Animal Crossing en de grenzen van culturele representatie
Japanse rollenspellen, Britse humor, westerse vormgeving: discussies rondom games staan bol van de culturele stereotypen. Soms helpen categorieën en generalisaties om richting te geven aan een gesprek of snel te verduidelijken waar je het precies over hebt. Maar veel eerder reproduceert dit mechanismen van buitensluiting en stigmatisering. Zelfs het schattige en toegankelijke Animal Crossing kan zich hier niet aan onttrekken.
Recente hoogvliegers Hogwarts Legacy en Forspoken symboliseren de politiek van de hedendaagse game: een groeiend aantal zelfbewuste ontwikkelaars stelt representatie en identiteit centraal in hun spelontwerp. Oftewel: hoofdpersonen in games lijken lang niet allemaal meer op de masculiene Nathan Drake – en doen zo steeds meer recht aan de groeiende diversiteit aan gamers en ontwikkelaars.
Dat is fijn en belangrijk. Representatie zorgt ervoor dat gamers zich kunnen herkennen in personages, verhaallijnen en spelwerelden, of juist in aanraking komen met voor hen onbekende ervaringen. Ook stelt het ontwikkelaars in staat om hun eigen belevingswereld te vertalen naar een game.
Deze ontwikkelingen gaan soms gepaard met gekluns en naïviteit. Animal Crossing is daar een goed voorbeeld van. Het in 2020 verschenen New Horizons viel min of meer samen met de eerste wereldwijde lockdowns. Miljoenen gamers slingerden hun Nintendo Switch aan om onder het kapitalistische gezag van Tom Nook hun virtuele bestaan op te bouwen. In een zware en ingewikkelde periode hielp
hun mentale gezondheid. In tijden van sociaal isolement groeide de game ook snel uit tot een vooraanstaand platform voor digitale protestacties, van klimaatmarsen tot antiracismeprotesten.
©GMRimport
Nintendo besloot hier binnen een paar maanden korte metten mee te maken: op het vrolijke eiland is blijkbaar geen ruimte voor politiek. Gelukkig stonden vele culturele, sociale en religieuze activiteiten voor de deur: het nieuwe maanjaar, Pasen, Halloween, Kerstmis. Althans, in alles behalve de cultuurgebonden naam. In maart en april vindt bijvoorbeeld het ‘Bunny Festival’ plaats, maar de esthetiek, rituelen en festiviteiten laten er geen gras over groeien: het gaat hier om het Christelijke Pasen.
Alleen en toch samen
Animal Crossing speelt al decennialang in op jaarlijkse cycli: dorpsbewoners geven je seizoensgebonden cadeautjes, terwijl je met vuurwerk de verschillende nieuwjaren inluidt en op Valentijnsdag met een beetje geluk warme chocolademelk krijgt. Dit is ook de charme van de game: het loont om je Switch elke paar weken aan te zetten en te kijken hoe eilandbewoners het een of het andere feest vieren, terwijl de flora en fauna te maken krijgen met verschillende seizoenen. Het is een indrukwekkende parallelle werkelijkheid. Of preciezer: het is een idealistische representatie van de manier waarop we onze maatschappijen inrichten - zonder al te veel zorgen, met aardige buren en geen grote ecologische problemen.
In 2020 kreeg deze insteek voor veel gamers een nieuwe betekenis. In een periode waarin angst, crisis, dood en sociaal isolement de boventoon voerden, bood New Horizons een spelwereld waarin je culturele en sociale ijkpunten alleen en toch samen kon vieren. In een mum van tijd liet Animal Crossing zien hoe games bijdragen aan nieuwe en betekenisvolle vormen van sociale interactie. Recent wetenschappelijk onderzoek benadrukt dat Animal Crossing – en het medium games in het algemeen – stress kan verlichten en voor sociale cohesie kan zorgen.
©GMRimport
Dit was ook de gedachtegang van Rami Ismail, ex-Vlambeer en naast game-ontwikkelaar inmiddels ook podcasthost bij The Habibis. Niet eerder was hij alleen tijdens de Ramadan – en hij hoopte dat Animal Crossing in het voorjaar van 2020 soelaas zou bieden. Wat bleek? Van enige erkenning van of referentie aan de Ramadan was geen enkele sprake. Zelfs, zoals hij zelf schrijft, “de seculiere en niet-religieuze iconografie” schitterde door afwezigheid.
Oftewel: binnen de context van Animal Crossing lijken sommige culturele en religieuze uitingen er meer toe te doen dan andere. Nintendo laat hiermee een beperkt en naïef wereldbeeld zien: Kerst en Halloween zijn in het Animal Crossing-universum voor iedereen (en misschien zelfs ‘neutraal’, of in ieder geval ‘apolitiek’), terwijl andere feesten, periodes en gebeurtenissen zonder pardon in de wind worden geslagen.
