The Journey Down begon ooit als een 2D pixelart-adventure in 2010, dat een semi-3D make-over kreeg in 2012. Meer dan het formaat van een eerste level uit een vergelijkbare adventure als Monkey Island was het niet, maar het driekoppige team van ontwikkelaar Skygoblin wist een boeiend verhaal op te zetten, met veel humor en een vrolijke groep hoofdpersonen.
Slungelige rasta Bwana en zijn koddige broertje Kito werden meegesleurd door archeoloog Lina op zoek naar het mysterieuze Underland, achtervolgd door gangsters en hun nog onbekende bazen. De game was een onbeschaamd eerbetoon aan de point-and-click-avonturen van Tim Schafer uit de jaren ’90, maar de jongens van Skygoblin bedachten een geheel eigen wereld. Bwana en zijn vrienden leven in tijdloze, film noir-type steden die zweven boven wolken; wolken waarin vliegende schepen en vliegtuigen het moeten afleggen tegen gigantische sidderalen (die overigens nooit in beeld komen). Het voelde uniek ondanks alle LucasArts-referenties – vooral Chapter Two (2015) leende hevig personages en locaties van Grim Fandango en The Curse of Monkey Island. Het eigen smoelwerk kwam voornamelijk voort uit het feit dat alles en iedereen in The Journey Down ontworpen is in Afrikaanse en Caribische stijl, inclusief een volledig PoC-cast van stemacteurs; helaas een unicum in de game-industrie. Vooral hoofdpersoon Bwana is een genot om aan te horen, met zijn immer vrolijke, positieve reacties op de wereld. En zijn altijd aanwezige verzameling cactu en (‘’Cacti rule!”).
Voorbeeld van de meester
Na de film noir-sfeer van de eerste twee delen, gaat Skygoblin in Chapter Three voor een jaren ’80 actiefilm-vibe. Er wordt een nieuwe groep personages geïntroduceerd, veelal blaxploitation archetypes die klaarstaan om met Bwana de corrupte regering omver te schoppen. De ontwikkelaars laten de referenties aan Tim Schafers spellen enigszins los om dieper in hun eigen wereld en geschiedenis te duiken, die zeker sterk genoeg is om op zichzelf te staan – maar het op The Secret of Monkey Island gebaseerde level zal niemand ontgaan.
Die referentie toont de twee grootste zwakke plekken van The Journey Down. Waar je in de Monkey Island-games vaak uren rondliep op een eiland om de meest onmogelijke puzzels op te lo en, weet je in The Journey Down vaak al meteen wat je te doen staat. Er zijn maar een beperkt aantal interactieve objecten aanwezig in de wereld en één plus één is meestal twee hier (waar het antwoord in Tim Schafers gekke avonturen eerder drie en een halve papegaai was).
Daarnaast is ook de interactie met andere personages beperkt. Zes vragen per personage is zo’n beetje het maximum, waar je in de kla ieke adventures wel een paar uur kwijt kon zijn aan het babbelen met mensen. Vanwege het kleine Kickstarter-budget hebben de drie ontwikkelaars hun middelen economisch in moeten zetten wat de spelduur danig inkort. Je merkt ook in de wi elvallige afwerking van artwork (van mooie omgevingen met tof semi-3D artwork tot omgevingen die eigenlijk tijdelijke schetsen hadden moeten zijn) en abrupte scèneovergangen waar het geld is bespaard.
Dat neemt niet weg dat The Journey Down je ook in de finale als geen ander geïntere eerd in het verhaal weet te houden en een oprecht gevoel van avontuur weet mee te geven. Vooral de keuze om het verhaal te splitsen en van Lina een speelbaar personage te maken met haar eigen mi ie is top, want nu is ze niet langer slechts een derde wiel dat alleen maar op archetypische wijze het verhaal voortstuwt.
An sich is The Journey Down: Chapter Three niet meer waard dan een gemiddeld cijfer. Daarvoor is het simpelweg te kort en mist het slagkracht in vergelijking met de Telltale-adventures of iets als de Duitse point-and-click-serie Deponia. Maar tel de drie delen bij elkaar op en er staat geheel met meerwaarde. We raden het dan ook absoluut aan om de trilogie in zijn geheel op te zoeken, want samen komen de games momenteel het dichtst bij wat op een nieuwe, maar kla ieke LucasArts-lijkt. Zelfs meer dan Tim Schafers’s eigen Broken Age.
The Journey Down: Chapter Three is nu beschikbaar voor pc en iOS-apparaten.