De eerste keer dat ik het geluidje hoorde, wist ik dat ik in de problemen zat. Je kent het wel, dat swoesjende geluidje in Diablo wanneer je een kist openmaakt en de buit door de lucht vliegt. Een geluid vol mogelijkheden.
Dat geluid is de essentie van Diablo, die fractie van een seconde waarin alles nog mogelijk is en je niet kunt wachten om te zien wat voor spullen je mag oprapen. Als je echt geluk hebt, wordt het gevolgd door een nóg mooier geluid: het herkenbare 'ting' van een legendarisch wapen dat de grond raakt.
Ik had al een paar jaar geen Diablo meer aangeraakt, maar bij het horen van dat geluid in Diablo 4 wist ik het: de game heeft me helemaal te pakken. Diablo kan je als geen ander motiveren om door te spelen om zo een steeds betere uitrusting samen te stellen, steeds coolere skills te ontgrendelen en steeds moeilijkere bazen te lijf te gaan. Dit vierde deel slijpt dat verder aan tot een onweerstaanbare gameplayloop.
Het is een heerlijk feest van een oneindige stroom aan vijanden en interessante vaardigheden om op ze los te laten. Diablo voelt soms misschien als hersenloos klikwerk, maar vooral op hogere moeilijkheidsgraden heb je echt tactiek nodig. Zeker als je met meerdere mensen tegelijk speelt, tover je het hele scherm vol met wervelwinden, vuurballen, skeletten of aardverschuivingen.
Klasse die klassen
Je begint je reis door een van de vijf klassen te kiezen, archetypes die de avonturier in jou aanspreken. Of je nou gaat voor de Barbarian, Druid, Rogue, Necromancer of Sorcerer, middels de skill tree kun je je personage helemaal aan je eigen speelstijl aanpassen. De keuze tussen deze vaardigheden is beter dan ooit, omdat het veel flexibiliteit biedt zonder je téveel vrijheid te geven.
Mijn druïde is bijvoorbeeld een behoorlijke krachtpatser. Met elke normale klap verandert hij in een beer, wat hem ook nog extra levenspunten oplevert. Hij wordt omringd door een wervelwind die hij af en toe naar buiten kan laten blazen om vijanden weg te duwen. Hij tovert losse wervelwinden die door monsters heen razen en hij kan als een beer een paar meter naar voren denderen om vijanden onder zijn poten te verpletteren. Bovendien heeft hij twee trouwe wolven naast zich lopen, die hij op elk moment op een tegenstander af kan sturen.
Het was een enorm genot om met mijn held door hordes monsters heen te stampen. Wat het nog leuker maakt, is dat ik voor elk van bovengenoemde vaardigheden ook drie of vier andere keuzes had. Misschien wil jij bijvoorbeeld geen wolven, maar raven die boven je hoofd vliegen. Of wellicht wil je liever een bliksemstorm oproepen, een muur van rotsen om je heen toveren of zelf in een wolf transformeren. Elke klasse zit op die manier bijzonder goed in elkaar, met zeker vier of vijf werkbare builds om voor te gaan.
Elke keuze voelt daarbij ook veel gewichtiger. In Diablo 3 kon je op elk moment van vaardigheid wisselen, maar in deel 4 zit daar een prijskaartje aan. In het begin hoef je nog niet zoveel goud neer te tellen om een skill te 'respeccen' en een andere keus te maken, maar later gaat dat toch een behoorlijke zak geld kosten. Je hoeft tijdens de eerste levels dus niet bang te zijn voor een foute keus, maar moet uiteindelijk wel een duidelijke beslissing maken.
Dat lijkt misschien beperkend ten opzichte van het vorige deel, maar het zorgt ervoor dat je je veel meer verbonden voelt met je personage en zijn of haar vaardigheden. Je kunt bovendien niet meer vlak voor een eindbaas al je AoE-skills uitzetten, dus je moet echt een uitgebalanceerde build maken. Het is een perfecte balans tussen de vrijheid om een foute keuze te maken en de dwingende hand om zelf een goede tactiek te verzinnen.
Buit-engewoon goed
Ook de grote hoeveelheid loot is verbeterd op een manier die niet voor de hand lag. Diablo 3 zat vol met sets van geweldige wapens en pantsers, die je kon combineren voor extra kracht. Dit leek heel cool, maar had ook een groot nadeel: sommige sets waren duidelijk de allerbeste, en dus wilden de meeste spelers ook alleen die sets hebben. Dat biedt niet veel flexibiliteit.
Diablo 4 kiest er niet voor om uitrusting nóg cooler en sterker te maken, maar schaalt juist terug en maakt het flexibeler. Je kunt vrijwel alles wat je vindt verbeteren bij een smidse, eigenschappen van elk stuk uitrusting wijzigen of zelfs zeldzame voorwerpen omtoveren tot legendarische stukken uitrusting met bijzondere vaardigheden die je zelf kiest. De keuze is dus niet meer alleen: is dit nieuwe wapen beter of slechter dan wat ik nu gebruik? Maar ook: kan ik dit nieuwe wapen nog beter maken, zodat ik er toch wat aan heb? Pas op de hogere moeilijkheidsgraden kom je nu unieke voorwerpen tegen die wat extra kracht bieden, en zelfs die hebben vaak beperkingen, waardoor de 'ultieme' build niet zomaar uit te schetsen is.
Grimdark
Een verandering die gelijk in het oog springt, is de duistere stijl van dit nieuwste deel. Sommige fans schrokken van de kleurrijke omgevingen in Diablo 3, al was ik daar niet een van. Sterker nog, ik vind al die duisternis niet per se een vooruitgang.
De game is overigens wel prachtig en de nieuwe stijl komt vaak goed tot zijn recht. Omgevingen zitten vol met details, die vaak ook nog kapot kunnen. Vooral de belichting komt goed tot zijn recht, met lantaarns die in de wind heen en weer wiegen en de donkere straten in een weifelend licht baden.
De gotische stijl bedekt de hele game echter wel met een zware deken van dofheid, waardoor alles ook een beetje hetzelfde voelt. Sowieso zijn de omgevingen weinig creatief en lijkt het vooral een opsomming van hangplekken voor gothics: een duister grasveld, duistere grot, duistere woestijn, duistere sneeuwvlakte, een kasteel dat in brand staat, maar alsnog duister is. Ik werd nergens geprikkeld door iets nieuws. Het zijn toch vooral plekken die we ook in vorige Diablo's hebben gezien.
Ook het verhaal is niet bijster indrukwekkend. Een stel dwazen roept Lilith op, de dochter van Mephisto, die een sinister plan heeft om krachtiger dan ooit te worden. De rest van de game loop je haar vooral achterna, zodat je haar nooit echt tegenkomt en steeds te laat bent om ergens in te grijpen. Je krijgt het vooral aan de stok met de nasleep van haar plannen en de monsters die ze heeft opgeroepen.
Normaal gesproken zou ik zeggen: als je Diablo speelt voor het verhaal, doe je het verkeerd. Maar deel vier legt er juist extra nadruk op, met veel meer tussenfilmpjes en dialogen. Dat is soms best aardig gedaan, met een aantal emotionele momenten, maar de engine van de game kan het eigenlijk niet dragen. De camera is gemaakt om ver boven de actie te hangen, niet om in te zoomen op iemands gezicht.
Het gevolg is dat sommige filmpjes best wel lelijk zijn. Ze steken in ieder geval schril af bij de cgi-intro van de game, die zo mooi is dat hij in de bioscoop had kunnen draaien. Er zijn een hoop tussenfilmpjes waar duidelijk meer aandacht aan is besteed, maar in gewone conversaties zijn personages soms houterig en omgevingen ineens veel lelijker van dichtbij.
Error 37?
De andere grote aanpassing: Diablo 4 is een online game. Dat pakt wisselend uit, en is een beetje afhankelijk van je gamesmaak. Sowieso weten we nu nog niet hoe goed de servers dat gaan houden, maar dat zal in ieder geval op de langere termijn wel goedkomen. Een groter minpunt is dat de game niet op pauze kan. Dat is heel irritant als je net in een kerker bezig bent en de deurbel gaat, of je kat op het tapijt kotst. Aangezien je op elk moment aangevallen kunt worden, voel je je alleen in dorpjes veilig genoeg om even naar de wc te gaan.
Positief is dat de open wereld daardoor veel socialer voelt. Overal zie je andere spelers rondlopen in dorpjes, of je komt ze tegen bij een van de willekeurige events op de kaart. Het voelt goed om dan even samen de strijd aan te gaan, een pittige uitdaging te overwinnen en dan weer je eigen pad te kiezen. Al kun je natuurlijk altijd vrienden worden of je bij elkaars clan aansluiten.
