Overwatch kunnen zijn, en dat had het misschien ook móéten zijn. Hoewel ontwikkelaar Blizzard zelf vol blijft houden dat dit echt een ‘nieuw tijdperk’ inluidt voor de heroshooter (en dat is het waarschijnlijk ook voor de studio zelf), voelt het voor spelers toch vooral als een grote update. Dat vermoeden werd nog maar eens bevestigd toen de eerste Overwatch op de dag van lancering letterlijk een patch kreeg en er daarna ineens een nieuw logo stond met een 2’tje erin. Hoe opzichtig wil je het hebben.
Er valt nog genoeg te zeggen over het moeizame ontwikkeltraject van dit vervolg, de dubieuze marketing en het discutabele verdienmodel, maar het is vooral de ronduit rampzalige lancering die afgelopen week een ongelukkige hoofdrol opeiste. Op het moment van schrijven zijn de servers weliswaar stukken stabieler, maar een hoop spelers komen er nog steeds niet in of wachten nog altijd op hun in Overwatch vrijgespeelde items.
Nu heeft vrijwel iedere multiplayergame last van opstartproblemen, maar in dit geval is het extra pijnlijk omdat deel één voorgoed verdween toen OW2 verscheen. Sommigen mensen komen al een week lang niet in de game en hebben ook geen alternatief. Bovendien voelt het hierdoor extra oneerlijk dat Blizzard spelers nog even hard straft als hun internetverbinding eruit klapt tijdens een potje competitive. Dat je meteen een klein kwartier niet meer kunt meedoen aan deze modus is één ding, maar je mag niet eens de lopende match opnieuw joinen om er nog iets van proberen te maken. Het is tamelijk bizar om te zien dat dat soort dingen nog steeds niet zijn verholpen, terwijl er anderzijds een rits aan nieuwe bugs zijn ingeslopen. OW2 voelt hierdoor soms als een soort bètaversie van deel één.
De shooter die geen shooter was
Terug naar die rekensom. Blizzard heeft een hoop fouten gemaakt, dat moge duidelijk zijn. Dat boven deze recensie nog steeds een ruime voldoende staat, geeft maar aan hoe fantastisch de kern van Overwatch (2) blijft. Het is nog altijd een van de leukste en meest toegankelijke ‘shooters’ van het moment. Nu het free-to-play is gegaan wordt de drempel om het eens te proberen alleen maar lager. Er zijn weinig andere games met zo’n ‘diverse’ selectie aan speelbare personages, die niet alsnog allemaal een variatie zijn op ‘poppetje met geweer’.
Overwatch is bovendien ontzettend kleurrijk en bruist het van de sfeer. De helden zijn van Pixar-achtige kwaliteit en de manier waarop ze tijdens potjes met elkaar kletsen of juist kibbelen doet je bijna vergeten dat je toch echt een competitief schietspel aan het spelen bent. Dat is ook de reden waarom Overwatch zo’n breed publiek wist aan te trekken. Voor veel mensen was het de eerste game in dit genre die meer bood dan enkel de ‘thrill of the kill’, wat voor veel mensen helemaal geen interessante propositie is.
©GMRimport
Aan die basis is gelukkig niet te veel getornd in Overwatch 2, al schreeuwt het wel echt om een voortzetting en betere integratie van het verhaal. Wat OW2 vooral doet is voortborduren op wat er al was, of dit waar nodig vervangen voor een overwegend betere balans. Een van de grootste veranderingen is het ‘verdwijnen’ van de zesde speler in je team. De meeste teams bestonden in het eerste deel uit twee supports, twee attack heroes en twee tanks. In OW2 is er eigenlijk nog maar plek voor één tank, al kun je gelukkig nog wel via de zogeheten open queue-modus voor een vrije teamsamenstelling kiezen.
Tanks but no tanks
Toch zullen de meeste mensen via role queue gaan spelen, waarbij je vastzit aan twee supports, twee dps en één tank. Dat lijkt op het eerste gezicht een groot verlies, maar in de praktijk blijkt het pure winst te zijn (behalve voor die ene zesde persoon in het team die nu ineens op de reservebank zit of nieuwe vrienden mag gaan zoeken). De tank-klasse moet het nu ‘alleen’ doen en dat heeft zich vertaald in aanpassingen om ze weerbaarder te maken en tegelijkertijd meer aanvalskracht te geven. In Overwatch was je als de hoofdtank volledig afhankelijk van de rest van je team, wat helaas leidde tot een bepaalde tegenzin bij mensen om zich voor deze rol ‘aan te melden’. Bij deel twee ben je, ook dankzij die ene speler minder, meer in staat om bepalend te zijn met je eigen acties.
Neem bijvoorbeeld Reinhardt, niet geheel toevallig een van mijn favoriete personages. Zijn vaardigheden zijn grotendeels hetzelfde gebleven, maar de handvol aanpassingen zijn allemaal raak. Zo kan hij nu twee projectielen afvuren in plaats van slechts één, en kun je zijn raketgedreven beuk vooruit nu tussentijds bijsturen of zelfs vroegtijdig afbreken. Dat zorgt ervoor dat zijn offensieve kant beter tot uiting komt en vooral ook minder hard wordt afgestraft. Bovendien luidt het verdwijnen van de tweede tank ook het definitieve einde in de passieve potjes die OW1 vaak typeerden. Veel confrontaties in die game bestonden de eerste tien tot twintig seconden uit hersenloos op elkaars schilden schieten. Daarna werd het pas echt leuk.
