The Lost Crown is een stap in de goede richting voor Ubisoft: niet alleen brengt het een lang verloren franchise terug, het is ook een game met meer focus en creativiteit dan we afgelopen jaren bij de grote Ubisoft-titels zagen.
Na jarenlange stilte hebben we weer een Prince of Persia. Niet een grootse 3D-game, zoals de laatste edities, maar een 'ouderwetse' 2D-titel. Daarmee grijpt de serie terug naar zijn roots: in de eerste Prince of Persia moest je, heel voorzichtig, de tweedimensionale kerkers verkennen om te ontsnappen en een prinses te redden.
Je speelt ditmaal niet de titulaire prins maar Sargon, één van de Immortals – de elitekrijgers van het Perzische rijk. Als de prins wordt ontvoerd, gaan de Immortals naar de verlaten stad waar hij wordt vastgehouden om hem te redden. In die stad is echter iets vreemds in de hand: door een vloek verloopt tijd anders, waardoor het heden en verleden dwars door elkaar heen lopen.
Het is een wat simpel verhaal dat vooral in dienst staat van de gameplay. Laat je wat dat betreft niet afschrikken door de eerste twee uren: die zitten vol met dialoog, achtergrondverhaal en terminologie die rauw op je dak worden gegooid en niet heel goed geschreven is. Daarna houdt de cast het merendeel van de tijd zijn mond en ga je vooral op verkenning, waar de game meer tot zijn recht komt.
Metroidvania
Feitelijk lijkt The Lost Crown meer op metroidvania’s dan op die eerste Prince of Persia. De game is duidelijk door twee titels geïnspireerd: Hollow Knight en Metroid Dread. De inspiratie van die eerste zie je vooral aan de oppervlakte. Je kunt amuletten verzamelen die jouw personage sterker maken en extra krachten geven, net als de charms van Hollow Knight. En de moeilijkheidsgraad schiet soms ineens omhoog zoals ook in die game soms gebeurt. Van de open voelende, vrij te verkennen wereld als in Hollow Knight is hier echter minder sprake - in dat opzicht is leunt de game eerder richting Metroid Dread.
Ja, je verkent de wereld en vindt power-ups om eerder ontoegankelijke plekken te bereiken. Maar de game heeft een duidelijk vooraf bedachte route die je nauwlettend moet volgen, met slechts een beperkt aantal zijpaadjes. Het geeft de illusie van vrijheid in een Metroidvania, zonder daar helemaal op in te zetten. Enerzijds is dat jammer, anderzijds geeft dat de ruimte om een goed gecoördineerd verhaal te vertellen en het tempo continu op niveau te houden.
Uitstekende actiegame
Als actiegame is The Lost Crown uitstekend. Het leunt voor een groot deel op het onderliggende parry-systeem: een aanval blokkeren gaat niet, maar de frametiming voor een parry is vrij vergevingsgezind. Daarnaast zitten er leuke nuances in, zoals dat je een spectaculair quick-time-event voor extra schade kunt activeren door een aanval te parryen waarbij de vijand geel oplicht.
Toch kunnen gevechten soms frustrerend zijn. Niet omdat het vechtsysteem slecht in elkaar zit, maar juist door de onderliggende moeilijkheidsgraad. Die fluctueert zoals bij wel meer Metroidvania’s, maar door het lineaire karakter van The Lost Crown zijn er veel verplichte gevechten die oneerlijk moeilijk kunnen aanvoelen. Hetzelfde geldt voor sommige puzzels en platformsegmenten: soms schiet de moeilijkheidsgraad steil omhoog, om kort daarna weer naar de eerdere basislijn terug te keren. De game heeft wel meer moeilijkheidsgraden en opties om deze wat specifieker te tweaken wat uitkomst kan bieden. Maar daar heb je niks aan als je voor je eigen trots bijvoorbeeld de game op Hard probeert uit te spelen.
Voor de Souls-speler
Of dat een probleem is, hangt af van het type speler dat je bent. Wie op zoek is naar een uitdaging vindt deze zonder twijfel in The Lost Crown. In dat geval voelt het fantastisch als je een reeks lastige uitdagingen voltooit en een upgrade krijgt. Op die punten voelt de game haast als een soulslike, die op vergelijkbare wijze een gevoel van voldoening kan geven.
Wie rekent op een vergevingsgezinde ervaring komt daarentegen bedrogen uit. De eerste uren van de game geven het idee dat er een eerlijke balans is gevonden, maar dat is lang niet altijd zo. The Lost Crown bereikt nooit een punt waarop heel de game te lastig en oneerlijk wordt, maar heeft wispelturige vlagen waarbij dit voorkomt. Ergens voelt het als oude 16-bit-games, die ook zo konden aanvoelen.
Razendsnel
Als platformer is The Lost Crown razendsnel. je springt tegen muren en slingert aan vlaggenmasten, maar kunt dit met nagenoeg geen vertraging doen. Bij een mastslinger wijs je met een pijl bijvoorbeeld welke kant je wil opgaan, waardoor je niet hoeft te timen wanneer je overspringt. Het geeft een constant gevoel van snelheid - de Sonic-reeks zou hier iets van Ubisoft kunnen leren.
Ondanks die snelheid animeert alles soepel en fijn. Dit is een ontzettend leuke game om in actie te zien - we kijken wat dat betreft uit naar de eerste speedruns die komende tijd zullen opduiken.
Goed, maar niet de beste.
The Lost Crown is een prima game, maar zeker niet de beste binnen zijn genre. Metroid Dread zit als actiegame bijvoorbeeld sterker in elkaar, Hollow Knight geeft meer het gevoel dat je een wereld voor het eerst verkent. Dit is niet het absolute hoogtepunt van het genre, maar een leuk tussendoortje voor wie dorstig van metroidvania naar metroidvania beweegt.
Prince of Persia: The Lost Crown is vanaf 18 januari beschikbaar voor PlayStation 5, Xbox Series X en S, PlayStation 4, Xbox One, Nintendo Switch en pc.
The Lost Crown is een prima metroidvania. Soms piekt de moeilijkheidsgraad onverwachts, wat door het lineaire karakter toch tot wat frustratie kan leiden, maar meestal zorgen de ijzersterke gevechten en het snelle platformwerk ervoor dat dit een hartstikke leuke game is.
- Platformen gaat razendsnel en vloeiend
- Hoog tempo
- Soms toch wat lineair
- Moeilijkheidsgraad piekt soms ineens omhoog