Review: Dragon Ball: Sparking! Zero is ouderwets Budokai in al zijn facetten
Bestuurt en frustreert net als zeventien jaar geleden
Na ruim zeventien jaar vol ontwenningsverschijnselen kan de Dragon Ball-fan binnenkort zijn lol weer op met een nieuwe, Budokai-achtige Dragon Ball-game. Met de ondertitel Sparking! Zero brengt deze nieuwe vechtgame ook de recente Super-animereeks voor het voetlicht, met de kracht van Unreal Engine 5. Dat is smullen geblazen.
Na een snelle rekensom constateer ik dat ik net veertien moet zijn geweest toen Dragon Ball Z: Budokai Tenkaichi 3 uitkwam. Het is meer dan m’n halve leven geleden, maar ik weet het nog zo goed: samen met mijn neefjes voor de televisie met de PlayStation 2 en rammen op die knopjes. Van degelijke tactiek of zelfs ook maar bewust combo’s eruit gooien was geen sprake, maar wat hadden we een lol. We speelden de anime die we zo vet vonden na en ontdekten gaandeweg nog veel meer hoofdstukken uit het Dragon Ball-universum.
Dat plezier en die verwondering komt allemaal terug nu ik de nodige uren aan Dragon Ball Sparking! Zero heb besteed. De nieuwe game bevat hetzelfde, simpele plezier, maar dan met meer content dan ooit. Het is geen geheim dat Sparking! Zero meer personages dan ooit introduceert (waar dan wel een stuk of tien versies van Goku tussen zitten). Hetis des te indrukwekkender omdat iedereen zijn eigen, authentieke superaanvallen heeft. Met behulp van Unreal Engine 5 worden ze stuk voor stuk oogstrelend in beeld gebracht. Met kippenvel en open mond zat ik regelmatig als een klein kind te kwijlen bij het zien van Vegito’s Spirit Sword en de allereerste transformatie van Goku tot Super Saiyan in het gevecht met Frieza.
Op reis in het anime-multiversum
Al die iconische momenten krijg je natuurlijk weer mee in Sparking! Zero. De nieuwe Battle Episodes-modus voert je langs de verschillende verhaallijnen uit Dragon Ball Z, GT en ditmaal doen ze de nieuwste Dragon Ball Super-anime ook aan. Je beleeft alles vanuit het perspectief van een bepaald personage. Tijdens mijn review speelde ik een stuk of zeven personages vrij, zowel schurken als helden, met wie ik een tijdlijn bewandelde met gevechten die in mijn geheugen gegrift staan.
De game geeft daar een geinige draai aan door je onderweg keuzes te laten maken die afwijken van het verhaal. Vroeger was daar een aparte ‘What If’-modus voor, maar nu zit die dus verwerkt in de verhaalmodus, inclusief een vleugje extra interactie met de speler. Ik kies er in de Saiyan Saga niet voor om Piccolo, maar de Z-Fighters mee te nemen naar het gevecht met Raditz, waardoor Goku dus niet sterft door de Special Beam Cannon van onze groene vriend. Voorwaarde is dan wel dat ik een extra gevechtsuitdaging voltooi om de vertakking van de tijdlijn te activeren. Ik moet Raditz in zeer korte tijd verslaan met de Kaioken-versie van Goku.
In plaats daarvan neemt het verhaal een verrassende wending die zelfs doorebt in de daaropvolgende Namek Saga, die zich voor de verandering dan gewoon op aarde af lijkt te spelen. Ik neem het daar met alle (!) Z-Fighters op tegen de Ginyu Force, maar of Captain Ginyu dan ook Goku’s lichaam overneemt? Het zijn dat soort scenario’s die vooral het verhaal van Dragon Ball Z net wat leuker maken om te herbeleven. Het is namelijk de eerste keer dat ik de Super-anime op deze manier geadapteerd zie worden, dus dat verhaal heb ik trouw gevolgd. Dat kan overigens ook door de ogen van Goku Black, een van de grote schurken in die verhaallijn. Als Dragon Ball-purist ga je dit heel erg leuk vinden om te doorlopen, want je vraagt je steeds weer af wat voor wendingen er op je liggen te wachten bij een missie waarin keuzes gemaakt kunnen worden.
Veel plezier met RSI
Al dat plezier wordt vooral in de eerste uren wel wat getemperd door de besturing. Die is net als vroeger eigenlijk heel simpel. Ze zijn vrijwel identiek voor elk personage: combo’s voer je uit door aanvalsknoppen meerder keren in te drukken, afgewisseld met af en toe twee knoppen tegelijk indrukken om een instant transmission te gebruiken en achter je tegenstander te teleporteren om hem honderden meters van je weg te stampen. Vooral die instant transmissions kreeg ik maar niet lekker getimed in de eerste paar uur en omdat het vechten zoals het hoort pijlsnel gaat, kreeg ik binnen de kortste keren last van m’n duimen.
