Sekiro: Shadows Die Twice verdient je toewijding
Sekiro: Shadows Die Twice is misschien wel op z’n best als je ‘m niet speelt. Je leert FromSoftware’s nieuwste game pas echt waarderen tijdens een slapeloze nacht, in de trein en bij het stofzuigen. Pas dan kun je daadwerkelijk nadenken over je plan van aanpak, je strategie en je existenz – en dat loont zich enorm.
Als Sekiro je echt in z’n greep heeft, dan is het niet langer zomaar een reeks aan bijna onmogelijke eindbazen; het neemt je denken en zijn langzaam maar zeker over. Het is net zo gaaf om tijdens je alledaagse bestaan een oplossing te vinden om die ene monnik, demoon of dronkaard te verslaan, als om die strategie daadwerkelijk uit te voeren.
In die zin treedt Sekiro overduidelijk in de voetsporen van de Souls-games en Bloodborne. De moeilijkheidsgraad van Sekiro kan moeiteloos meekomen met Soulsborne: iedere vijand kan je binnen een seconde of twee doden en doet dat maar al te graag en secuur. Maar ook qua verhaalvertelling en world building hoort deze Japanse mythe zonder meer thuis in het portfolio van FromSoftware. Dit zijn duistere en diepe games, vol verdriet, pijn en leed. Ook is er geen sprake van een overduidelijk goed en kwaad: het morele kompas van vrijwel ieder personage tekent zich grijs af, met een rood, bebloed randje. Maar het is zeker niet alleen maar kommer en kwel. Er valt namelijk genoeg te lachen en genieten, mits je van meedogenloze en nietsontziende (meta)humor houdt.
©GMRimport
Technologie
Ondanks de vele overeenkomsten is dit zeker geen Dark Souls 4 of Bloodborne 2. Daarvoor is Sekiro te eigenzinnig. Sowieso is er niets van de high fantasy uit Souls te zien; Sekiro neemt de Japanse geschiedenis en mythologie als uitgangspunt voor een knappe vertelling over macht, loyaliteit en bedrog. Hier heb je zelfs een klein beetje inspraak in – met verschillende eindes tot gevolg. Ook kun je aan het begin van de game geen klasse kiezen. Je speelt steevast als de shinobi Sekiro, wiens linkerarm nog tijdens de openingsscène wordt afgehakt. Binnen een mum van tijd zit daar een prothese aan, die je gedurende het spel kunt uitbouwen met verschillende vernuftige technologieën. Zo kun je er vuurwerk mee afschieten, speren en shurikens mee gooien of als een soort ventilator een vlaag wind mee blazen.
De armprothese en diens uitbreidingen lijken in eerste instantie de crux van Sekiro’s vechtsysteem. Vooral eindbazen hebben veelal een of twee zwakke plekken die je met de een of de andere technologische uitvinding kunt aanpakken. Dit is ontzettend gaaf en zorgt er ook deels voor dat Sekiro een stuk dynamischer overkomt dan andere Soulsbornes. Het is allereerst zaak om te onderzoeken met wie je nu eigenlijk te maken hebt, ofwel door handlangers af te luisteren, of door linea recta de confrontatie aan te gaan. Pas na een grondige kennismaking – en een paar keer te zijn doorzeefd met speren of van een berg te zijn gekieperd – maak je kans om als winnaar uit de bus te komen.
Maar je kunt je prosthese bijvoorbeeld ook inzetten als grappling hook om je snel te verplaatsen. Hierdoor ligt het speltempo een stuk hoger en nodigt het spel je uit om gevechten op een andere manier aan te gaan – door bijvoorbeeld naar het dak van een tempel of een hoge boom te zwiepen en vandaar je vijanden te bestoken nog voor ze van je bestaan op de hoogte zijn. En als het je even te heet onder de voeten wordt, dan trek je je met de grappling hook net zo snel terug uit het gevecht. Of je richt dit instrument juist op een verdwaasde tegenstander om er razendsnel naartoe te transporteren. Vooral de meer verticale gameplay levert interessante en spectaculaire gevechten op, waarin de omgeving zowel je vriend als vijand kan zijn. En zo zijn er nog een aantal gave spelmechanieken, die overigens veel leuker zijn om zelf te ontdekken dan om er over te lezen.
