Astro’s Playroom verheft Sony naar het niveau van Nintendo
Naast de gezamenlijk gekozen Top 25 van 2020 vertellen Gamer.nl-redacteuren in deze rubriek individueel over de spellen die dit jaar de meeste indruk op ze hebben gemaakt. Want ondanks de coronacrisis bleven die games ‘gewoon’ uitkomen. Vandaag: Michel Musters met Astro’s Playroom.
Vooropgesteld ben ik een groot liefhebber van platformers. In twee of drie dimensies, met kleurrijke mascottes of in lugubere werelden, ontwikkeld door Nintendo of een van de vele andere ontwikkelaars die dit genre eer aandoen. Sinds Super Mario Bros. op de NES spring ik er op los in games, over gapende gaten, via moeilijk te bereiken muren en op de hoofden van talloze vijanden.
Genres komen en gaan, maar de platformer blijft godzijdank bestaan. Mario, Super Meat Boy, Rayman, Banjo en Kazooie, Jak & Daxter, Donkey Kong: het is een kleine greep uit de helden die ik de afgelopen pakweg drie decennia tot in den treure naar het einde van levels heb begeleid. En of ik nou een episch openwereldavontuur doorloop of in de zoveelste shooter tegenstanders aan gort knal, dat blijf ik hopelijk de rest van mijn leven doen.
©GMRimport
Fan van Astro
Sinds een paar jaar heeft een nieuwe held zich bij dat illustere rijtje van mijn favoriete platformhelden gevoegd. In 2018 schreef ik – toen ook al in de Favorieten-rubriek – over het ijzersterke Astro Bot: Rescue Mission, dat in zijn uppie de aankoop van een PlayStation VR-helm verantwoordde… en dat eigenlijk nog steeds doet. Zo enorm speciaal is de platformer nou ook weer niet in vergelijking met zijn genregenoten. Desondanks bestuurt het spel heerlijk, is het leveldesign uitstekend en zorgt vooral de vr-implementatie ervoor dat Astro Bot zoveel meer is dan de som der delen. Het is lastig te begrijpen hoe tof de game is tot je zelf met een helm op je hoofd dat kleine robotje om je heen ziet lopen. Magisch zou ik het willen noemen.
De PlayStation 5-lanceringstitel waar ik het meeste naar uitkeek, was dan ook niet Spider-Man: Miles Morales of Demon’s Souls – het was niet eens Sackboy’s Adventure, want de zweverige besturing van de LittleBigPlanet-games ligt mij niet zo – maar natuurlijk Astro’s Playroom. Toen ik kort na de PlayStation 5-onthulling in een chatkanaal met andere Gamer.nl-redacteuren mijn enthousiasme over dit spel deelde, werd daar niet onverdeeld begripvol op gereageerd. Het is toch maar een techdemo, een gratis spelletje dat bij de PS5 wordt geleverd? Ja, maar het is Astro Bot, begrijp dat dan!
©GMRimport
Een vlijmscherp en opgewarmd mes
We hebben de lancering van de PlayStation 5 inmiddels in het kielzog zitten, en Astro’s Playroom bleek inderdaad de perfecte lanceringsgame, met gemak mijn favoriete PS5-game tot nu toe. Je hebt het misschien zelf al ervaren als je een van de geluksvogels bent die dit jaar nog aan een gloednieuwe console is gekomen, maar anders mag je het van mij aannemen: dit spel wil je meteen opstarten wanneer je de PS5 voor het eerst aansluit. En niet alleen omdat hij er al automatisch op geïnstalleerd staat en het dus een perfecte tijddoder is terwijl andere games installeren en van updates worden voorzien.
Astro’s Playroom mist misschien de ‘wauw-factor’ die je ervaart wanneer je Astro Bot met een vr-bril op speelt, maar er blijft gelukkig nog genoeg over om van te genieten. Zeker op een 4k-televisie met hdr-ondersteuning – bij voorkeur een oled – springen de kleuren en lichteffecten van het scherm en zijn de vele kleine details overal in de spelwerelden extra goed zichtbaar. Details die niet verminderen of stotteren wanneer je de camera handmatig in het rond draait. Die camera in het rond bewegen voelt alsof je met een vlijmscherp en opgewarmd mes door boter snijdt, zo soepel draait hij. De gameplay zelf is leuk en verrassend gevarieerd dankzij enkele pakjes die je nieuwe moves geven, maar het is iets anders wat bij mij een blijvende indruk heeft achtergelaten.
Astro’s Playroom wist een overweldigende dosis onversneden nostalgie in mijn aderen te pompen.
-
Vier generaties PlayStation
Astro’s Playroom heeft mij namelijk doen beseffen dat Sony inmiddels op gelijke hoogte met Nintendo staat. Niet specifiek qua platformers of mascottes, maar wel als ontwikkelaar en als entertainmentbedrijf met een rijke geschiedenis aan topproducten. Nintendo is en blijft voor mij een speciaal bedrijf. Wat sommige fanboys bij Apple voelen, heb ik met Nintendo. De NES was mijn eerste console, ik ben met Nintendo opgegroeid en heb van alle consoles en handhelds genoten. Ook ben ik nog altijd onverdeeld enthousiast over de Switch en het gigantische succes dat de hybrideconsole lijkt te zijn. Maar ik heb Sony al die jaren ongemerkt onderschat.
Gek genoeg heb ik wel alle Sony-consoles gehad en met veel plezier gebruikt. Al in het begin van 1996 kreeg ik de eerste PlayStation en genoot ik van spellen als Rayman, Destruction Derby en Adidas Power Soccer, en later ook van Metal Gear Solid, Crash Bandicoot en Tony Hawk’s Pro Skater. De PlayStation 2 heeft mij duizenden uren beziggehouden, niet in de laatste plaats dankzij de Grand Theft Auto-reeks. De PlayStation 3 blies me weg met cinematische hoogstandjes zoals Uncharted en The Last of Us. En de PlayStation 4 was nagenoeg de perfecte console, met een lang leven en honderden titels die de moeite waard zijn.
©GMRimport
Onversneden nostalgie
Pas toen ik Astro’s Playroom speelde, voelde ik ergens in mijn hersenen een klik, een verandering in de manier waarop ik Sony zie in de context van andere gamebedrijven. Astro’s Playroom zit namelijk vol met verwijzingen naar de geschiedenis van PlayStation: van oude consoles, controllers en accessoires die ik bijna vergeten was (de multitap, de memory card!), tot talloze kleine robotjes die zich verkleden als gamepersonages uit PlayStation-games. De herinneringen aan games vlogen mij in een razend tempo om de oren. God of War, Castlevania, Flower, Ape Escape, Silent Hill, Killzone, Wipeout, Sly Cooper, Final Fantasy 7, Ghost of Tsushima, Resident Evil, PaRappa the Rapper. De lijst is schier eindeloos en de rest laat ik je zelf ontdekken, als je dat al niet hebt gedaan.
Om een lang verhaal kort te maken: Astro’s Playroom wist een overweldigende dosis onversneden nostalgie in mijn aderen te pompen. Op het gebied van games kon voorheen alleen Nintendo mij verstrekken van zoveel nostalgie, maar Sony heeft deze eenzame hoogte, het toppunt van mijn waardering, ook eindelijk weten te bereiken. Ik denk dat het bedrijf al een tijdje aan de top van de berg was gearriveerd, maar na Astro’s Playroom ben ik er mij pas echt van bewust geworden.
©GMRimport
Sony heeft inmiddels zo’n 25 jaar aan ervaring binnen de game-industrie achter de kiezen en is aan zijn vijfde consolegeneratie begonnen – en reken ik de twee handhelds niet eens mee. Het bedrijf heeft zijn eigen talenten ontwikkeld en bewezen: een coole uitstraling en daardoor mass appeal, cinematische actie-adventures en de nodige experimenten met technologie en genres. Het kent de klappen van de zweep, weet inmiddels schijnbaar elke generatie wat het doet en – het belangrijkste van dit alles – biedt gamers ontelbare uren entertainment. Ik denk niet dat iemand die een Sony-console heeft gekocht, ooit met een strak gezicht heeft kunnen claimen dat hij of zij zich niet heeft vermaakt met het apparaat.
En dit alles heeft Astro’s Playroom mij in een uurtje of drie, vier doen laten beseffen. Dat is een prestatie van jewelste.