Rechtszaak tegen Sony vanwege PlayStation Store-prijzen mag doorgaan
Dit kan het bedrijf tot wel 5,7 miljard euro kosten
Een massaclaim tegen Sony vanwege de commissie die het bedrijf vraagt op de PlayStation Store vindt doorgang in Groot-Brittannië. Dit kan het bedrijf mogelijk tot wel 5,7 miljard euro kosten.
Vorig jaar kondigde consument Alex Neill aan Sony namens 8,9 miljoen PlayStation Store-gebruikers uit Groot Brittannië aan te willen klagen. Hij claimt dat Sony zijn machtspositie inzet om de prijzen en regels in de PlayStation Store te bepalen en dertig procent commissie voor games en dlc in die winkel rekent. Ontwikkelaars hebben geen alternatieve manier om deze digitale games te verkopen en die commissie te ontlopen, en volgens Neill betalen consumenten door deze commissie teveel. Hij wil dat Sony tot 562 Britse pond per klant betaalt, wat kan oplopen tot 5 miljard pond, oftewel zo'n 5,7 miljard euro.
De Britse Competition Appeal Tribunal (CAT) heeft nu toestemming gegeven voor de massaclaim, waardoor de rechtszaak door mag gaan. Eerder claimde Sony nog dat de rechtszaak niet plaats kon vinden omdat het geen kans van slagen had, maar het bedrijf heeft volgens het beroepshof niet aangetoond dat het niet op redelijke gronden is gebaseerd.
Het is binnen de game-industrie gebruikelijk dat ontwikkelaars en uitgevers bij zowel fysieke als digitale games een commissie betalen aan consolehouders om hun spellen op deze systemen uit te brengen, en dat er maar één digitale winkel per console beschikbaar is die wordt gerund door het bedrijf achter dat systeem.
Aan de andere kant kijken vooral Europese leidinggevenden steeds scherper naar dit soort zaken. Zo is de Digital Markets Act in het leven geroepen, waardoor op apparatuur van bijvoorbeeld Apple en Google vanaf 1 mei 2024 verplicht winkels van concurrenten toegelaten moeten worden. Apple wil hierom in hoger beroep gaan, om zo te vermijden dat andere bedrijven een digitale winkel op Apple-apparatuur kunnen openen.