Games vormen een tijdlijn van mijn leven
De tijd tikt onverbiddelijk door – een cliché dat steeds tastbaarder wordt sinds ik de 35 voorbij ben. Het gezicht in de spiegel heeft groeven die er voorheen niet waren. Tegelijk ervaar ik een innerlijke rust waar ik als tiener en twintiger alleen maar van kon dromen. Als ik terugdenk aan die tijden, komen in mijn herinneringen ook altijd games bovendrijven.
Het is 8 juli 1992 en ik ben net op een ongoddelijk vroeg tijdstip wakker geworden. Slapen is er niet meer bij, want het is mijn achtste verjaardag. Ik spring uit bed en race van de trap om te kijken of ik krijg waar ik gevoelsmatig eeuwen om heb gesmeekt. Ik kom beneden en zie dat het complete televisiemeubel in cadeaupapier is ingepakt. Mijn ouders slapen nog, maar ik spiek toch alvast onder de verpakking. En daar staat hij: de Nintendo Entertainment System, aangesloten en wel, klaar om mij talloze uren speelplezier te bieden. Mijn allereerste spelcomputer.
Het is begin 1996 en Nederland is bedekt onder een dikke laag sneeuw. De sloot naast ons huis is dichtgevroren en dat brengt mij op een idee – het ligt namelijk op een drukbezochte schaatsroute. Ik zet een tafeltje naast het ijs met daarop een paar kannen warme thee en een toren van plastic bekertjes. Al snel is het een drukte van jewelste met schaatsers die een pauze inlassen voor een warm bakkie en een plakje cake. Aan het einde van de dag krijg ik het geld nog maar nauwelijks geteld met mijn halfbevroren handen, maar het is meer dan honderd gulden en ik weet genoeg: ik kan eindelijk Donkey Kong Country 2 kopen.
Het is 1998 en ik zit met mijn vrienden voor de televisie op mijn slaapkamer. We spelen GoldenEye 007, zoals gewoonlijk. Ze vragen mij waarom ik vandaag niet op school was. Ik durf het niet toe te geven, maar het komt omdat we gisteren met een groep klasgenoten zijn gaan zwemmen. Toen ik in het water aan het stoeien was met één van de meiden, voelde ze dat ik opgewonden raakte en moest ze lachen. Ik schaam me. Terwijl ik voor de zoveelste keer een vriend neersla met de onmenselijk sterke handen van James Bond, wordt mijn beschamende situatie in het zwembad alsnog breed uitgemeten. Smacken of smack talk: het maakt tijdens een potje GoldenEye geen verschil.
Het is de lente van 2000 en ik voel me verloren. Mijn moeder ligt hele dagen op bed omdat ze ziek is van de chemokuren. Mijn opleiding ben ik grandioos aan het verknallen. Ik slaap maar een paar uur per nacht, kan mijn aandacht er op school niet bijhouden en spijbel de helft van de tijd. Ik snap niet dat het leven op alle vlakken zo genadeloos kan zijn en heb geen flauw idee hoe ik het op ga lossen. Kán ik het überhaupt oplossen? Ollie na ollie en grind na grind volgen elkaar op en mijn highscores worden steeds hoger. Ik voel me verschrikkelijk, maar ook
. Tony Hawk’s Pro Skater is mijn vaste ontsnappingsmechanisme in onzekere dagen. Speel lang genoeg en je verstand gaat uit en je spiergeheugen neemt het over – precies wat ik op dat moment nodig heb.
Het is 2002 en ik heb eindelijk en PlayStation 2 bemachtigd. Gisteren heb ik hem gekocht, alleen vandaag slaat het noodlot toe: ik heb ongelooflijke keelpijn! De dokter constateert een keelabces en ik kom in het ziekenhuis terecht. Ik lig alleen op de kamer en krijg een idee. Voorzichtig schuifel ik met de infuuspaal naar de televisie en kijk ik naar de achterkant van het logge beeldscherm. Een scart-aansluiting! Ik bel mijn ouders en vraag of ze tijdens het bezoekuur mijn gloednieuwe PS2 meenemen. En zo heb ik een hele week alle tijd om Jak & Daxter, Devil May Cry en de demo van Metal Gear Solid 2 door te spelen. Ik heb nog nooit zoveel plezier in een ziekenhuisbed gehad.
Het is 2015 en ik zit thuis met een burn-out. Ook al heb ik de leukste baan ter wereld bij Gamer.nl, ik ben compleet óp en geniet nergens meer van. Wanneer de lente doorbreekt en de pillen hun werk beginnen te doen, trekken de donkere wolken langzaam weg. Ze hangen er nog, maar ze zien er al minder dreigend uit. Ik ga naar de winkel en koop The Witcher 3: Wild Hunt, ook al weet ik niets over die franchise. Ik start het spel op en merk dat ik voor het eerst sinds maanden niet fysiek misselijk word tijdens het spelen van een game – ik kan er daadwerkelijk weer van genieten. Ik besteed vervolgens honderden uren in Velen en Novigrad en geniet van elk facet van deze prachtige, levendige open wereld. Ik begin het leven weer positief in te zien – gelukkig ook buiten de game.
Het is 20 maart 2020, precies een jaar geleden. Er breekt een pandemie uit en iedereen wordt aangeraden zoveel mogelijk thuis te blijven. Ik koop voor het eerst een Animal Crossing-game, in de hoop dat het mij de nodige afleiding geeft. Dat doet het. In de maanden die volgen vind ik soelaas op een tropisch eiland vol met gezellige inwoners, knusse huisjes en de meest gevarieerde en prachtige meubelstukken. De maanden vliegen voorbij – tijd is relatief en stelt niets meer voor wanneer je sociale leven als sneeuw voor de zon verdwijnt – maar de vele dagen in New Horizons zijn welbesteed. Animal Crossing zorgt ervoor dat de muren niet op mij afkomen.
Het is 20 maart 2021 en mijn Xbox Series X staat alvast warm te draaien, al is dat niet te horen. Ik ben Halo: The Master Chief Collection aan het doorlopen en bij elk deel komen herinneringen bovendrijven aan de tijd dat ik het origineel speelde. Tegelijkertijd maak ik nieuwe herinneringen aan. Aan de afleiding die ik zoek op mijn Xbox omdat de lockdown er toch weer inhakt, of omdat mijn ouders sukkelen met hun gezondheid. Maar net zo goed aan talloze mooie momenten die dagelijks op mijn pad komen. Tot mijn allerlaatste Game Over-scherm zal ik games associëren met alles wat ik meemaak.
Elke zaterdag verschijnt er een column op Gamer.nl die ingaat op actuele gebeurtenissen. Lees ook vorige columns: