Het fictieve dorpje Redfall is overspoeld door vampiers en de overgebleven bevolking heeft zich óf aangesloten bij sektes die hen aanbidden, óf zit verschanst in een van de laatste veilige locaties. Toch zijn de vampiers niet het grootste probleem waar Redfall mee te kampen heeft.
De game barst namelijk van de slecht doordachte keuzes en ongeïnspireerde ontwerpen. Dat is frappant als je bedenkt dat deze studio, Arkane Austin, eerder Dishonored en Prey ontwikkelde. Het échte Arkane-dna treedt sporadisch naar buiten, maar tegen die tijd is het kwaad al geschied.
Identiteitscrisis
Het grootste probleem is dat Redfall probeert een singleplayer- en multiplayergame in één te zijn, maar op beide fronten enorme steken laat vallen. In de kern is Redfall een typische looter shooter, waarin je vanuit een veilige uitvalbasis steeds korte missies onderneemt in het gelijknamige stadje om zo de vampiers uit te schakelen.
Op papier is het vooral een multiplayergame. Zo kun je kiezen uit vier verschillende personages, die allemaal hun eigen speciale krachten hebben. Jacob kan bijvoorbeeld een bovennatuurlijke sniper oproepen en de omgeving scouten met een raaf, terwijl Layla met telekinetische krachten een schild kan optrekken. Het is allemaal niet heel extravagant, maar tot zover voldoende.
Het schoentje knelt echter bij de progressie. In Redfall worden voltooide missies alleen toegeschreven aan de host. De rest verdient wel wapens, xp en het hele circus, maar boekt dus geen progressie in het verhaal. Daardoor wordt je praktisch gedwongen om de gehele game van begin tot eind met dezelfde party te spelen. Het is onbegrijpelijk dat Arkane daar geen oplossing voor heeft gevonden, aangezien ze daarvoor alleen maar naar genregenoten hadden hoeven kijken.
Daar komt bij dat Redfall merkwaardige aan coöp gerelateerde bugs heeft. Er liggen bijvoorbeeld overal briefjes en boeken die je kunt lezen. Als iemand in jouw sessie een briefje al heeft gelezen, gebeurt het regelmatig dat jij het briefje niet meer kunt openen. Dan kun je het bericht wel terugvinden in je menu ergens, maar wie neemt daar dan de tijd voor tijdens een coöppotje?
Als singleplayergame is Redfall niet veel beter, want dan heb je juist heel veel ‘last’ van het feit dat het spel bedoeld is als multiplayergame. Nog buiten de overweldigende eindbazen zijn er tal van praktische zaken die hun oorsprong vinden in de multiplayeropzet. Het is bijvoorbeeld een beetje raar dat je personage van alles in het luchtledige roept. Pas echt onhandig is dat je de game geen moment kunt pauzeren. Als je in de menu’s zit, blijft de wereld doorgaan en ben je dus kwetsbaar. Vooral omdat niemand op jou kan passen.
Niet dat het erg is als je doodgaat, want ook dan gaat de wereld door. De game herstart dus niet bij een vorige checkpoint, je wordt alleen verplaatst naar het dichtstbijzijnde spawnpunt. Vanuit daar hoef je maar een stukje te lopen om je strijd onvermoeid voort te zetten. Je hoeft dus echt totaal niet op je hoede te zijn voor bijvoorbeeld boobytraps. Als de hele zwik afgaat en je om het leven komt bij de explosie, loop je gewoon terug naar de locatie en zijn alle explosieven (en met wat geluk zelfs een aantal vijanden) lekker opgeruimd.
Ondode boel
Goed, Redfall is Arkane’s eerste coöperatieve game, dus wellicht zouden zulke ontwerpfouten te vergeven zijn als ze hun ware kracht wél tonen. Helaas is dat niet het geval. De studio, die de prachtige werelden van Dishonored en Prey vormgaf, slaat ditmaal de plank mis met een generiek dorp waar maar weinig te beleven valt.
Slechts sporadisch sijpelt door dat Arkane echt wel weet hoe het een goede game maakt, met toffe omgevingen die je even stil laten staan en om je heen laten kijken. Maar het merendeel van Redfall bestaat uit generieke huisjes met dezelfde inrichting – als je überhaupt al naar binnen kunt. Verder heeft Redfall een overdaad aan briefjes die in coöp dus allerlei problemen geven, maar ook niet erg boeien. Alsof ze met ChatGPT in de weer zijn geweest om opvulsel te schrijven.
De grafische stijl van Redfall is fraai en heeft - net als eerder werk van Arkane - subtiele cel-shaded invloeden, maar wordt ontsierd door technische malheur. Zoals bekend draait de game op Xbox Series X uitsluitend op 30 fps, maar dat zou nog tot daar aan toe zijn als de framerate stabiel was. Zeker als vampiers teleporteren, verandert de game tijdelijk in een diashow. Op de rustigere momenten wanneer de game wel stabiel loopt, wordt Redfall bovendien geplaagd door een overdaad aan pop-in. Op de Series S is de ervaring overigens vergelijkbaar, alleen dan logischerwijs in een lagere resolutie.
Staak het vuren
Is er dan niets positiefs te melden? Toch wel: het schieten voelt verrassend goed. Dat is niet onbelangrijk, want zoals het een goed shooter looter betaamt bestaat de game nou eenmaal vooral uit schieten, schieten en nog eens schieten.
Vaak is het ongrijpbaar waarom een schietspel zo lekker voelt. Ook bij Redfall is het moeilijk de vinger er exact op te leggen. Redfall is weliswaar niet zo snel en responsief als competitieve schietspellen, maar wie games als Prey of recenter nog Deathloop heeft gespeeld, weet dat er een bepaalde charme zit in het hanteren van grote wapens die zwaar aanvoelen. Deze wapens hebben echt impact. Daarnaast is het wapenarsenaal goed gebalanceerd. Met een sniper kun je een heel andere strategie hanteren dan met een shotgun. Als kers op de taart zijn er ook nog wat originelere schietijzers te vinden, zoals een wapen dat houten staken afvuurt.
In je eentje kun je al drie wapens tegelijk dragen, waardoor je je prima kunt bewapenen tegen de meeste situaties. Toch merk je ook hier weer dat de game vooral bedoeld is als coöperatieve game, waarin iedereen andere wapens kiest en elkaar aanvult. Uiteindelijk is alles leuker met vrienden en Redfall is daar geen uitzondering op, maar laten we verder niet omheen draaien: er zijn genoeg betere, leukere coöpgames te vinden om je hoektanden in te zetten.
Redfall is nu beschikbaar voor Xbox Series X en S en pc. Voor deze review is de game getest op Xbox Series X en S.
Redfall voldoet bij lange na niet aan de standaard die we van Arkane Studios gewend zijn. Het spel zit verrassend ondoordacht in elkaar, weet maar sporadisch de fantasie te prikkelen en loopt technisch ook nog eens ondermaats. De game schiet oké weg en heeft een aantal toffe wapens, maar daar is alles mee gezegd.
- Schieten voelt goed, toffe wapens
- Weet single- noch multiplayergame te zijn, fantasieloze wereld, framerate en pop-in om van te huilen