Ik ben de dertig gepasseerd, was doodmoe door een andere tijdrovende review en de RSI leek me tussen de knokkels en het kraakbeen van m’n duimen gedag te zeggen. Na even goed rusten bleek ik gewoon een gigantische aansteller en is het vechten prima te doen. Het is namelijk vrij herkenbaar als je de Budokai-reeks kunt dromen, maar de besturing is wel degelijk aangepast. Bepaalde manoeuvres zoals afweren, stijgen en dalen zitten net onder een andere knop, waardoor het zeker loont om even rustig de tutorial te doorlopen. Uiteraard keren ook de bekende quick-time events terug als je superaanvallen elkaar tegelijk raken en moet je volop knopjes mashen om als winnaar uit de clash te komen. En ja, net als vroeger is dat vaak kinderlijk eenvoudig en kom je als winnaar uit de bus.
Uiteraard is het in gevechten weer zaak om zo snel mogelijk naar het hoogste krachtniveau te gaan door op te laden met R2 (op PlayStation), zodat je de meest sterke aanvallen zoals de Spirit Bomb of Final Kamehameha kunt uitvoeren. Beweging is daarbij belangrijk, want afhankelijk van je krachtniveau word je steeds sneller, totdat je op het hoogste niveau bent waarbij een bliksemschicht aangeeft dat je sneller bent dan het blote oog kan volgen. Je vliegt, met de camera achter je personage, vliegensvlug door de open arena’s terwijl bergen splijten. Als je een dikke vette aanval niet kunt ontwijken, blijft je kleding niet gespaard en sta je zo in je hempie te knokken.
Het zijn prachtige details en effecten die mogelijk worden gemaakt door Unreal Engine 5. Dit is gewoon precies wat ik ooit nog wilde meemaken in een Budokai-achtige game. De kleurrijke gloei-effecten van de verschillende Super Saiyan-niveaus, maar ook van een ‘simpele’ Kamehameha, reflecteert prachtig op de cel-shaded personages van de hand van wijlen Akira Toriyama. Aan het begin van de reviewsessie heb ik nog wel een beetje zitten pielen met de HDR-instellingen die standaard veel te donker lijken te staan. Pomp ik mijn in-game helderheidsinstelling echter helemaal op, dan ziet alles er een stuk beter uit, al heb ik op het moment van schrijven nog steeds het gevoel dat vooral schaduwen nog net iets te donker zijn.
Plezierige desoriëntatie
De camerabewegingen waren vroeger ook al een dingetje in de Budokai-games; hoe vaak raakte ik wel niet gedesoriënteerd omdat alles zo razendsnel beweegt. Er zijn superaanvallen waarmee je pijlsnel op je vijand af zoeft, maar mis je doel en je zoeft zo ver door dat de camera veel te snel moet reageren. Het gevolg: desoriëntatie en een beetje frustratie, maar het zijn vrij kleine ergernissen vergeleken met het plezier dat het oplevert. Wil ik een competitief ontworpen en degelijk gebalanceerde Dragon Ball-vechtgame spelen, dan start ik Dragon Ball FighterZ wel op.
Het grootste kritiekpunt is iets waar de makers eigenlijk helemaal niets aan kunnen doen. Het is alweer een hele poos geleden sinds de Dragon Ball Super: Super Hero-film uitkwam, maar die slaat ten opzichte van de manga een groot gat in het verhaal. Omdat de games uitsluitend putten uit de anime voelt de game, hoewel de hoeveelheid content immens is, toch wat incompleet aan. Uiteraard komt de aankomende Dragon Ball Daima-anime via seizoenscontent alsnog naar Sparking Zero. Wel missen we helaas de volledige Moro-sage en juist die is zeer geliefd en misschien zelfs beter dan de Tournament of Power-verhaallijn.
Desondanks prijs ik me als fan van het eerste uur gelukkig met het feit dat we een waardige opvolger van Budokai Tenkaichi 3 mogen verwelkomen. Er is bakken aan singleplayercontent beschikbaar en ook online kun je het tegen elkaar opnemen in toernooien en co-op-gevechten. De hele ervaring is naar smaak aan te passen met verschillende stukken achtergrondmuziek en omgevingen, terwijl personages in hun introductiefilmpjes soms op prettige wijze met elkaar communiceren. Hoe tof is het om Frieza en Cell te zien erkennen dat ze al lang dood zijn, maar nu herrezen om gewoon even te kijken wie de sterkste schurk is? Authentieker dan Sparking! Zero wordt een Dragon Ball-game voorlopig niet.
Dragon Ball: Sparking! Zero is vanaf 11 oktober verkrijgbaar voor PlayStation 5, Xbox Series X en S en pc. Voor deze review is de game op PlayStation 5 gespeeld.
Dragon Ball: Sparking! Zero brengt je in al zijn facetten terug naar de gloriedagen van de Budokai-reeks, maar is completer dan ooit door de toevoeging van de meest recente films en de Dragon Ball Super-anime. Van de kwalitatief hoogstaande presentatie en uitgebreide verhaalmodus tot de ongemakkelijke camerabewegingen en zelfs de besturing: alles voelt aan zoals het vroeger was. Het eindresultaat is dan ook onmisbaar voor elke Dragon Ball-fan, al zal die misschien wel teleurgesteld zijn door het ontbreken van de steengoede manga-chapters die nog niet geanimeerd zijn.
- Erg authentiek
- Unreal Engine 5 brengt iconische momenten tot leven
- Verhaalmodus biedt genoeg afwisseling met alternatieve scenario’s
- Klampt zich vast aan de anime en voelt daardoor incompleet
- Camera en besturing zijn soms net zo knullig als vroeger
- Lichteffecten ogen wat vreemd in HDR-modus