Nederland verdient een eigen gamegeschiedenis
Nieuws

Nederland verdient een eigen gamegeschiedenis

Van A2 Racer tot Horizon: Zero Dawn en van de Videopac G7000 tot de CD-i; Nederland heeft een uniek gameverleden dat het verdient om naverteld te worden. Tom Lenting nam de taak op zich en schreef het eerste geschiedenisboek over games in Nederland. “Mensen hier zien games niet als cultuur. Ik hoop dat daar verandering in komt.”

Wist je dat een Amsterdammer aan de wieg stond van de jrpg? Dat de eerste 3D-game ooit waarschijnlijk van Nederlandse bodem kwam? Of dat Maurice de Hond directeur was van een gamepublisher?

Ik ook niet.

Tot vorige maand plots Gamegeschiedenis van Nederland: 1978-2018 op de deurmat plofte. Het boekje raast in zeventig pagina’s door de vaderlandse gamehistorie – van Philips dat in de jaren zeventig het bedrijf achter de eerste gameconsole kocht, tot Guerrilla, Vlambeer en de booming serious-gamesmarkt van nu.

Zo’n geschiedenisboek was er nog niet. De sterke verhalen die het Nederlandse gamewereldje voortbracht zijn door de jaren heen her en der opgetekend door verschillende media, waaronder Gamer.nl, maar nooit eerder nam iemand de moeite om die anekdotes te bundelen tot één verhaal over het nationale gameverleden.

©GMRimport

Tom Lenting, parttime-gamehistoricus

Enter Tom Lenting. De 37-jarige Arnhemmer runt al tien jaar een

Watch on YouTube

, schreef artikelen voor retrogamewebsites en fungeerde als klankbord voor instituut Beeld en Geluid bij het opzetten van de Nederlandse gamecanon – een interactieve tijdlijn van hoogtepunten van veertig jaar Nederlandse gamegeschiedenis.

Lenting is ‘retrogame-expert’. De aanhalingstekens oppert hij zelf met een lach wanneer ik hem bel; hij is hobbyist, geen hardcore verzamelaar. Lenting legt uit dat hij het zonde vond dat er geen naslagwerk bestond van de Nederlandse gamehistorie. “Er zijn veel internationale boeken, maar het gaat nooit over Nederland. En wat er bestaat over de Nederlandse gamegeschiedenis is gefragmenteerd.”

Dus nam hij het heft in eigen handen. In zijn vrije tijd begon hij te grasduinen door internetarchieven, verhalen te lezen en de gamehistorie op te delen in thema’s. Lenting kwam er al gauw achter dat geschiedschrijving zelfs in digitale tijden niet eenvoudig is. “Je merkt hoe weinig er vaak beschikbaar is. Boeken erover bestaan niet, internetpagina’s zijn verdwenen. Vooral in de beginjaren ging het om kleine bedrijfjes, waar alles slecht gedocumenteerd is.”

Grote games zullen wel in het collectieve geheugen blijven, maar voor kleinere projecten dreigt de vergetelheid

-

Zijn ‘passieproject’ – eigen woorden – bracht hem bij de Videopac G7000 (de eerste Nederlandse spelcomputer), bij 3D Doolhof 2 (misschien wel de eerste 3D-game ooit, al weet eigenlijk niemand dat zeker), bij de talloze kloongames van Nederlandse makelij (zoals Pac-Man-kopie Oh Shit!, Jumbo Lander en Monkey Kong) en de subtiel activistische games van John Vanderaart.

Wat Lenting vooral begon op te vallen is de rol van Philips. Met de overname van consolemaker Magnavox, het omarmen van het populaire MSX-platform en het inzetten op CD’s met de faliekant geflopte CD-i was Philips de enige grote Nederlandse speler die iets probeerde op de gamemarkt. Dat de sporen van het bedrijf nu grotendeels zijn uitgewist heeft het vooral aan zichzelf te danken. “Philips heeft nooit echt durven kiezen voor spellen”, vertelt Lenting. “Bij elk apparaat bleven ze hangen tussen games, educatie en multimedia. Maar wel hebben ze de Nederlandse game-industrie tot op de dag van vandaag beïnvloed – kijk maar naar hoe groot Nederland is in serious gaming.”

Startschot voor het echte veldwerk

Lenting is de eerste om toe te geven dat zijn boek verre van compleet is. Hij schreef Gamegeschiedenis van Nederland: 1978-2018 uitsluitend op basis van secundaire bronnen – zelf eropuit gaan, pioniers zoeken en interviews doen zou te veel werk zijn voor een vrijetijdsproject waar geen inkomen tegenover stond.

Maar zelfs voor een bronnenonderzoek ontbreekt een en ander. Denk aan het prachtige verhaal van ex-Gamer-lid Kevin Shuttleworth, wiens vader achter de ontwikkeling van de Philips Videopac G7000 zat. De man was hoogstpersoonlijk verantwoordelijk voor de eerste Europese spelcomputer. Of denk aan Dutch Game Garden, de stille motor van de huidige Nederlandse game-industrie, die niet aan bod komt in het boek.

“Ik zeg niet dat het compleet is”, benadrukt Lenting. “Ik heb geprobeerd voor een breed publiek te schrijven, maar tegelijkertijd heb ik het juist ook voor mensen als jij en ik geschreven, mensen die zich bezighouden met gamegeschiedenis, in de hoop dat die geschiedenis verder wordt vastgelegd. Ik zou het zo mooi vinden als de Nederlandse gamegeschiedenis verder op papier wordt gezet – dat hoeft niet door mij te zijn.” De website Gamegeschiedenis.nl gaf al twee voorzetjes: schrijf asjeblieft over het tijdperk vóór Philips en over de Nederlandse arcadescene.

Met de publicatie wil Lenting vooral ook gamepioniers aansporen om met hun verhalen te komen. “Het mooie van gamegeschiedenis is dat iedereen nog leeft. Iedereen kan reageren. Ik krijg mails van mensen die in de games hebben gewerkt en me meer verhalen vertellen. Ik krijg berichten van mensen bij Overloaded en Dima [ontwikkelaar voor de CD-i – red.] werkten. Ze zeggen: dit staat er nog niet in, dit had je kunnen melden. Dat vind ik leuk.”

©GMRimport

Waarom gamehistorie zo belangrijk is

Nederland is geen groot gameland. ‘Onze’ exportproducten zijn Guerrilla Games, Rami Ismail en serious games – verder staat Nederland niet op de internationale radar. Maar ook in eigen land is de aandacht beperkt: in de mainstream is nog altijd weinig serieuze aandacht voor games. Lenting: “Mensen hier zien games niet als cultuur. Ik hoop dat daar met zo’n boek verandering in kan komen.”

Daarom is het belangrijk dat we aan de slag gaan met de gamegeschiedenis. Nu kan het dus nog: de mensen die erbij waren kunnen er nog over vertellen. En van de apparaten die veertig jaar geleden op de markt verschenen slingeren er nu nog een paar rond – zonder werkende consoles uit de prehistorie gaan ook de games verloren.

Dat is ook het probleem voor bijvoorbeeld Beeld en Geluid, zegt Lenting. Archivering is een grote uitdaging. En: om games te laten zien, moeten ze speelbaar zijn. Een paar screenshots aan de muur hangen in je museum is leuk, maar de kracht van het medium ‘m in de interactiviteit. Games komen tot leven wanneer je ze speelt.

Veel games uit het verleden zijn waarschijnlijk voorgoed verdwenen, vreest Lenting. Maar ook voor de toekomst ligt er een uitdaging. “Steeds meer games verschijnen digitaal, denk aan games in de App Store. Als ze daar verdwijnen zijn ze gewoon weg.” Grote games zullen wel in het collectieve geheugen blijven, maar voor kleinere projecten dreigt de vergetelheid. “Hoe moet je dat bewaren, bijhouden en vastleggen als niemand erover schrijft?”

©GMRimport

De kleine verhalen die bijblijven

Geschiedenis is niet alleen het verzamelen van objecten – games, consoles, pc’s in dit geval – maar het vertellen van verhalen. Kijk naar kunstgeschiedenis: de meeste kunstwerken zijn betekenisloos zonder context. Daarom is het goed dat iemand het op zich heeft genomen om de grote lijnen in kaart te brengen: de ontwikkeling van de demoscene, de populariteit van edugames en waarom het dertig jaar duurde voordat Nederlanders internationaal succes wisten te boeken.

Toch zijn het vooral de kleine verhalen die bijblijven. Zoals over Vanderaart, die in 1985 Scientology op de kast kreeg met zijn game De Sekte. Of over Oh Shit!, dat aan de andere kant van de oceaan een naamsverandering onderging om gevoelige Amerikanen niet voor het hoofd te stoten. Of het Bredase Nikko, dat in 2005 een DS-kloon op de markt bracht die zo slecht was dat-ie misschien beter vergeten kan worden.

Gamegeschiedenis van Nederland: 1978-2018 is vrij beknopt als naslagwerk, maar effectief in zijn doel: het laat zien dát er verhalen te vertellen zijn. En als verhalen zoals die over Shuttleworth senior ontbreken, ga je je afvragen: wat voor moois ligt er nog meer onder dikke lagen stof verborgen?

Gamer.nl kreeg een exemplaar van Gamegeschiedenis van Nederland: 1978-2018 toegestuurd door de uitgever. Het boek is te koop voor €19,99 via deze link.

