Header

Project Cars 2

Of waarom regen en asfalt de beste vrienden zijn

Voorafgaand aan de Formule 1-kwalificatie van de grote prijs van Singapore reed ik vierenzeventig ronden op het in Portimão gelegen Autódromo Internacional do Algarve, in een Acura NSX GT3. Het leverde niks op aan ervaringspunten, laat staan progressie in Project Car 2’s matige carrièremodus. Wel was het voor het eerst sinds Grand Prix 4 dat elke tiende van een seconde ertoe leek te doen – en ik racete enkel tegen de klok.

Door de twee uur durende speelse ie miste ik een derde van de kwalificatie, waarin Verstappen tweede zou worden. Belangrijker: ik ervoer waarom Slightly Mad Studios zo hoogdravend over het ‘dynamische weersysteem’ spreekt. Het is niet alleen dynamisch, maar vooral fenomenaal uitgewerkt.

In vergelijking met de eerste Project Cars lijken de digitale circuits nog meer op hun echte evenknieën: ieder hobbeltje en verreden stukje asfalt is nu voelbaar. Dat maakt de rij-ervaring een stuk uitdagender, zeker als je een grillige en weinig stabiele bolide als de Ferrari F40 onder handen krijgt. Een regenbui of twee later en je moet ieder circuit opnieuw leren kennen; water blijft in kuiltjes staan en glijdt van heuvels af, waar je op in moet spelen als je een goede rondetijd wilt neerzetten.

Van de regen in de drup?

Forza 6 probeerde iets soortgelijks, al bleek het een wat statische bedoeling. Staand water verroerde zich niet, ook al dook je er met een pickup truck in. Wat dat betreft maakt Project Cars 2 des te meer indruk. Mocht je onverhoopt door zo’n plas water raggen, dan zie je ‘t over het circuit schieten, waar achterliggers merkbaar last van hebben.

Het tegenovergestelde is ook waar: zodra het stopt te regenen en meerdere bolides over een bepaald gedeelte van het circuit rijden, onstaat er een droge lijn. Inhaalacties zijn in dit soort situaties bijna ondoenlijk: ga je van die lijn af, dan krijg je te maken met opspattend water en verlies je met een beetje pech de controle over de auto. Lukt het toch, dan ben je de koning te rijk.

Oftewel: Project Cars 2 is op z’n best wanneer de weergoden van zich laten horen, zelfs als je met een controller speelt. Was dat laatste in deel één nog schier onmogelijk, althans op hoog niveau, nu kun je ook met een doorsnee Xbox- of PlayStation-controller huishouden. Hoewel de beperkingen ten opzichte van een goede set-up met stuur en pedalen welbekend zijn, heb je ook met een controller uitermate veel controle over je wagen. Je voelt de kleinste onregelmatigheden in de circuits, bijna alsof het om de HD-rumble-technologie van de Switch gaat.

De game lijkt daardoor erg geschikt voor Nintendo’s platform, ware het niet dat Project Cars 2 wederom een veeleisende game blijkt. Nu is het niet zo dat het de pracht en praal van Forza en Gran Turismo benadert, maar de laadtijden zijn simpelweg te lang en er is sprake van de nodige texture pop-in. Een Switch-versie zou overigens een aardige geste zijn van de ontwikkelaar, aangezien de beloofde Wii U-versie van Project Cars 1 nooit is verschenen.

1.47.00

Buiten de fenomenale physics en het dynamische weersysteem, dat overigens Livetrack 3.0 heet, zijn er een drietal noemenswaardige punten van verbetering: een drastische vermindering qua technische fouten en bugs, nog meer nadruk op esports en de toevoeging van Ferrari als autofabrikant.

In het kort betekent dit dat Project Cars 2 niet alleen haar voorganger overtreft, maar ook A etto Corsa. De verbeterde besturing voor controllergebruikers zorgt er bovendien voor dat het een uitstekend alternatief is voor degenen die normaliter voor Forza, Gran Turismo of de Codemasters-racegames gaan: Project Cars 2 is een tikkeltje lastiger, maar niet ondoenlijk complex en spoort je aan om het uiterste uit je racevaardigheden te halen.

De reden dat ik een deel van de F1-kwalificatie miste is simpel: ik wilde koste wat kost mijn rondetijd op Autódromo Internacional do Algarve onder 1.47.00 krijgen – toen het er nog niet regende. In concurrerende racegames zijn dergelijke time trials ook relatief populair en tevens de moeite waard, maar Project Cars 2 stelt je in staat om als het ware een bolide en diens afstellingen naar eigen hand te zetten.

Ook al is het geen iRacing, de race-ervaring in Project Cars 2 luistert zeer precies en legt binnen het spectrum van racegames voor consoles de lat nog een stukje hoger. Dat maakt het tevens een van de intere antste esports-racegames van het moment, deels ook omdat de carrièremodus wederom achterblijft. Je boekt progre ie en werkt je van een aspirant profe ional tot een topcoureur, zonder dat het op enigerlei wijze enerverend is. De A.I. is verbeterd en maakt minder grove fouten, maar baanbrekend is het niet; het pas uitgebrachte F1 2017 is op deze vlakken een betere keuze.

Online is het tegenovergestelde het geval: F1 2017 doet zich dan voor als een variant op Destruction Derby, terwijl Project Cars 2 je daadwerkelijk serieuze races voorschotelt waarin de beste en meest consistente coureur wint. Of het nu regent of niet.

Project Cars 2 is vanaf 22 september verkrijgbaar voor Xbox One, PlayStation 4 en pc. Voor deze recensie is de PlayStation 4 Pro-versie gespeeld.