Na een uurtje of vijftien, twintig weet je tot op de millimeter wat de reikwijdte van je zwaard is, alsook hoe lang die verticale slag duurt en welk type aanvallen je nu eigenlijk wel en niet kunt blokken
-
Katana
Een ander nuanceverschil is dat Sekiro een tikkeltje lineairder is dan bijvoorbeeld Dark Souls. Het is vrijwel direct duidelijk waar je naartoe moet en hoe je daar het beste komt. Hierdoor ligt de nadruk veel meer op de intensiteit van de gevechten zelf dan om het gevoel dat je volledig aan je lot bent overgelaten. Dit zorgt voor een zekere ritmiek en balans: je voltooit stukje voor stukje, gevecht voor gevecht, oog om oog, tand om tand. Je hoeft ook niet bang te zijn dat er na een krachtige vijand geen Scultor’s Idol te vinden is – waar je het spel kunt opslaan en dat buiten de naam hetzelfde is als de welbekende kampvuurtjes uit Souls. Sterker nog, Sekiro maakt regelmatig gebruik van autosave en doet in die zin een stap in de richting van een toegankelijke spelervaring.
Veel belangrijker is de nadruk op zwaardgevechten. Je succes staat of valt bij een succesvolle blok, een welgeplaatste counteraanval en uitgekiende uitwijkmanoeuvres. De uitwerking hiervan is subliem. Om zelf kans te maken op een sterke aanval, is het vooral zaak om zo dicht mogelijk bij je tegenstanders in de buurt te blijven. Dit betekent dat blokken of een uitwijkend stapje opzij vaak de enige manieren zijn om een aanval te weren. Het accent ligt op timing en reflexen – en dit levert confrontaties op die de pracht, praal en horror van menig samoeraifilm ontstijgen.
Ook draagt dit bij aan een bijkans ongekend gevoel van persoonlijke progressie. Omdat je gedurende de gehele game naast je armprothese gebruikmaakt van slechts één katana, merk je per speelsessie dat je vaardigheden er daadwerkelijk op vooruitgaan. Na een uurtje of vijftien, twintig weet je tot op de millimeter wat de reikwijdte van je zwaard is, alsook hoe lang die verticale slag duurt en welk type aanvallen je nu eigenlijk wel en niet kunt blokken. Het tempo van de gevechten ligt tevens behoorlijk hoog, wat Sekiro alleen maar uitdagender, spannender en fraaier maakt.
©GMRimport
Een ander mens
Dit is niet per se leuker of minder interessant dan het scala aan wapens en speelwijzen uit eerdere FromSoftware-games: het levert simpelweg een ander soort gameplay op. En die gameplay is van het allerhoogste niveau. De enige echte kanttekening is dat de framerate op de consoles een tikkeltje te wensen overlaat. Het is zeker niet spelbrekend, maar soms kan het je net even uit je broodnodige concentratie halen. Maar laten we wel zijn: het moet gek lopen of Sekiro staat later dit jaar gewoon op menig GOTY-lijst. FromSoftware laat wederom zien waar het medium games toe in staat is en hoe een relatief simpel spelprincipe
Sekiro: Shadows Die Twice is nu verkrijgbaar voor pc, PlayStation 4 en Xbox One. Voor deze review is de game op een PlayStation 4 Pro getest.
Laatste reviews op Gamer.nl:
Sekiro: Shadows Die Twice geeft een geweldige mythologische twist aan de Sengoku-periode in Japan. De enigmatische verhaalvertelling, indrukwekkende spelwereld en krachtige soundtrack bieden een sterke context voor afmattende, maar oh-zo sterke gameplay. Net als de Souls-games vergt Sekiro al je tijd, aandacht en energie – en daar krijg je een van de beste uitputtingsslagen van deze consolegeneratie voor terug.
- Vormgeving, spelwereld, verhaalvertelling, soundtrack, dynamischer dan eerdere Soulsborne-games
- Op consoles is de framerate net als in Dark Souls 3 niet consistent