Uiteraard is het een ingewikkelde opgave om rekening te houden met de uiteenlopende manieren waarop mensen hun jaar inrichten. Maar laten we wel zijn: bijna een kwart van de wereldbevolking vast tijdens de Ramadan.
Een verhulde ideologie
Rami Ismail besloot het heft in eigen handen te nemen. Hij nodigde gamers uit om zijn eiland te bezoeken en daar samen te bidden, vasten, reflecteren, kletsen en de Suhur en Iftar te delen. Om uit te zoeken hoe je deze rituelen het beste naar een digitale omgeving kunt vertalen, sprak hij met een astronaut die hier jarenlange ervaring mee heeft. Ismail deed het werk dat Nintendo eigenlijk had moeten doen: daadwerkelijk aan de slag gaan met de maatschappelijke rol van Animal Crossing ten tijde van een pandemie.
Media pikten Ismails initiatief gelijk op; Nintendo zweeg in alle talen.
Het resultaat is een tegenstrijdigheid. Animal Crossing doet zich voor als een leeg blad: je komt aan op een vrijwel onbewoond eiland, mag zelf bepalen hoe je eruitziet, hoe je je huisje inricht en wie al dan niet welkom is. In Nintendo’s PR-taal: “Het paradijs is wat jij ervan maakt in Animal Crossing: New Horizons voor de Nintendo Switch!” Maar dat paradijs valt hoe dan ook samen met Nintendo’s ideologie: je krijgt enkel te maken culturele uitingen die de ontwikkelaar aanvaardbaar vindt en stuit op weerstand en censuur bij standpunten die daar niet bij horen.
©GMRimport
Dit soort kaders zijn onvermijdelijk. Je kunt niet álles in een game stoppen (zelfs al doet Everything een ambitieuze poging). Ook zijn games waarin alles kan, mag en bestaat een vrijbrief voor haat, discriminatie en ellende – en dus absoluut niet wenselijk. Het is vooral de schijn van een neutrale en apolitieke spelwereld die zo problematisch en mogelijk ook schadelijk is.
De houding van Nintendo komt namelijk hierop neer: Animal Crossing is voor iedereen, maar misschien niet voor jou.
Maar het kan ook anders
Erica Kanesaka ging daar eigenlijk al vanuit. Als assistant professor aan de Amerikaanse Emory University doet ze onderzoek naar de Japanse kawaii-cultuur, een specifieke benadering van alles wat schattig en lief is. In haar wetenschappelijke publicaties belicht ze onder meer de historische context van kawaii. Als je voorbij het zachtaardige karakter kijkt, , zie je dat kawaii voortkomt uit geopolitieke machtsrelaties, raciale stereotypen en imperialistische motieven. Schattig betekent niet onschuldig.
Door haar onderzoek stond Kanesaka aanvankelijk kritisch tegenover Animal Crossing. Meer dan alles is de game immers een uitgesproken ode aan de prettige en lieflijke aspecten van kawaii. Alle personages doen aardig, zien er schattig uit en breken met masculiene stereotypen in games. Maar het idee dat je je een eiland toe-eigent en al je vondsten vereeuwigt in een museum stond haar tegen: aan de grondslag van deze schattige wereld zou vooral een koloniaal wereldbeeld liggen. De schaduwzijde van kawaii zou ook in Animal Crossing centraal staan.
©GMRimport
Maar in een recent essay Kanesaka trok een genuanceerde conclusie: Animal Crossing lijkt misschien vooral te bestaan uit kawaii-archetypen, maar breekt daar ook mee. Ze schrijft dat de game tevens put uit de principes van iyashi, een aan kawaii gerelateerd fenomeen waarin zachte en schattige objecten “helpen om psychische stress te verlichten. Het is ook een manier om te ontsnappen - als is het maar kortstondig en gedeeltelijk - van de eenzaamheid en angsten van het leven in een hyperverbonden wereld die constant onze inspanning en energie slurpt.”
Het mag ook lastig zijn
Hoewel kritisch over meerdere spelmechanismen, erkent Erica Kanesaka dat Animal Crossing haar meer raakte dan ze oorspronkelijk had verwacht. Dit kwam vooral tot uiting in speelsessies met twee van haar vrienden. “De momenten die we samen doorbrachten in Animal Crossing (...) voelden als kleine politieke handelingen waarin we konden dromen van een andere wereld, een die gestuwd is op onze collectieve wens voor veiligheid en zorg.”
Kanesaka’s verhouding tot Animal Crossing blijft ambigu – en dat geldt ook voor Rami Ismail. Soms kan een game emanciperen en stigmatiseren, je verwelkomen en verloochenen, stereotypen bevestigen en tegelijkertijd een constructief alternatief bieden: het is niet altijd het een óf het ander.
Maar zorg er wel voor dat je Tom Nook op tijd terugbetaalt, want aan het kapitalisme ontsnapt niemand.