“Kan Bioware terugkeren naar diens gloriedagen?” Wat moet het lastig zijn om bij een ontwikkelaar te werken waarover telkens dat soort vragen worden gesteld. Het grootste deel van de werknemers uit die tijd is allang bij de studio vertrokken, maar toch blijven we verlangen naar de Baldur’s Gates, Mass Effecten en Knights of the Old Republics van weleer. Gelukkig is Dragon Age: The Veilguard BioWare op z’n best.
Het is natuurlijk logisch dat we het ons afvragen. Kan Bioware ooit nog tippen aan die rpg-klassiekers? Tijdens het spelen van Dragon Age: The Veilguard hoor je die vraag bijna door de gangen van de studio galmen. Na de dieptepunten van Anthem en Mass Effect Andromeda – en een eerste poging om van Veilguard een multiplayergame te maken – is er Bioware alles aan gelegen om weer op het podium van rpg-meesters te krabbelen.
Zodoende gaat het terug naar waar de studio zo goed in is: een verzameling boeiende personages met emotionele verhalen die samenkomen om de wereld te redden, maar toch vooral om elkaar beter te leren kennen, persoonlijke problemen het hoofd te bieden en hier en daar wat speeksel uit te wisselen. En potverdorie, wat slaagt Bioware daar toch weer fantastisch in.
Waar Rook is, is vuur
The Veilguard is een groep van acht helden – jouw personage Rook plus zeven metgezellen – die de laatste hoop zijn in een wereld die wordt overspoeld door demonische krachten. Solas, die in de laatste uitbreiding van de vorige game (ingewikkeld verhaal) een eeuwenoude elfengod bleek te zijn, wil de sluier tussen deze wereld en een rijk vol monsters weghalen. Rook slaagt erin om zijn ritueel te verstoren en Solas vast te zetten, maar twee verwrongen elfengoden weten daarbij te ontsnappen. Zij storten hun verdorvenheid over de wereld uit, waardoor er maar één ding op zit: er alles aan doen om ze te stoppen.
Helaas is bovenstaande een beetje een nietszeggend verhaal dat de rest van de game vooral in de weg zit. Het is een strijd tegen een Groot Kwaad waar je geen greintje compassie voor kunt hebben, zonder ook maar een klein stukje grijs gebied. De twee goden zijn door en door slecht en de hele wereld is het er wel over eens dat ze gestopt moeten worden. Er zijn bar weinig politieke intriges te bekennen, geen organisaties waar je diplomatiek tussen moet laveren om iedereen richting het einddoel te krijgen.
Het hoofdverhaal wordt ook regelmatig slecht verteld. De game begint met een paar uur aan actievolle scènes die in een sneltreinvaart de plot aan je duidelijk moeten maken. Personages krijgen niet veel meer te doen dan het oplepelen van belangrijke verhaalelementen en roepen welke kant we nu weer op moeten rennen. Je zou als speler bijna gaan vrezen dat de personages in deze Bioware-game totaal zijn platgeslagen tot er geen greintje nuance meer over is.
Verliefd op de Veilguard
Houd vol, beste speler. Als je die eerste paar uur hebt overleefd, de titulaire Veilguard compleet is en je rustig van de gebaande paden struint, ontdek je een heerlijke groep helden om weer totaal verliefd op te worden. Oké, je party is misschien niet zo groot als in bijvoorbeeld Mass Effect 2, maar het is een genot om te constateren dat Bioware het niet verleerd is om gecompliceerde, gelaagde en realistische personages neer te zetten.
De zeven leden van de Veilguard zijn allemaal een bijzonder venster op de wereld van Thedas, dat met zijn talloze stammen en groeperingen altijd al heerlijk complex was. Hun verschillende achtergronden geven ze een uniek perspectief op de gebeurtenissen in het verhaal. Als je er de tijd voor neemt, vind je hier het beste schrijfwerk dat Bioware in tijden heeft afgeleverd.
Na elke missie, zelfs na elke zijmissie, hebben je bondgenoten namelijk telkens iets nieuws te vertellen in de Lighthouse, het hoofdkwartier van je verzetsgroep. Soms praten ze over niemanddalletjes, zoals wat er vanavond op het menu staat. Vaak hebben ze iets te zeggen over wat er net gebeurd is en welke keuzes jij hebt gemaakt. De elfen Bellara en Davrin zijn bijvoorbeeld geschokt dat ze ineens tegen hun eigen goden moeten strijden, wezens die tot voor kort vooral mythisch waren en nu de hele wereld bedreigen. Waar de nieuwsgierige Bellara graag meer wil ontdekken over het ontstaan van hun volk, haalt de nukkige Davrin zijn schouders op. Hij wil vooral de wereld redden, de rest komt later wel.
Persoonlijke verhalen beleven is het absolute hoogtepunt van de game. In die zijmissies help je je Veilguard-vriendjes om hun problemen op te lossen, zodat ze zich beter kunnen richten op de hoofdmissie. De necromancer Emmerich lijkt eerst bedoeld als komische noot, maar als hij vertelt over zijn bijzondere relatie met de dood, valt ineens de verborgen diepgang op. Hoogtepunt is de dwerg Harding, die terugkeert uit de vorige game. Tijdens haar zoektocht naar meer kennis over haar nieuwe krachten doet ze schokkende onthullingen over haar volk die haar wereldbeeld opschudden.
Het zijn dat soort persoonlijke ontwikkelingen die het spel bestaansrecht geven. Geen enkel personage is aan het eind van de game hetzelfde als aan het begin. Je maakt samen dingen mee, bespreekt alles wat je dwarszit en groeit samen verder als mens. Of dwerg, of elf, of Qunari. Je snapt het wel.
Het is jammer dat juist Rook zelf niet diezelfde diepgang wordt gegund. The Veilguard wordt een rpg genoemd, maar er valt niet echt een rol te spelen. Tijdens gesprekken krijg je altijd dialoogkeuzes voorgeschoteld, maar wat je ook kiest, Rook zegt vaak ongeveer hetzelfde. Zelfs de wat bozere optie leidt tot dezelfde reactie, maar dan ietsje norser. De tijd waarin je als Commander Shephard een journalist tegen de grond kon slaan, is in ieder geval voorbij.
Je moet trouwens ook vechten
Zo weet je dat dit een echte Bioware-rpg is geworden: pas na bijna 1000 woorden komen we in deze recensie aan de combat toe. De gevechten hebben een actievolle facelift gekregen en vloeien lekker door, zonder dat de actie verstoord wordt. Je kunt wel een cirkelmenu oproepen om je teamgenoten opdrachten te geven, maar dat kan ook via handige sneltoetsen, zodat je razendsnel door kan rammen. Alles ziet er flitsend uit en voelt heerlijk aan, zeker als je al die vaardigheden aan elkaar rijgt voor vernietigende combo’s.
Het is verder niet heel origineel, maar dat is niet erg. Denk aan de standaard pareeracties, vijanden die rood kleuren als je ze niet kunt blokkeren, of speciale supermoves die het scherm eventjes vullen met indrukwekkende effecten. Dankzij de verschillende samenstellingen van je team, krijgen de gevechten in ieder geval nog enige diepgang. Hun vaardigheden ontketenen allerlei verschillende combo’s, dus het is belangrijk wie je tijdens missies meeneemt. Echt tactisch wordt het nooit: denk eerder aan God of War dan aan Baldur’s Gate.
Het voldoet allemaal prima, al wordt deze stijl van vechten in een rpg van tientallen uren wel een beetje saai. In uur één van de game voer je dezelfde aanvallen uit als in uur vijftig, en waarschijnlijk ook nog eens tegen dezelfde soort vijanden. De combat kan bovendien wat klungelig aanvoelen, omdat je lock-on je vaak tegenwerkt. Als een vijand snel ontwijkt of teleporteert, verlies je je doel uit het oog en zit je ineens op aan andere tegenstander vastgeplakt. Vooral als je als magiër speelt en van afstand je aanvallen uitvoert, is dat nogal irritant.
Ook grafisch heeft Dragon Age een flinke make-over gekregen. De game is behoorlijk gestileerd en schuurt meer tegen een tekenfilm aan dan een fantasy-epos. Over het algemeen komt die stijl Veilguard ten goede, al blijft dat natuurlijk een kwestie van smaak. Vooral de steden zien er prachtig uit en voelen sprookjesachtig aan, maar ook de personages zijn aansprekend. Dankzij deze grafische stijl worden hun emoties goed overgebracht, zonder dat ontwikkelaars maanden hoefden te crunchen om al hun poriën te animeren.
Het enige jammere aan deze stijlkeuze, is dat de verschillende omgevingen een beetje op elkaar beginnen te lijken. Of je nou in de weelderige natuur rondloopt of in een griezelige tombe, het heeft allemaal dezelfde glanzende look. Dat haalt de nuance en diepgang een beetje uit de omgevingen. Zo’n eeuwenoude kerker ziet er bijvoorbeeld veel te glanzend uit om echt eeuwen oud te zijn.
For the mainstream!
The Veilguard is al met al een rpg voor de mainstream, een ‘blockbuster-ficatie’ van klassieke rollenspellen. Gevechten zijn flitsend en je hoeft er nooit al te diep over na te denken. Als je alleen de hoofdmissies doet, krijg je in zo’n 35 uur een hele serie Marvel-films aan spectaculair vermaak voorgeschoteld. Of dat een positief of negatief punt is, mag je zelf bepalen. Het is in ieder geval een gelikte rpg, waarin alles lekker doorvloeit en de game je zelden in de weg zit.
Wie in de optionele content duikt, vindt de oude Bioware-magie weer terug. Doordat personages telkens weer nieuwe dingen te zeggen hebben, voelen ze steeds meer als echte individuen. Dat is toch waar games als deze om draaien: vriendschappen smeden die de heetste vuren van wereldvernietigende proporties kunnen doorstaan. Deze Veilguard houdt zich daarmee fier staande tegen het geweld van een ongeïnspireerd hoofdverhaal.
Dragon Age: The Veilguard is nu verkrijgbaar voor PlayStation 5, Xbox Series X|S en pc. Voor deze recensie is de game getest op een PlayStation 5.
Het is Bioware weer gelukt: een groep personages maken waar we voor door het vuur zouden gaan. Het hoofdverhaal is ongeïnspireerd en de flitsende gevechten worden na tientallen uren wat sleets, maar onze liefde voor de Veilguard blijft overeind.
- Geloofwaardige en boeiende personages
- Flitsende gevechten
- Veel interessante zijmissies en persoonlijke verhalen
- Gelikt en goed afgewerkt
- Ongeïnspireerd hoofdverhaal zonder nuance
- Gevechten gaan vervelen