©GMRimport
In Overwatch 2 zijn daarnaast veel van de obstakels die het spelverloop voorspelbaar maakten weggehaald. Er is bijvoorbeeld veel minder zogeheten ‘crowd control’, een manier om je tegenstanders tijdelijk buitenspel te zetten of hun acties teniet te doen. Zo onderbreekt de ram van Brigittes schild geen Ultimates (de krachtigste vaardigheid van iedere held) meer, raak je niet langer compleet bevroren door Mei’s ijsgeweer en is Cassidy’s stungranaat nu gewoon een granaat. Gevechten worden hierdoor eerder beslist door daadwerkelijk overwicht, waar het vroeger vaker een kwestie was van welk team het beste kon onthouden wie welke vaardigheid nou wel of juist niet had gebruikt.
Schiet op
Een bijkomend nadeel is wel dat de focus meer op (raak)schieten is komen te liggen. Dat klinkt misschien nogal vanzelfsprekend voor een shooter, maar een deel van de aantrekkingskracht van Overwatch zat ‘m juist het feit dat je niet per se goed hoefde te kunnen mikken om toch van meerwaarde te zijn. Deel twee is in die zin meer een traditioneel schietspel geworden. Daarom is het extra belangrijk dat Blizzard vaart maakt met het verhalende gedeelte, waarin je met je team tegen computergestuurde tegenstanders vecht en de lol meer om samenwerken draait in plaats van competitie.
Echt helemaal nieuw voor Overwatch 2 zijn de heroes Junker Queen (tank), Sojourn (attack) en Kiriko (support). Sojourn is lichtvoetig en tegelijkertijd een beest met haar railgun, een allesverwoestende knal die ze oplaadt met haar reguliere schoten. Ze is qua vaardigheden misschien niet zo gevarieerd, maar het is overduidelijk een hero die is ontworpen voor een spel met een hoger tempo.
©GMRimport
Junker Queen en Kiriko zijn betere voorbeelden van de richting die Blizzard met OW2 op wil, of beter gezegd waar het van af wil. De ontwikkelaar heeft eerder aangegeven dat het wil voorkomen dat spelers ‘gedwongen’ worden om bijvoorbeeld te wisselen naar Cassidy als de tegenstander een Tracer in het team heeft. De nieuwe heroes zijn eigenlijk alleskunners, en die insteek gaan we waarschijnlijk nog vaker zien. Haast traditiegetrouw zijn de toevoegingen aan de selectie wel wat aan de sterke kant allemaal, maar dat wordt ongetwijfeld nog rechtgetrokken in een toekomstige update.
Het voelt raar om dit te moeten concluderen, maar Overwatch 2 is in feite nog hoofdzakelijk een belofte, ook al is het spel stiekem al zes jaar oud. De sterke basis is er, maar die was er al. Om de ‘2’ in de naam te kunnen rechtvaardigen, is meer nodig. Meer nieuwe heroes, meer spelmodi, meer verhaal en vooral meer bewijs dat het team achter Overwatch ondanks de gure commerciële wind die bij Activision-Blizzard waait nog genoeg liefde in het spel weet te stoppen. Misschien dat de aanstaande overname door Microsoft daar wat bij kan helpen.
Want zoals het er nu voorstaat is deel twee weliswaar leuker om te spelen, maar mag het eigenlijk geen absolute verbetering genoemd worden ten opzichte van de eerste Overwatch - hooguit voor de portemonnee van Activision Blizzard. Zit je eenmaal in een potje, dan merk je hier gelukkig niets van, maar het verdienmodel blijft behoorlijk agressief en de extra inhoud stiekem best mager. Dan blijkt 1 + 1 toch echt 2. ‘Gelukkig’ is het free-to-play.
Overwatch 2 is verkrijgbaar voor pc, PlayStation 4, PS5, Xbox One, Xbox Series S|X en Nintendo Switch. Voor deze review is het spel getest op de pc, de PS4 en de PS5.
Wil je meer lezen over het verdienmodel? Hierover verscheen onlangs een artikel waarin uitgebreid wordt ingegaan op de Battle Pass.
Overwatch 2 doet veel goed, maar tegelijkertijd ging bijna alles voor, rond en na de lancering mis. Het is moeilijk om door al die bomen van fouten het bos te zien, terwijl ergens in die puinhoop nog steeds een van de leukste shooters van het moment verstopt zit. Deel twee voert een aantal broodnodige verbeteringen door waardoor het in theorie beter speelt dan ooit tevoren. In de praktijk voerden afgelopen week helaas de vele bugs en serverproblemen de boventoon . Het is daarom ‘maar beter’ dat deel twee free-to-play is, want hier mag je eigenlijk geen geld voor vragen.
- In de kern nog steeds fantastisch, tanken is leuker dan ooit, minder passieve potjes, nieuwe heroes zijn schot in de roos
- Agressief verdienmodel, PvE-gedeelte wordt erg gemist, nog veel bugs, nieuwe content aan de magere kant, spel kan nog steeds niet omgaan met instabiel internet