Een goede uitbreiding bestaat doorgaans uit het beste van de hoofdgame, mét een kleine twist. Ook de uitbreiding op Horizon Forbidden West is volgens dat beproefde recept gemaakt. Gebouwd op de schouders van een reus, maar voorzien van nieuwe locaties, missies, vijanden en wapens, heeft Burning Shores op papier alles aan boord om weer een uur of tien te boeien.
Burning Shores speelt zich direct na het einde van Forbidden West af. Je moet het hoofdverhaal dus ook eerst uitgespeeld hebben, voordat je aan de uitbreiding kunt beginnen. Ben je eenmaal zover, dan kun je een belletje verwachten van Sylens, een van de laatste rollen van de recent overleden Lance Reddick. Op zijn advies reist Aloy af naar de ‘brandende kust’ van Californië.
Oplopende temperaturen
Het gebied rondom wat nu Los Angeles heet, is in de wereld van Horizon haast onherkenbaar veranderd door eeuwen aan aardverschuivingen en vulkanische activiteit. Te midden van ruïnes en lavastromen broeit een nieuw kwaad. Het is uiteraard weer aan Aloy om dat met wortel en tak uit te roeien.
Eenmaal daar aangekomen, broeit er echter ook nog iets heel anders. Aloy ontmoet al snel Seyka, een gestrande Quen. Ze hebben het gemeenschappelijke doel om vermiste stamgenoten van Seyka terug te vinden, maar het duurt niet lang voor er meer tussen de twee ontstaat. Het is leuk om eens een andere kant van de zo stoïcijnse, heldhaftige Aloy te zien, maar het is de vraag of deze uitbreiding daar de beste plek voor is.
Gehaast
Aloy en Seyka hebben namelijk best wat tijd nodig om te ontdooien, maar zoveel tijd is er niet in deze uitbreiding. Bijna alle missies zijn daarom onderdeel van één doorlopend verhaal om de twee dames maar zoveel mogelijk schermtijd te gunnen, maar zelfs dan voelt hun verhaalboog gehaast aan. Een specifiek bezoek aan een vergaan pretpark voelt bovendien aan als een pagina die rechtstreeks uit het script van The Last of Us: Part 2 komt. Maar dan met dialogen die nog weleens worden afgekapt of worden verstoord doordat Seyka per ongeluk ergens achterblijft. Horizon is wat enscenering betreft nou eenmaal geen The Last of Us.
Horizon is wél weer goed in hele andere dingen, zoals de gevechten met gigantische robots. Maar ook dat wordt een beetje naar de achtergrond gedrukt in Burning Shores. Er zijn nauwelijks nieuwe vijanden en daardoor ook nauwelijks uitdagende confrontaties. Het is alsof de game zijn kruit bewaart voor het eindgevecht, dat dan weer zo bombastisch is dat je bij vlagen alleen maar kan ontwijken en hopen op een goede uitkomst.
Dit laatste gevecht is ook het enige moment dat een beetje verantwoordt waarom Burning Shores alleen op PlayStation 5 verschijnt, en niet net als de hoofdgame ook op PS4. Wie door die exclusiviteit een soort next-gen Horizon verwacht, zal teleurgesteld zijn.
Less is niet altijd more
Andere activiteiten zijn letterlijk op een hand te tellen. Het is niet erg dat er gesnoeid is in de overdaad aan generieke icoontjes op de map. Metal Flowers en Firegleam kunnen we bijvoorbeeld missen als kiespijn. Maar er komt ook niets voor in de plaats. Er is daarom bijna geen enkele reden om het landschap te verkennen.
Sterker nog, zelf de boel verkennen wordt actief tegengewerkt doordat bepaalde regio’s ontoegankelijk zijn gemaakt totdat je ze bezoekt voor een verhaalmissie. Burning Shores is daardoor haast een lineair avontuur geworden. Het is een enorm contrast met Forbidden West, waar hoofd- en zijmissies juist heerlijk in balans waren en je veel vrijheid genoot.
Weinig schokkends
Zodoende ga je in vogelvlucht door de beschikbare missies heen en heb je na een uur of twaalf al het onderste uit de kan geschraapt. Burning Shores is niet slecht, want het is gebouwd op het ijzersterke fundament van Forbidden West en profiteert daardoor van een vloeiend vechtsysteem en oogstrelende graphics, zeker als een bergwand onheilspellend verlicht wordt door een kolkende lavastroom. Maar waar The Frozen Wilds nog een soort snelkookpanversie van Horizon Zero Dawn was, met alle ingrediënten in een extra hoge concentratie, voelt Burning Shores uit balans.
Zowel Aloys persoonlijke ontwikkeling als haar ontdekkingen vormen heus een belangrijke opmaat naar Horizon 3, en bovendien is het fijn nog één keer Lance Reddick als Sylens te zien. Voor fans is dat al reden genoeg om af te reizen naar het zuiden. Maar met een omgeving zo interessant als de vulkanische ruïnes van Los Angeles, verwacht je toch wat meer spreekwoordelijke aardverschuivingen.
Horizon Forbidden West: Burning Shores is nu verkrijgbaar voor PlayStation 5
Het is makkelijk om te roepen dat Horizon Forbidden West: Burning Shores ‘leuk voor de fans’ is. De uitbreiding biedt immers meer van hetzelfde en het verhaal rolt de rode loper uit voor Horizon 3. Maar veel meer zit er niet in en dat maakt het ook een hele gemakzuchtige uitbreiding. We kunnen niet aan de indruk ontkomen dat er meer gedaan had kunnen worden met het tektonisch instabiele Los Angeles.
- We zien een andere kant van Aloy, bombastisch eindgevecht, nog altijd oogstrelend mooi
- Gehaast, uit balans, weinig activiteiten naast het hoofdverhaal