Header

Warhammer 40,000: Dawn of War 3 (hands-on)

Aurora belli aurum in ore habet

Zes jaar wachten we al op een nieuw deel in de geroemde Dawn of War-serie. De strategiereeks over de oorlogen in een grimmige, duistere toekomst kent een trouwe schare fans die nu eindelijk, zo is de hoop, op zijn wenken bediend wordt. Gamer.nl krijgt de gelegenheid om drie multiplayer-potjes lang te stoeien met de game en loopt weg met knikkende knieën.

De ontmoeting tu en het grimmige, maar kleurrijke Warhammer 40,000-universum en Relic Entertainments expertise op het gebied van strategiegames bleek in 2004 een gouden greep. Onder het spektakel van Deff Dreds die met cirkelzagen zwaar gepantserde Space Marines aan stukken scheurden, ging in Dawn of War een diepte schuil die zich kon meten met het destijds genre dominerende Starcraft: Brood Wars. Maar sinds de opmars van League of Legends en de zijnen is het zoeken naar strategiegames die het genre weer op de kaart weten te zetten.

If you can’t beat ‘em, join ‘em?

Dawn of War 3 is een kind van zijn tijd en de game speelt leentjebuur bij de concurrerende moba’s. De overwinning draait niet langer om het bezitten van een drietal Victory Points, maar om het vernietigen van een Power Core. Dit bouwwerk geniet bescherming van een tweetal Turrets, die gehakt maken van het kanonnenvoer waar je tijdens de beginfase mee opent. Deze Turrets worden op hun beurt weer beschermd door een schildgenerator.

Klinkt als het gebruikelijk verloop van games uit een niet nader te noemen genre, nietwaar? Maar voordat je nu “Heresy!” en “Purge the unclean!” brult, het blijft bij lenen. In de woorden van game director Phil Boulle: “We dachten niet bij onszelf ‘Oh, laten we moba’s nadoen’, maar we hebben gekeken naar wat werkt. Het geeft potjes een duidelijke progre ie en laat de speler zich richten op specifieke punten van het speelveld. Het is een natuurlijke evolutie van de Capture Points van onze eerdere games.”

Dawn of War 3 blijft verder opvallend dicht bij zijn wortels. Het bouwen van een basis – een bijna e entieel onderdeel van het real time strategiegenre – keert terug, na een afwezigheid in Dawn of War 2. Niet dat je nu hele steden uit de grond hoeft te stampen; de selectie blijft beperkt met drie productiegebouwen, een plaats om verbeteringen voor je troepen te bestellen en een speciaal gebouw met een functie die uniek is voor elk van de drie speelbare ra en.

De mysterieuze Eldar zijn bijvoorbeeld bijzonder bedreven in het manipuleren van energie en het gebruik van teleportatie. Als je vervolgens bij een belangrijk punt op de kaart een Webway Gate neerzet, kun je deze koppelen aan een van je andere constructies en eenheden vrijelijk en onmiddellijk over het veld verplaatsen. Nog mooier: de Gate kun je zelf naar een nieuwe locatie sturen, waarmee je de mogelijkheid creëert om diep in vijandelijk terrein aan te vallen en punten te veroveren die je extra grondstoffen opleveren, om daarna net zo snel weer te verdwijnen.

More Dakka!

Voor onze eerste strijd raadt Relic alle aanwezige journalisten aan om te beginnen met de Space Marines – een populaire keuze, ook bij het tabletopspel waar Dawn of War op is gebaseerd – en de brute, maar complexe Orks voor het laatst te bewaren. Als veteranen van de voorgaande games en ons bewust van de figuurlijke groenheid van veel aanwezigen gaan we voor de curvebal en kiezen letterlijk voor groen. Het blijkt een gok die ons bijna de kop kost.

In Dawn of War 3 is Scrap van groot belang voor de bloeddorstige Orks. Na schermutselingen met de tegenstander is er een kans dat er rommel op de grond blijft liggen. Voor het groene gevaar is zelfs de grootste rotzooi een kans voor een mooie upgrade. Raap met een groepje Orks wat schroot bij elkaar en hun pantsers krijgen er een laag bij en hun schietijzers doen meer ‘Dakka’. Nadat we enkele groepen Ork Boyz op deze wijze bewapenen, merken we dat onze tegenstanders in deze 2v2 het in eerste instantie opgeven. Dan maken we de fout om niet onze Elite-punten in te zetten.

Hoewel Dawn of War 3 teruggrijpt op het eerste deel van de reeks, is de game de focus op de helden van deel twee niet vergeten. Elk speelveld kent een of meer locaties die je kunt claimen voor een geleidelijke opbouw van Elite-punten. Hoe meer je hier van opspaart, hoe sterker de speciale eenheid is die je mag oproepen. Onze opmars komt tot een abrupt eind zodra Gabriel Angelos, aanvoerder van de Blood Raven Space Marines, zich mengt in de strijd. Zijn Orks verpletterende Thunder Hammer duwt de weegschaal in de verkeerde richting en wij moeten onze positie opgeven.

Terwijl we in onze basis onze wonden likken, maakt nu de tegenstander een fout. Ze richten zich netjes op de Shield Generators en weten zelfs een Turret te slopen, maar ze laten ons al die tijd rustig Elite-punten opsparen. We wachten geduldig af en gaan voor het summum van Ork-technologie: Beauty Da Morkanaut, een reusachtige lopende tank in de vorm van een Ork met alle Dakka die de Mekboyz maar konden vinden. Onze horde slaat verpletterend terug en geholpen door de even zo grote Imperial Dreadknight van onze bondgenoot drijven we de vijand terug naar hun basis. Daar begaan zij hun laatste tactische vergi ing en sturen hun eigen Dreadknights één voor één op ons af. Kort daarop knalt hun Power Core met een blauwe flits uit elkaar.

Stuivertje wi elen

Onze tweede ronde, deze keer met de Eldar, verloopt op vergelijkbare wijze, maar de laatste pot laat een mogelijk risico van deze kolo en zien. In tegenstelling tot de relatief eenvoudige overwinningen van hiervoor, nemen we het nu op tegen onze voormalige teamgenoot en we blijken aardig aan elkaar gewaagd. Spelend als de Space Marines winnen we de openingsfase met gemak tegen de Eldar, die een stuk minder Bolter-vuur in het gezicht kunnen hebben dan onze collega had voorzien. Onze Tactical Marines en Scout Squads zwermen over het speelveld en we verstevigen onze positie. In onze hoogmoed besteden we meer tijd aan het rustig doornemen van de vele mogelijkheden, in plaats van te profiteren van de initiële voorsprong. Tot onze grote schrik heeft de tegenpartij zijn tijd beter besteed en van grote afstand laat een Eldar Fire Prism de Space Marines nu alle hoeken van de kamer zien, terwijl ons antwoord op deze glazen kanonnen nog vergrendeld zit achter een dure upgrade van ons hoofdgebouw.

Met een mix van paniekerige Whirlwind-raketbarrages, wanhopige Predator-tankcharges en koortsachtig geplaatste ruimtelijke bombardementen weten we de Eldar staande te houden. Het initiatief ligt echter nog altijd bij de tegenstander, die zijn aanvankelijke numerieke achterstand heeft verholpen, met een schrikbarend grote Wraithknight voorop. Dit behendige gevaarte springt zonder morren op een paar tanks af en hakt ze met een zwaard in mootjes.

Wat volgt is een afwi eling van aanvallen op onze basis afslaan en het voorzichtig aftasten van vijandelijke concentraties, waarbij het ritme wordt bepaald door de speler die niet zojuist zijn supereenheid is verloren. Hierdoor maken wij ons enige zorgen of de speciale eenheden niet te krachtig zijn en het spel te veel bepalen. Daarentegen is het uiteindelijk onze ontdekking van een grote groep van nietsvermoedende Eldar-infanterie binnen bereik van onze artillerie die de doorslag geeft. Een succesvol gevecht onder dekking van onze Turret later verzamelen we alle Whirlwinds, Predators en Marines die de verdediging hebben overleefd en duwen door richting de basis van onze tegenstander.

Na een intense strijd van bijna een uur moeten we even bijkomen van dit laatste potje Dawn of War 3. De vraag blijft in de lucht hangen of de op moba’s geïnspireerde structuur en de Elites een snelle overwinning te veel in de weg staan, of dat de schuld bij onze onervarenheid ligt. We gaan met plezier nog tientallen keren het gevecht aan om het antwoord te vinden, want deze twijfel daargelaten is de multiplayer van Dawn of War ongemeen spannend. De toekomst mag volgens Warhammer 40,000 dan grimmig en duister zijn, die van Dawn of War 3 ziet er zonnig uit.

Warhammer 40,000: Dawn of War 3 verschijnt 27 april voor de pc.

Aanbevolen voor jou