Europese videokaartprijzen zijn bijna terug bij af
De gemiddelde vraagprijs voor populaire videokaart daalt gestaag. Bij grote Europese retailers naderen de tarieven hun originele adviesprijs.
Bij het Duitse 3DCenter.org wordt de gemiddelde vraagprijs van moderne videokaarten uitgestippeld tegenover de respectievelijke adviesprijzen. De veelal Duitse en Oostenrijkse retaildata was daarbij vaak indicatief voor de prijstendens in heel West-Europa. Inmiddels staat de prijskoers duidelijk op zijn laagst.
Vanaf eind 2021 lijken de prijzen stapsgewijs te dalen. Werd in december nog bijna het dubbele van de adviesprijs gevraagd voor een RTX 30-kaart, betreft de meerprijs nu nog maar een kwart van de adviesprijs. Dat geldt zowel voor AMD's RX 6000-kaarten als Nvidia's RTX 30-aanbod.
©GMRimport
Sinds eind 2020 zijn de vraagprijzen van videokaarten onderwerpig geweest aan een lastige vraag-aanbodverhouding, welke vorig jaar mei piekte op een verdrievoudiging van de adviesprijs. Mondiale chiptekorten dreven prijzen op, mede gedreven door interesse uit de wereld van cryptomining.
Onduidelijk is of de daling van de vraagprijs verder door zal zetten. Wel stipt de Duitse prijsvergelijker aan dat Ampere- en RDNA 2-videokaarten de laatste tijd bijzonder goed verkrijgbaar zijn. Zowel het hogere aanbod als de naderende komst van nieuwe Ada Lovelace- en RDNA 3-gpu's (RTX 40 en RX 7000) later dit jaar kunnen nog gunstig blijken voor de dalende vraagprijs.