Disintegration is nu al dood
De timer van de matchmaking tikt de tien minuten aan. Het is de dag na lancering, dus je zou verwachten dat er genoeg spelers zijn om een potje mee te spelen. Toch heeft Disintegration de grootste moeite om tien spelers bij elkaar te schrapen om een multiplayermatch mee op te starten.
Een recensie draait niet om of er genoeg mensen zijn die een game spelen, maar of het spel goed genoeg is. Toch is de lange wachttijd om überhaupt aan een potje toe te komen tekenend voor de problemen waar Disintegration mee kampt. De game is onopvallend en middelmatig, maar wordt wel voor de volle mep verkocht. Dan is het logisch dat het publiek nogal klein is.
Dat is spijtig, want de ideeën van Disintegration zijn ambitieus. De eerste game van het nieuwe V1 Interactive, opgericht door Master Chief-bedenker Marcus Lehto, wil twee tegengestelde genres met elkaar combineren: shooters en real-time strategy. Het spel doet een aardige poging, maar het blijkt simpelweg onmogelijk om dit op een soepele manier te doen. Disintegration is te sloom voor een shooter en te snel en simpel voor een rts. Het faalt daardoor in beide genres.
©GMRimport
Nergens heel goed in
Het concept is verfrissend: jij bestuurt een vliegende Gravcycle, waarmee je boven het speelveld zweeft. Deze futuristische vliegfiets heeft zijn eigen geweren, zodat je zelf je vijanden met kogels kunt bestoken. Daarnaast krijg je een klein legertje van maximaal vier eenheden mee, die jouw bevelen opvolgen. Er zijn alleen simpele commando’s beschikbaar: je kunt ze vertellen waar ze heen moeten lopen, of hun speciale vaardigheid gebruiken. Schieten doen ze uit zichzelf.
Als shooter maakt het weinig indruk, omdat jouw kogels nauwelijks aan lijken te komen. Het zou natuurlijk te makkelijk zijn als je zelf iedereen neer kon knallen, omdat je dan je eenheden niet nodig zou hebben. Daardoor voelt het uiteindelijk alsof je voor spek en bonen meespeelt, terwijl je legertje de vijanden omlegt.
Omdat de eenheden zo moeilijk te besturen zijn, mondt elk potje uit in blind op elkaar knallen.
-
Ook als rts laat Disintegration veel steken vallen, want je eenheden hebben constant een babysitter nodig. Ze lopen als een kip zonder kop middenin het vuurgevecht en worden om de haverklap doodgeschoten. Als je ze vertelt waar ze heen moeten lopen, zien ze dat meer als richtlijn dan als bindend bevel. Dat is extra frustrerend als ze ergens moeten schuilen voor een aankomend projectiel, maar vervolgens doodleuk weer achter dekking vandaan lopen.
Het is bizar hoe weinig tactisch deze strategiegame is. Je kunt je eenheden bijvoorbeeld niet afzonderlijk aansturen, waardoor je kwetsbare sniper gewoon naast je andere soldaten in de vuurlinie staat. Ze hebben speciale vaardigheden die je kunt activeren, maar de meeste komen neer op een gebiedseffect dat je ergens op kunt mikken. Een handgranaat, een gadget die de tijd vertraagt: er komt geen tactiek bij kijken, omdat je het simpelweg op de grootste groep vijanden gooit.
©GMRimport
Boeiend conflict
Dit steekt extra hard, juist omdat het concept achter Disintegration bijzonder interessant is. In een wereld die is geraakt door een dodelijke ziekte, kiezen veel mensen ervoor om hun bewustzijn over te zetten in een robotlichaam. Sommigen zijn van plan om weer terug te gaan naar hun lichaam als de ziekte is genezen, anderen zien het als een evolutie en willen hun mechanisch omhulsel nooit meer kwijt. Het vormt een interessant dilemma, met twee facties die lijnrecht tegenover elkaar staan.
De wereld is dus creatief bedacht, maar de personages komen niet goed uit de verf. Ze zijn zo dun als een A4’tje en hebben onbegrijpelijke motivaties. In het hoofdverhaal speel je als Romer Shoal, een voormalige beroemdheid die reclame maakte voor de robotlichamen. Veel verder dan een stoere flyboy komen zijn karaktereigenschappen niet. Aan het begin van de game loop je de menselijke Waggoner tegen het lijf, die pardoes de leider van je groep wordt. Waarom iedereen zijn bevelen ineens opvolgt, blijft een raadsel.
©GMRimport
Blind knallen
Na een uurtje of tien ben je door het verhaal heen en kun je los in de multiplayer. Althans, als je daar matches zou kunnen vinden. Als het niet lukt, mis je echter weinig. Ook online is tactiek ver te zoeken in Disintegration. Omdat de eenheden zo moeilijk te besturen zijn, mondt elk potje uit in blind op elkaar knallen. Dat is niet wat je verwacht van een strategiegame.
De maps zijn bovendien erg ongeïnspireerd, met meerdere variaties op het ‘verwoeste stad’-thema. Sowieso is het uiterlijk van de game nogal generiek. Grauwe omgevingen, onpersoonlijke robots en stotterende animaties: het is niets om over naar huis te schrijven. Tel daar een handjevol bugs bij op, zoals harde crashes en het feit dat de game steeds vergeet dat ik inverted wil spelen, en het advies is duidelijk: deze game kun je voorlopig beter laten liggen. Zeker voor het prijskaartje van 50 euro.
Disintegration verdient lof omdat het echt iets nieuws probeert. Het is jammer dat al die losse onderdelen niet in een vloeiend geheel samenkomen. Het voelt alsof er meer in had gezeten, maar dat komt er simpelweg niet uit.
Disintegration is getest op een pc en is sinds 16 juni ook verkrijgbaar op PlayStation 4 en Xbox One.
Laatste reviews:
Disintegration is gebouwd op een fantastisch idee, maar valt uit elkaar door de belabberde uitvoering. Met een generiek uiterlijk en middelmatige gameplay is het weinig aansprekend, wat ook blijkt uit het feit dat je nu al nauwelijks een match kunt vinden.
- Interessante combinatie van genres, boeiende lore
- Generiek uiterlijk, blinkt nergens in uit, eenheden luisteren nauwelijks, multiplayer is nu al verlaten, te duur