Diablo 4 is in je eentje al een genot, maar zeker met meerdere spelers in een groep van maximaal vier komt de game echt tot zijn recht. Het samenspel tussen de verschillende klassen en de effecten van al die verschillende vaardigheden die over het scherm razen: het is een genot om naar te kijken én om te besturen.
Diabolisch slim
Diablo 4 is een gigantische game, met meer elementen dan we in één review kunnen beschrijven. Het knapste is hoe de game een oplossing lijkt te vinden voor alle kleine problemen die je spelervaring zouden kunnen verpesten.
Naast eerder genoemde slimmigheidjes rond loot en het respeccen van builds, doet het bijvoorbeeld erg zijn best om de open wereld behapbaar te maken. Overal vind je kerkers, zijmissies en kelders vol monsters, maar je hoeft natuurlijk lang niet alles af te gaan. Optionele dungeons leveren echter wel legendarische vaardigheden op die je op je uitrusting kunt craften. Op de kaart kun je gelukkig zien welke skill je in welke dungeon vindt, zodat je niet uren verdoet in kerkers om vervolgens alleen vaardigheden te krijgen die je met jouw klasse niet kunt gebruiken.
Tegelijkertijd weet de game je wel te motiveren om meer tijd door te brengen in de open spelwereld. Elk ontdekte gebied en elke voltooide missie of kerker vult een beloningsmeter, waarmee je voor die regio van de wereldkaart cruciale spullen vrijspeelt. Denk bijvoorbeeld aan extra vaardigheidspunten of meer XP, maar ook een extra gezondheidsflesje die je altijd bij je draagt. Zo word je constant aangemoedigd om van het pad af te dwalen en de optionele dorpjes, personages en kerkers op te zoeken.
De game zit vol met dit soort elementen. Net wanneer je het gevoel krijgt dat de open wereld wel erg groot en moeilijk te navigeren wordt, krijg je bijvoorbeeld een paard tot je beschikking om er wat sneller doorheen te racen. Je kunt een pin op je kaart zetten, waarna automatisch de snelste route om daar te komen op je minimap wordt getoond. Sowieso kun je op elk moment naar elk dorpje waar je bent geweest teleporteren, je inventaris leegverkopen en daarna weer teruggaan naar waar je was gebleven. Het zijn allemaal elementen die de frictie van deze soms overweldigende game verlagen en het eindeloos speelbaar maken.
Grote vraagtekens
Natuurlijk is een game als Diablo 4 lastig te recenseren. Ik heb er nu rond de vijftig uur in gestoken en net even geproefd van de endgame, waarin je steeds op hogere moeilijkheidsgraden nieuwe dungeons en andere uitdagingen voltooit. Ik heb daar een stevige basis gezien om de game nog tientallen uren door te willen blijven spelen, maar mijn speeltijd is alleszins te weinig om te weten of dit honderden uren leuk en uitdagend blijft, laat staan of alle klassen in hun ultieme vorm op level 100 goed gebalanceerd zijn. Het eerste seizoen begint bovendien pas in juli, dus ik kan jullie niet vertellen of de aangekondigde Battle Pass met cosmetische voorwerpen het spelplezier verpest.
Wat ik wel weet, is dat Diablo 4 een ongekend goed fundament neerlegt waar fans de komende jaren weer volop mee aan de slag kunnen. De game lijkt nog beter in balans, loot is op een slimme manier aangepast en je helden en uitrusting voelen persoonlijker, omdat je meer moet nadenken over je build.
Na vijftig uur heb ik afscheid moeten nemen van mijn druïde, omdat de voortgang vanuit de recensieserver niet wordt meegenomen. Dat is natuurlijk een luxeprobleem voor iemand met mijn baan, maar het doet me oprecht pijn dat ik hem niet meer terugzie. Ik mis hem nu al. Dat had ik nooit verwacht van een Diablo, die ik normaal gesproken toch tientallen keren opnieuw doorkruis met steeds een nieuw personage. Een groter compliment kan ik de game niet geven.
Diablo 4 verbetert op veel vlakken, maakt jouw keuzes weer belangrijk en geeft je personages die je helemaal eigen kunt maken. Dit is een uitstekende basis waar Diablo-fans weer jaren zoet mee zijn.
- Heerlijke en flitsende gevechten
- Gewichtige keuzes in personageontwikkeling
- Loot voelt goed gebalanceerd
- Open spelwereld die nieuwsgierigheid beloont
- Slimme oplossingen voor alles dat irritant kan zijn
- Spel kan niet op pauze
- Verhaal en omgevingen stellen wat teleur