Een nieuwe gaming monitor kan soms een nog grotere upgrade zijn dan een nieuwe computer, maar je kan niet zomaar af gaan op de specificaties. Twee monitoren die op papier hetzelfde lijken, kunnen in de praktijk namelijk totaal verschillen. Vandaag kijken we daarom naar twee AOC-monitoren uit dezelfde prijsklasse: de CQ32G1 en de AG272FCX6.

Specificaties AOC CQ32G1

©GMRimport

Specificities AOC AG272FCX6

©GMRimport

De overeenkomsten tussen de monitoren zijn duidelijk: beiden beschikken ze over VA-technologie, ze hebben hetzelfde FreeSync-bereik, de maximale verversingsfrequentie is vergelijkbaar, de kromming is hetzelfde en ook de prijs is nagenoeg identiek. Het verschil wordt – op papier - dus veroorzaakt door het grotere formaat en de hogere resolutie van de CQ32G1. In de praktijk zijn er echter nog meer grote verschillen tussen de twee monitoren.

Design

Op de kleur van de voet na lijken de CQ32G1 en AG272FCX6 aan de voorkant sprekend op elkaar. Zoals we van AOC gewend zijn is de bouwkwaliteit uitstekend en staan de panelen stevig op hun voeten. De dunne randjes rondom het scherm geven de monitoren daarnaast ook een premium uitstraling. Aan de achterkant is bij de CQ32G1 weinig bijzonders te vinden, terwijl de AG272FCX6 is voorzien van zilverkleurige ‘vleugels’ en een aantal rgb-leds.

De AG272FCX6 komt daarnaast ook met een (bedrade) afstandsbediening om snel van kleurprofielen te wisselen en om door het menu te bladeren. Voor dat laatste is de indeling van de knoppen echter erg onlogisch en is het veel makkelijker om de besturing aan de onderkant van de monitor te gebruiken. Nog een extra optie waar alleen de AG272FCX6 over beschikt is een uitklapbare headsethanger, waarmee je weer een beetje ruimte op je bureau bespaart.

Hoewel het on screen display (OSD) van beide monitoren niet erg intuïtief is, zijn wel alle nodige instellingen aanwezig: van gaming features zoals een (veel te grote) crosshair, tot diepgaande kleurinstellingen. Het duurt dus even om alle instellingen te vinden, maar uiteindelijk kun je de schermen wel helemaal naar smaak aanpassen.

©GMRimport

Beeldkwaliteit

De twee AOC-monitoren zijn beiden toppers als het aankomt op contrast door het gebruik van een VA-paneel. Het opgegeven contrast van 3000:1 zorgt voor duidelijke details in zowel donkere als lichte beelden, zonder last te hebben van een slechte kijkhoek. Helaas is de gammawaarde met de fabrieksinstellingen bij zowel de CQ32G1 als de AG272FCX6 veel te laag, al doet die eerste het wel iets beter. Door de instellingen aan te passen komt de CQ32G1 aardig dicht in de buurt van de ideale 2.2, terwijl de AG272FCX6 blijft steken op een teleurstellende 1.8.

De hoge verversingsfrequentie zorgt in beide gevallen voor zeer vloeiende beelden met goede reactietijden. Het verschil tussen de 144Hz van de CQ32G1 en de 165 Hz van de AG272FCX6 is echter te klein om waar te nemen. De extra 21 Hz is dus niet genoeg om direct voor de AG272FCX6 te kiezen. Mocht je echt op zoek zijn naar de allersnelste monitor, dan is een 240 Hz-model misschien een betere keuze, maar zelfs dan zijn de voordelen ten opzichte van 144 Hz discutabel.

Waar de AG272FCX6 wel in uitblinkt is blur reduction of overdrive. Er is iets minder ghosting zichtbaar op de 165 Hz-monitor met een scherper bewegend beeld als resultaat. Bij een te hoge overdrive zijn duidelijke kleurverschietingen zichtbaar, dus het is wel belangrijk om een goede middenweg te zoeken in de instellingen. Medium was voor onze exemplaren perfect, maar een ander exemplaar kan het mogelijk beter doen op weak of strong. Probeer het dus altijd zelf even uit.

Wel merkbaar is het grote verschil in resolutie en formaat. Door het verschil in detail oogt de Full HD-resolutie van de AG272FCX6 erg ouderwets naast de Quad HD-resolutie van de CQ32G1. In games is het verschil goed te zien: gebouwen en planten ogen veel realistischer door het grotere aantal pixels. Daarnaast biedt 1440p veel meer werkruimte op je monitor, waardoor je probleemloos meerdere programma’s naast elkaar kunt openen zonder dat het te smal wordt.

Daar staat wel tegenover dat de extra vijf inch diagonaal van de CQ32G1 er gaaf uitziet, maar niet altijd even handig is. Vooral in games waar een snel overzicht belangrijk is, zoals een shooter, is 32-inch eigenlijk te groot. De HUD is te ver weg van de crosshair, waardoor het te veel tijd kost om snel je ammo of health te checken. In sommige games is het mogelijk om de HUD te verplaatsen of te vergroten, maar dat is lang niet altijd het geval.

©GMRimport

©GMRimport

Conclusie

AOC heeft met de AG272FCX6 en CQ32G1 twee mooie monitoren op de markt gebracht, maar het is bijna ongeloofwaardig dat de twee even duur zijn. De betere gammakalibratie, hogere resolutie en groter diagonaal van de CQ32G1 voegen gevoelsmatig meer toe aan de waarde dan een headsethanger, led-lampjes en afstandsbediening van de AG272FCX6. Wat betreft de beeldkwaliteit heeft de AG272FCX6 alleen een voorsprong als het gaat om reactietijden, maar het verschil is niet groot genoeg om er een directe aanrader van te maken. De CQ32G1 is een perfecte gaming monitor als je op zoek bent naar iets groters dan 27-inch, maar door de full HD-resolutie en slechte kalibratie is de AG272FCX6 geen directe aanrader. In plaats daarvan kun je beter kijken naar de iets duurdere AG273QCX van hetzelfde merk.

AOC CQ32G1:

©GMRimport

AOC AG272FCX6:

©GMRimport

De klassieke rpg Fire Emblem: The Sacred Stones is nu speelbaar via Nintendo Switch Online.

Fire Emblem: The Sacred Stones kwam in 2004 uit in Japan en het jaar erop in Europa en de Verenigde Staten. In de game ligt het koninkrijk Renais in puin na de plotselinge invasie van een voormalige bondgenoot.

De koninklijke erfgenamen Eirika en Ephraim gaan er op uit om Renais opnieuw op te bouwen en het duistere geheim achter de oorlog in hun thuisland te achterhalen. Het betreft het achtste deel in de Fire Emblem-reeks en het tweede deel dat ook buiten Japan uitkwam.

Het gaat om een Game Boy Advance-game, en het spel verschijnt dan ook in de GBA-app op Nintendo Switch Online. Daar is dus niet alleen een abonnement op de online dienst voor nodig, maar ook op het uitbreidingspakket.

Palworld-ontwikkelaar Pocketpair claimt dat het bestaan van gamefranchises als Fallout, Ark: Survival Evolved en Tomb Raider aan om aan te geven dat de aanklacht van Nintendo ongeldig is.

Afgelopen september bleek dat Nintendo en The Pokémon Company Pocketpair voor de rechter sleept. Palworld wordt sinds release vaak vergeleken met Pokémon. Afgelopen november bleek dat de aanklacht gebaseerd is op geschonden patenten die Nintendo na de release van Palworld heeft aangemaakt.

Pocketpair heeft in een reeks reacties op de aanklacht (via VGC) gemeld dat die patenten nooit aangemaakt hadden mogen worden, aangezien er al allerlei games bestonden die de gameplaymechanismen die door deze patenten worden omschreven bevatten. Volgens Pocketpair hebben games als Ark: Survival Evolved, Octopath Traveler, Pikmin 3, Far Cry 5, Titanfall 2 en Tomb Raider dergelijke mechanismen.

Volgens Pocketpair was het voorheen in games als Pikmin 3, Far Cry 5 en Tomb Raider al mogelijk om allerlei objecten te gooien - net zoals het gooien van een bal in Pokémon en een Pal Sphere in Palworld. In games als Titanfall 2 en Rune Factory 5 is het daarnaast mogelijk om een monster te vangen en ze weer vrij te laten. Daarbij zou het in games als Octopath Traveler, Monster Super League en de Nukamon-mod voor Fallout mogelijk zijn om personages te 'vangen'.

Hoewel bovenstaande voorbeelden natuurlijk niet precies hetzelfde zijn als in Palworld en Pokémon, hoopt Pocketpair hiermee de door Nintendo aangemaakte patenten ongeldig te laten verklaren, of in ieder geval aan de rechter aan te tonen dat de patenten niet volstaan om Nintendo en The Pokémon Company te laten winnen.