HBO’s The Last of Us legt het minderwaardigheidscomplex van gamers bloot
Iedereen is razend enthousiast over de HBO-serie The Last of Us. Niet alleen fans van de spellen prijzen de eerste aflevering de hemel in, ook mensen die voorheen nog nooit met de franchise in aanraking zijn gekomen smullen ervan. Het bewijs dat gameverhalen niet onderdoen voor andere vormen van media is er nu eindelijk, maar waarom hadden we dat bewijs überhaupt nodig?
Met een uitzonderlijk hoge reviewscore van 99 procent op Rotten Tomatoes is er geen twijfel over mogelijk: het eerste seizoen van The Last of Us is een meesterwerkje. Hoewel nog moet blijken of kijkers net zo gecharmeerd zijn van de acht resterende afleveringen, mag The Last of Us wat critici betreft in één adem genoemd worden met geprezen eerste seizoenen van series als The Sopranos, Game of Thrones en onlangs Severance.
Die unanieme lof genereert bij veel gamers ogenschijnlijk een gevoel van trots. Op fora en sociale media zag ik afgelopen week mensen claimen dat de positieve reacties dik verdiend zijn – de games zijn immers ook zo goed. ‘The Last of Us verbreekt de vloek die op gameverfilmingen hing’, koppen talloze recensies in. Ik voel bij velen dan ook de tendens dat de serie eindelijk bewijst dat games niet onderdoen voor andere vormen van media. Het verhaal in de serie is immers vrijwel een-op-een overgenomen uit de games – dat verhaal moest dus al wel zeer sterk zijn voordat het verfilmd werd.
©GMRimport
Geldingsdrang
Dat we met z’n allen zo blij zijn dat The Last of Us dit bewijs levert, lijkt onlosmakelijk verbonden aan een minderwaardigheidscomplex dat gamers al sinds jaar en dag ervaren. Het stamt af van de aloude clichés dat games voor kinderen zijn, een bezigheid voor mensen zonder sociaal leven en het nerdy broertje van Hollywood. Natuurlijk, veel van ons zijn als kind begonnen met gamen, maar door de jaren heen hebben we spellen gespeeld met volwassen thema’s die een grote diversiteit aan emoties opriepen. Games zijn écht niet alleen voor kinderen bedoeld en kunnen net zoveel – zo niet meer – indruk maken als films, televisieseries of boeken.
Deels zijn ontwikkelaars van onze geliefde games zelf debet aan dat vooroordeel. Diverse creatieve geesten lijken hun gehele carrière uit te willen stralen dat ze film als hoogste vorm van kunst zien waar we met ‘onze’ games naar moeten streven. Metal Gear-bedenker Hideo Kojima is een duidelijk voorbeeld, maar eigenlijk mag je Neil Druckmann er ook best onder scharen. De Last of Us-games vertellen een aanzienlijk gedeelte van diens plot immers via statische tussenfilmpjes. Dat Druckmann gedurende interviews zo enthousiast is dat zijn franchise eindelijk wordt verfilmd, is uiteraard volkomen begrijpelijk, maar ook het zoveelste teken dat we binnen de game-industrie een enorme geldingsdrang hebben. We willen serieus genomen worden. Blijkbaar lukt dat beter met een serie dan met een game.
©GMRimport
Ik kan het natuurlijk niet bewijzen, maar ik vermoed dat een groot deel van de mensen die vaak games spelen wel in meer of mindere mate het genoemde minderwaardigheidscomplex ervaren. Ik ben 38, speel sinds mijn achtste games en schrijf er sinds mijn zestiende over. Toch antwoord ik nog steeds met het generieke ‘journalist’ wanneer iemand mij vraagt wat ik voor mijn werk doe. Toegegeven; ik schrijf voor bepaalde publicaties ook over algemeen nieuws, maar het overgrote deel van mijn geschreven werk draait om virtueel speelplezier. En toen ik nog op Tinder zat, zette ik bij hobby’s eerder sporten, reizen en uitgaan dan gamen. Er was geen woord van gelogen, maar waarom verstopte ik zo’n belangrijk tijdverdrijf voor de buitenwereld?
Games zijn écht niet alleen voor kinderen bedoeld en kunnen net zoveel – zo niet meer – indruk maken als films, televisieseries of boeken
-
Het is goed zo
Het is die schaamte waarvan we hopen dat sterke gameverfilmingen zoals The Last of Us het wegvaagt. We fantaseren ervan dat mensen die de games nog nooit hebben gespeeld, naar de serie kijken en tegen zichzelf zeggen: ‘Goh, is dit gebaseerd op een game? Ik wist helemaal niet dat spellen zo indrukwekkend konden zijn!’ Die drang naar acceptatie is geheel menselijk en het is dan ook niet vreemd dat we – bewust of onbewust – voldoening halen uit het wereldwijde enthousiasme dat de HBO-serie losmaakt. Geheel terecht genieten we daar met z’n allen enorm van.
Maar ik ben hier slechts om je te verzekeren dat het goed is zo. We hebben de goedkeuring van Hollywood, het mainstream publiek of de familieleden die niets van onze hobby begrijpen helemaal niet nodig. Games zijn op zichzelf een prima tijdverdrijf en – als je daar überhaupt al belang uit haalt – een vorm van kunst. Spellen als The Last of Us, die hun plot schetsen op een manier vergelijkbaar met hoe traditionele media dat doen, zijn even legitiem als games als Elden Ring of Ico die via pure gameplay een verhaal vertellen. Prijs jezelf gelukkig dat je zo kunt genieten van je hobby, beste gamer. Veel mensen zullen dat gevoel nooit kennen.
Lees meer columns: