Review: Final Fantasy 7 Rebirth omarmt eindelijk de charme van het origineel
Twee keer zeven is scheepsrecht
Wat blijft het toch een wrede straf dat de remake van het bejubelde Final Fantasy 7 in drie stukken is geknipt. Nieuwe spelers moeten daardoor tot het tweede deel wachten om te ontdekken wat het origineel zo warm, betoverend, schokkend en soms domweg absurd maakte. Maar nu het eindelijk zover is, is de beloning des te groter.
Niet dat Final Fantasy 7 Remake geen geweldig spel was, maar het verhaal werd wel op bijna kolderieke wijze uitgerekt. De hele game behandelde slechts de eerste paar uur uit het origineel, waarin de groep avonturiers uit de futuristische stad Midgar ontsnappen om de achtervolging op slechterik Sephiroth in te zetten. Fans van het eerste uur zullen je vertellen dat de originele game daar eigenlijk pas écht begon.
Na de chaos in Midgar komen de helden op adem in een herberg en vertelt hoofdpersoon Cloud wat die Sephiroth nou eigenlijk dwarszit. De iconische flashback naar het wrede Nibelheim-incident is een perfecte manier om de game te beginnen. Het zet heel goed de basis van het verhaal neer: wie is de schurk, waarom zijn we boos op hem en hoe gaan we hem vinden? Het is zelfs een verrassend goed startpunt voor nieuwkomers die geen zin hebben om eerst Remake te spelen: met alleen het samenvattingsfilmpje kun je Final Fantasy 7 Rebirth prima volgen.
Het schrijfwerk valt daarbij te prijzen. De verleiding was na Remake ongetwijfeld groot om een soort allesomvattend epos te creëren, maar Rebirth gaat zowaar voor een subtiele aanpak. Het begin van de game legt een fascinerend mysterie op tafel, waar spelers zonder kennis van het origineel zich over kunnen verwonderen. En voor iedereen met uitgebreide kennis van Final Fantasy 7, schuilt er in datzelfde stuk een heel ander mysterie: waarom wordt dit nú al onthuld, en hoe zal het verhaal in Rebirth daardoor verschillen van het origineel?
De open wereld lonkt
Rebirth omarmt de charme van Final Fantasy 7 nu het groezelige Midgar achter ons ligt. Na de proloog trek je de wijde wereld in en krijg je het gevoel dat je eindelijk adem kunt halen. De velden buiten het dorp Kalm zijn groen, uitgestrekt en zitten vol leuke details. Het is geen gigantische ‘open wereld’ – het is dan ook geen openwereldgame – maar een redelijke lap grond om in rond te banjeren.
En het is pas de eerste van meerdere van zulke open stukken. De game is een soort roadtrip over de hele wereld, waarin je de bekendste locaties van het origineel bezoekt. Denk aan het terneergeslagen vissersdorp Junon, waar nu een gigantisch kanon van megacorporatie Shinra bovenuit torent, of de bizarre glamour van pretpark Golden Saucer, waar het je duizelt van de neonlichten en achtbaanritjes.
Rebirth is nog steeds overwegend een lineaire game, maar dankzij dit soort open gebieden voelt het minder beklemmend. De game is qua omgevingen ongekend afwisselend, zeker in vergelijking met Remake. Net als je denkt dat je alles hebt gehad, komt er weer een nieuw gebied bij met een prachtig dorpje om te verkennen. De game blijft maar geven: hoewel je het hoofdverhaal in zo'n veertig uur uit kunt spelen, ben je met alle optionele content wel een uurtje of honderd zoet.
De zijmissies zijn daarbij vrijwel allemaal leuk geschreven, een verbetering na de tergende sidequests van deel 16. Daarnaast barst de game bijna uit zijn voegen van de vele minigames. Ze zijn meestal niet heel diepgaand of verheffend, maar weten wel de absurdistische charme van Final Fantasy 7 te vangen. Zo kun je racen op een chocobo, moet je ondeugende moogles zien te vangen, kun je pingelen op een piano en worden de helden op magische wijze opgezogen door het bordspel/tower defense-game Fort Condor. Het nieuwe Gwent-achtige kaartspel Queen’s Blood steekt er met kop en schouders bovenuit als waardige opvolger van Triple Triad uit deel 8, en is diepgaand genoeg om als aparte game uitgegeven te worden.
Assassin’s Fantasy
Maar niet alle zijcontent is even geslaagd. De standaard activiteiten in de open gebieden voelen meer als bezigheidstherapie. Op Assassin’s Creed-achtige wijze activeer je letterlijk torens om activiteiten op je kaart vrij te spelen – een van de minst inspirerende dingen die je in een open wereld neer kunt zetten. Daarna moet je vooral naar die activiteiten toe lopen om op een knop te drukken, of een gevecht met wat sterkere vijanden af te handelen. Gelukkig kun je het allemaal ook gewoon overslaan.
Zelfs met zulke geestdodende activiteiten is het wel een genot om in die wonderlijke omgevingen rond te lopen. De game is prachtig – meestal. Sowieso draait Rebirth strak op 60 frames per seconde in de Performance-modus, maar daar moeten soms wel wat offers voor worden gemaakt. Af en toe wordt er gesjoemeld met de resolutie en de kwaliteit van textures. Daardoor kan de game zowel mooi als lelijk zijn, en soms zelfs tegelijkertijd, bijvoorbeeld als een ontzettend gedetailleerd personage tegen een pixelige muur leunt. Dat kan afleiden, maar wij hebben liever een weelderige wereld als deze dan een constante stroom aan fotorealistische beelden.
De bijbehorende soundtrack is van ongekende klasse. Natuurlijk komen veel nummers van het origineel voorbij en wellicht speelt er ook een vleugje nostalgie mee, maar de manier waarop alle muziek wordt ingezet is briljant. Motiefjes en patronen worden met elkaar verweven afhankelijk van de personages, locaties of situaties, die allemaal hun eigen stukje soundtrack hebben. Een gevecht in de open wereld wordt bijvoorbeeld vergezeld door de dringende en agressieve battle-muziek, maar als je goed luistert hoor je ook de tonen van de serene openwereldtrack erdoorheen lopen. Dat zou niet moeten werken, maar dat doet het wel.
Samen knokken
De suffige openwereldactiviteiten zijn wel een goed excuus om langer in de mooie omgevingen te vertoeven en te genieten van het geweldige vechtsysteem. Rebirth is slim genoeg om de combat uit Remake gewoon over te nemen en er niet al te veel aan te veranderen. De combinatie van realtime en turn-based werkt wederom bijzonder goed. Je slaat in actievolle gevechten om je heen en moet vijandelijke aanvallen goed ontwijken of blokkeren, om daarna de game te kunnen pauzeren en met precisie je skills en spreuken in te zetten.
De synergievaardigheden die Rebirth daaraan toevoegt, werken uitstekend als aanmoediging om te blijven wisselen tussen je vechters. Als alle leden je party genoeg moves hebben uitgevoerd, kunnen ze namelijk met elkaar een extra verwoestende skill inzetten. Die skills zijn niet alleen heel krachtig, maar verwennen je ook met een leuk fimpje waarbij je favoriete helden elkaar opzoeken op het slagveld.
De grootste vernieuwing in de gevechten is eigenlijk de komst van nieuwe personages als Yuffie (uit de Intergrade-dlc), Red XIII en de robotkat Cait Sith. Ze hebben allemaal hun eigen vechtstijl die je onder de knie moet krijgen en waaraan je je speelstijl moet aanpassen. Red XIII laadt bijvoorbeeld zijn speciale vaardigheid op door veel aanvallen te blokkeren, waarna hij extra verwoestend uit kan halen. Als je normaal meer ontwijkt dan blokkeert, moet je met Red dus ineens je patronen uit het raam gooien.
Het blijft bijzonder om te zien hoe elk personage echt anders speelt tijdens de gevechten. Dat vraagt veel flexibiliteit, omdat je meestal snel tussen je vechters wisselt als je het meeste uit hun afzonderlijke krachten wilt halen. Vaak kun je zelf kiezen met welke drie groepsgenoten je de strijd aan wilt gaan, maar op sommige momenten worden ze door het verhaal van elkaar gescheiden. Dan moet je toch echt leren hoe die nieuwe knokkers het best tot hun recht komen.
Ook verhaaltechnisch schudt de komst van nieuwe vrienden de boel aardig op. Waar de Midgar-groep hecht is en door trauma’s is gesmeed, moeten ze nu ook leren om nieuwe mensen te verwelkomen en te vertrouwen. Rebirth laat zien waarom personages als Aerith, Barret, Tifa en ja, zelfs die nukkige Cloud door een hele generatie gamers in het hart zijn gesloten. In Remake was daar nauwelijks ruimte voor: het vertelde zo’n klein deel van het verhaal, dat er amper tijd was voor karakterontwikkeling. Nu is die wel, en de achtergronden en motivaties van meerdere personages worden op emotionele wijze uitgediept.
Kabbel en babbel
Het gevolg is wel dat het hoofdverhaal van Rebirth wat kan kabbelen en hier en daar nog steeds uitgerekt aanvoelt. Dat komt voor een deel omdat het nog steeds de lineaire stukjes met verplichte puzzels niet van zich heeft afgeschud. Zoek een hendel die het water laat stijgen, zodat je naar de overkant kan zwemmen: segmenten als dit komen gelukkig minder voor dan in Remake, maar halen nog steeds af en toe het tempo omlaag.
De grootste boosdoener is echter dat dit de tweede akte is, van een verhaal dat niet is geschreven om in drie delen te verschijnen. Waar Remake de beginselen neerzette, draait nummer twee vooral om de reis die daarop volgt. Zonder iets weg te geven, kun je natuurlijk al concluderen dat de afsluiting van het verhaal pas in deel drie zal volgen. Rebirth zit daardoor in een gekke limbo: het kan niet al te veel van het verhaal onthullen, want dan blijft er niks meer over voor deel drie.
Voor veel diehard fans zal het overkoepelende verhaal juist dé reden zijn om naar deze game uit te kijken, zeker nadat het einde van Remake ons in verwarring achterliet. Zij zullen uiteindelijk niet worden teleurgesteld, want er worden genoeg antwoorden gegeven op prangende vragen. Tegelijkertijd worden er ook intrigerende nieuwe vragen opgeworpen die het wachten op het derde deel ondraaglijk maken.
Final Fantasy 7 Rebirth is vanaf 29 februari verkrijgbaar op PlayStation 5.
De roadtrip van Final Fantasy 7 Rebirth is betoverend en geweldig geschreven, slingerend tussen emotionele en absurde momenten. De gevechten blijven geweldig en de soundtrack is overweldigend, maar het zijn vooral de charmante omgevingen en personages die van Rebirth een triomf maken. Elke locatie die je aandoet, voelt als een kleine vakantie met je beste vrienden.
- Warme personages worden goed uitgediept
- Avontuurlijke en afwisselende wereldreis
- Enorm gul met content
- Fenomenale soundtrack
- Geweldige combat wordt slim uitgebreid
- Activiteiten in open wereld zijn matig
- Hoofdverhaal kabbelt een beetje