God of War Ragnarök wilde ik maar niet uitspelen
In deze rubriek vertellen Gamer.nl-redacteuren over de game die het afgelopen jaar de meeste indruk op ze heeft gemaakt. Vandaag: Lars met God of War Ragnarök.
Normaal gesproken ga ik best rap door games heen. De combinatie van veel games willen spelen en weinig tijd hebben, zorgt ervoor dat ik maar zelden de tijd neem het onderste uit de kan te halen. Vooral openwereldgames zijn vaak het kind van de rekening. Dat gold niet voor God of War Ragnarök. Niet alleen heb ik die game voor de volle honderd procent uitgespeeld, ik probeerde er ook nog eens zo lang mogelijk over te doen.
Deels komt dat doordat God of War gewoon heel erg leuk is om te spelen. Of althans, het vechten is heel leuk. Puzzels zouden wellicht ook leuk zijn als Freya en Mimir eens hun mond hielden. Het vechtsysteem is daarentegen zó strak, responsief en bevredigend, dat ik er maar geen genoeg van kreeg. Ik zocht dan ook graag uitdaging in de zwaardere vijanden en challenges, waarin mijn vaardigheden tot het uiterste werden gedreven. Alleen daardoor al speelde ik Ragnarök veel langer dan ik aanvankelijk had verwacht.
Ongekend uitstelgedrag
Toch komt de échte reden voort uit het vorige deel. De voorspelling die we aan het einde van God of War uit 2018 zagen, heeft zich de afgelopen jaren in mijn brein gemanifesteerd en hing als een donkere wolk boven deze game. Maar hoewel ragnarök onvermijdelijk is, zijn zelfs de personages zich ervan bewust dat er niks gebeurt zolang zij bepaalde acties niet ondernemen. In veel games lijkt er altijd flinke haast geboden te zijn wanneer er veel op het spel staat, waardoor het onlogisch aanvoelt om allerlei zijmissies te ondernemen. In God of War is het juist de bedoeling om alles langzaam te doen. Zo interpreteerde ik het. Dat ontketende uitstelgedrag in mij zoals ik dat sinds de middelbare school niet meer heb ervaren.
©GMRimport
Hoofdmissies doen? Mij niet gezien! Eerst nog even wat raven kapotslaan of boekjes zoeken. Mijn drang om het onvermijdelijke einde zo lang mogelijk uit te stellen, sloeg om tot een zeldzame obsessie. Methodisch speelde ik de game 100% uit. De afgelopen weken was het God of War waar ik mee opstond en mee naar bed ging. Op werk dacht ik vast na of ik straks naar Alfheim zou gaan, of Midgard verder zou verkennen. In bed mijmerde ik over The Crater in Vanaheim, met voorsprong het meest intrigerende gebied in de game en eigenlijk één grote puzzel. Ik moest en zou elke locatie bezoeken en elk geheim ontrafelen voordat ik van mijzelf verder mocht met het verhaal.
Op een gegeven moment was zelfs Mimir door zijn verhalen heen en zat hij stilzwijgend in het bootje als ik voor de zoveelste keer de rivieren van Svartalfheim of Vanaheim op en neer peddelde om nog even een vergeten kistje te zoeken. Ook daaruit bleek dat het einde naderde.
Matig einde zonder nare nasmaak
Daar was uiteindelijk geen ontkomen aan. Games zijn er om uitgespeeld te worden, elk verhaal moet een einde krijgen. Dat einde viel me aanvankelijk tegen. Alle losse eindjes werden naar mijn mening slordig aan elkaar geknoopt in een veel te vluchtige climax, waardoor de voorspelde eindstrijd niet helemaal uit de verf kwam. Een matig einde kan voor mij met terugwerkende kracht een hele game verpesten, maar toch liet God of War Ragnarök geen nare smaak achter. Integendeel.
Hoe meer ik over het einde nadenk, hoe meer ik waardeer wat Santa Monica Studio met Kratos heeft gedaan. Als fan van het eerste uur leefde ik intens mee met de groei die Kratos heeft doorgemaakt. Kratos verloor in de Griekse games alles door een giftige mix van profetie en woede die elkaar zes games lang in stand hielden. Het is hem nu eindelijk gelukt die destructieve cyclus te doorbreken. Dat gun ik hem van harte.
©GMRimport
Niet perfect, wel tevreden
Na zo’n zestig uur sluit ik het spel dan ook tevreden af en leg ik de controller neer. Was God of War Ragnarök perfect? Nee, verre van. Ik hoef denk ik niemand nog uit te leggen hoe vervelend je kompanen kunnen zijn met hun onvermoeibare drang om open deuren in te trappen met opmerkingen als “gebruik je schild!” en te ‘helpen’ bij puzzels door de oplossing in je gezicht te schreeuwen. Het einde voelde zoals gezegd gehaast en tam aan. Maar desondanks – of zelfs daardoor – is het wel een einde dat niet alleen het Noordse hoofdstuk van God of War afsluit, maar ook voelt als afronding van Kratos als personage.
Bij mij overheerst het gevoel dat Kratos, een van mijn favoriete personages aller tijden, nu eindelijk de verlossing heeft die hij verdient. En dat mede dankzij mijn eindeloze uitstelgedrag, dat binnen deze context volledig aanvoelt als canon. Imperfect of niet, dat maakt God of War Ragnarök mijn game van het jaar.
God of War Ragnarök is verkrijgbaar voor PlayStation 5 en PlayStation 4. Lees hier voorgaande artikelen uit de Favorieten van de Redactie-rubriek.