Aanbevolen voor jou

Reacties

Login of maak een account en praat mee!
▼ Volgende artikel
Death Stranding door meer dan twintig miljoen mensen gespeeld
Nieuws

Death Stranding door meer dan twintig miljoen mensen gespeeld

Dat zijn een hoop bezorgde pakketjes

Het in 2019 uitgekomen Death Stranding is inmiddels door meer dan twintig miljoen mensen gespeeld.

Dat maakte bedenker Hideo Kojima bekend via social media. De game is al sinds november 2019 verkrijgbaar, maar was in eerste instantie alleen op PlayStation 4 beschikbaar. Inmiddels is de game ook op PlayStation 5, pc, Xbox Series-consoles, Mac en smartphones speelbaar.

Vervolg Death Stranding 2: On the Beach staat gepland voor een release op 26 juni, zo werd onlangs bekendgemaakt. Diverse acteurs en actrices uit de eerste Death Stranding keren terug, waaronder Léa Seydoux, Norman Reedus en Troy Baker. Ook Shioli Kutsuna en Elle Fanning hebben rollen in de game.

De eerste Death Stranding is de eerste game die Kojima ontwikkelde met zijn studio Kojima Productions nadat hij de banden brak met uitgever Konami, waar hij de Metal Gear-reeks voor ontwikkelde. Het spel biedt een uniek concept, waarbij spelers door een post-apocalyptisch landschap lopen om pakketten te bezorgen. Zoals gebruikelijk bij games van Kojima worden gameplaysegmenten afgewisseld met soms langdurige filmpjes waarin vooral het verhaal en dialogen centraal staan.

Michel Musters beloonde Death Stranding in 2019 met een 9,5 op Gamer.nl: "Met Death Stranding behandelt Hideo Kojima grote thema’s als het hiernamaals, ouderschap, de connectie tussen mensen en zelfs klimaatverandering en het uitsterven van de mensheid. Hij brengt dit alles op even fabuleuze als verwarrende wijze in beeld. De kerngameplay – het vervoeren van pakketjes en ondertussen je evenwicht zien te bewaren – lijkt in eerste instantie tegenstrijdig simpel. Klikt het eenmaal, dan biedt het concept oneindig veel voldoening. Gecombineerd met de online functies die in de campagne zijn geïntegreerd, resulteert het in een van de meest unieke virtuele ervaringen ooit."

View post on X

Aanbevolen voor jou

Reacties

Login of maak een account en praat mee!
▼ Volgende artikel
The Last of Us-bedenker: 'Joel maakte de juiste keuze'
Nieuws

The Last of Us-bedenker: 'Joel maakte de juiste keuze'

Ontwikkelaar geeft zijn mening over het einde van de eerste game

The Last of Us-ontwikkelaar Neil Druckmann heeft zich voor het eerst uitgesproken over een belangrijk plotpunt uit de gamereeks: wat hem betreft heeft Joel "de juiste keuze gemaakt".

Let op: Hierna volgen grote spoilers voor de eerste The Last of Us-game en het eerste seizoen van de gelijknamige HBO-serie.

In The Last of Us wordt het meisje Ellie naar een groep genaamd de Fireflies gebracht. Ellie is namelijk immuun voor een virus dat de gehele mensheid treft. De Fireflies zijn van plan om Ellie te opereren om er zo achter te komen of er een medicijn voor het virus gemaakt kan worden, maar zijn wel genoodzaakt haar te doden. Joel, de man waarmee Ellie de reis naar de Fireflies heeft afgelegd, besluit op het laatste moment echter de Fireflies te doden, Ellie te redden en haar zodra ze wakker wordt uit haar narcose te vertellen dat ze niets voor de mensheid kon betekenen.

Dit einde van The Last of Us heeft al jaren discussie bij gamers opgeleverd - heeft Joel de juiste keuze gemaakt? Regisseur Neil Druckmann heeft nu tegen IGN verteld dat hij van mening is dat Joel dat inderdaad heeft gedaan. "Ik geloof dat Joel de juiste keuze maakte. Als ik Joel was geweest, hoop ik dat ik ook zou kunnen doen wat hij deed om mijn 'dochter' te redden."

Craig Mazin, die samen met Druckmann de HBO-verfilming runt, geeft iets meer nuance. Ook hij geeft aan dat hij waarschijnlijk hetzelfde zou doen. "Maar ik zou graag denken dat ik het niet zou doen. Dat is ook juist het interessante moraal van het verhaal. En daarom is het einde van de eerste game zo spraakmakend en geweldig."

Het tweede seizoen van The Last of Us verfilmt het in 2020 verschenen The Last of Us: Part 2, dat zich vier jaar na de eerste game afspeelt. In de serie zit er echter vijf jaar tussen het eerste en tweede seizoen. De game wordt in ieder geval opgedeeld in meerdere seizoenen, al is nog niet bekend hoeveel precies. Het tweede seizoen bestaat uit zeven afleveringen. De eerste aflevering verschijnt op 14 april op HBO Max.

Aanbevolen voor jou

Reacties

Login of maak een account en praat mee!