Het laatste level van Split Fiction is oprecht onbeschrijflijk. Ik zat in stilte naar mijn scherm te staren omdat ik amper kon geloven wat ik voor me zag. Na veertien uur spelen had ik niet verwacht dat Split Fiction nog zó erg kon verrassen. Achteraf gezien had ik na veertien uur aan verrassingen beter moeten weten.
Split Fiction is ergens wat ik ervan verwacht had. Na het succes van It Takes Two voelt ‘nog een coöperatieve actieplatformer’ als de enige logische stap voor ontwikkelaar Hazelight Studios. En toch verrast Split Fiction alsnog. Niet met wat het doet, maar hoe het dat doet. Deze game is een onophoudelijke sneltrein. De afwisseling tussen puzzels en actie, de vele spelmechanieken, de overdaad aan spelwerelden: het gaat maar door en door.
Kinderboek
Het is knap hoe het verhaal erin slaagt om al die chaos op een logische manier aan elkaar te breien. Je speelt met twee schrijvers: Mio is een sciencefictionschrijver en Zoe is een fantasyschrijver. Ze zitten door omstandigheden in een simulatie en worden zo gedwongen om elkaars verhalen te doorlopen, ook al verschillen die verhalen immens van elkaar. Het verhaal is duidelijk opgebouwd zodat verschillende scenario’s elkaar kunnen afwisselen.
Het ene moment springen Mio en Zoe rond in een Efteling-waardig ijskasteel, even later moeten ze pardoes vluchten voor een supernova. Zo leren Mio en Zoe elkaar gaandeweg allicht steeds beter kennen, want als schrijvers putten ze ook inspiratie uit hun verleden. Dat levert soms behoorlijk heftige verhalen op.
In dat opzicht is dit verhaal veel menselijker dan dat van A Way Out en It Takes Two, maar verwacht geen wonderen van dit simpele plot. Split Fiction heeft zowel de diepgang als de charmes van een kinderboek. Er zitten wel heftige scènes in, maar ze zijn ook voorspelbaar. Zo’n beetje iedere wending zie je al van mijlenver aankomen. Maar ach, ergens is dat wel prettig. De rest van de game is al onvoorspelbaar genoeg.
Nooit voorspelbaar
Het ene moment speel je een infiltrant in een soort Christopher Nolan-film, niet veel eerder was je nog een worstje op een barbecue. Het ene moment zie je je co-op-partner boven je lopen, vervolgens is je partner Moeder Natuur. Het ene moment begint een eindbaas, twee seconden later infiltreert de eindbaas een tablet waarin (ja, ‘in’) je co-oppartner een platformlevel speelt en jij de tablet moet draaien om het level speelbaar te maken.
Daarom weet je eigenlijk nooit wat je kunt verwachten. Vanaf het allereerste level is duidelijk dat de productiewaarden van Split Fiction véél hoger zijn dan die van It Takes Two. Dat is waarschijnlijk te verklaren door die Game of the Year-trofee op The Game Awards in 2021. Hazelight Studios heeft meer vertrouwen (en budget) gekregen van uitgever Electronic Arts. Split Fiction spat bijna uiteen door alle verschillende grafische stijlen en omgevingen.
Met name de uitzichten en de aankleding zijn prachtig. De levels voelen zo ontzettend levendig. Bovendien zijn de vele werelden in deze game altijd consequent en uniek. Het hergebruiken van assets uit eerdere levels is extreem zeldzaam. Als gevolg voelt iedere nieuwe spelwereld eigen. Het is alsof Hazelight Studios uit een oneindige bron aan art direction put.
Wat Split Fiction wél doet is refereren aan andere games. Een van de mooiste vista’s in het spel is duidelijk geïnspireerd op het werk van FromSoftware - iets wat later in het level op hilarische wijze bevestigd wordt. Maar het spel heeft er ook een handje van om gameplayelementen veel directer te lenen, bijvoorbeeld uit Contra, SSX of Wave Race 64. Tenminste, daar lijkt het op. Mogelijk zijn een boel gelijkenissen met andere games ook gewoon toeval.
Dat kan ook haast niet anders met zoveel verschillende soorten gameplay. Schieten, rijden, varen, vliegen, tweedimensionaal, driedimensionaal, pinball, vogelperspectief, kikvorsperspectief, tijd, ruimte: je kunt je beter afvragen welke spelmechanieken níét voorbijkomen in deze game. Om nog maar te zwijgen over de talloze manieren waarop de game je systematisch dwingt om samen te werken.
Vloeiend en logisch
Een exemplarisch stukje co-op-actie zit meteen aan het begin van de game. Mio beschikt daar over een apparaat waarmee ze de zwaartekracht kan trotseren. Ze kan tegen muren oplopen of op plafonds wandelen. Later in het level introduceert Split Fiction een soort snelweg met sjezende ruimteauto’s. Je gebruikt dan het verkeer op de weg om springend en klauterend verder te komen in het level.
Je ziet elkaar continu van auto naar auto springen op plekken waar je dat niet verwacht - onder je, boven je, naast je. Omdat Mio een ‘andere zwaartekracht’ heeft, speelt haar versie van het level heel anders, terwijl zij en Zoe elkaar alsnog moeten helpen om samen verder te komen. Die wisselwerking is waanzinnig. En dit is maar een korte scène die je waarschijnlijk snel vergeten bent: Split Fiction zit ramvol zulke samenwerkmomenten.
Dat klinkt overweldigend, maar dat is het nooit. Steeds als deze game verrast met nieuwe mechanieken, is de bedoeling en intentie glashelder. Als je een jetpack krijgt, voelt die jetpack meteen goed. Als je op een speedboot zit, begin je direct te varen. Maar ook de core-mechanieken, zeker de airdash, zijn geraffineerd. Alles voelt meteen goed. Er is overduidelijk een enorme hoeveelheid playtesten vooraf gegaan aan het perfectioneren van die feel.
Omdat de besturing zo natuurlijk tot je komt, is Split Fiction ook nog eens een hele goede ‘eerste game’. Het spel bevat immers een beetje van alles, maar wordt daar nooit ontoegankelijk door. Als je games wilt gaan spelen met iemand die weinig games speelt, fungeert Split Fiction bijna als een soort overkoepelende tutorial voor het medium. Bovendien loop je rond in dezelfde spelwereld, dus ‘even iets voordoen’ is zo gepiept.
Verrassingen
Daarom geldt óók de gebruikelijke co-op-disclaimer. Die is belangrijk, want dit spel draait om communiceren en dat is het leukst met iemand die je kent. Ook als je deze game online met iemand gaat spelen, is dat enkel leuk met een microfoon. Je hebt die communicatie nodig om bepaalde puzzels zonder gedoe te kunnen voltooien. Spelen met wildvreemden is bovendien onmogelijk: Split Fiction heeft geen matchmaking.
Split Fiction slaat daarnaast niet continu een homerun. In de tweede spelwereld beginnen de puzzels richting het einde te trekken. Ook de derde wereld gaat met zijn grijze binnen-omgevingen misschien net iets te lang door. Maar ja, dat is eerlijk gezegd zoeken naar minpunten. Split Fiction is wellicht precies wat je verwacht, maar zelfs dan weet het spel die verwachtingen te overtreffen – al denk ik niet dat je baat hebt bij nog meer argumenten.
Deze game mag je zelf ervaren. Bovendien: schrijven is schrappen, zoals de twee hoofdpersonages hebben moeten leren. Misschien dat het beste argument voor Split Fiction wel in het schrijven over games zelf schuilt. Er is een bedorven cliché in recensies over co-op-games: ‘Zelfs een slechte game is leuk als je ‘m samen met iemand anders speelt.’ Nou, het laat zich raden wat co-op doet met een game waarvan de basis al fenomenaal is. Maak je borst maar nat.
Split Fiction verschijnt op 6 maart voor pc, PlayStation 5 en Xbox Series X en S. Je kunt de game gratis delen met een co-op-partner om het samen te doorlopen.
Split Fiction is van begin tot eind een feest. Je doorloopt prachtige en volstrekt unieke spelwerelden die iedere keer op andere manieren weten te verrassen met nieuwe spelmechanieken, puzzels en manieren om samen te spelen. Sommige games zijn een achtbaanrit, maar Split Fiction is het hele pretpark.
- Prachtige spelwerelden
- Weelde aan spelmechanieken
- Blijft alsnog toegankelijk