Vr vrijdag: de meerwaarde van robots
Met de lancering van zowel de PlayStation 5 als de Xbox Series X (en hun kleinere, diskdriveloze broertjes) is de nieuwe consolegeneratie begonnen. Die nieuwe generatie lijkt erg op de vorige. Niet dat dat erg is, want nieuwe hardware met meer snelheid en meer kracht levert fijnere ervaringen op. Maar niet noodzakelijk nieuwe ervaringen.
De laatste echte innovatie op het gebied van gamen was virtual reality. Door opeens ‘in’ het spel te staan, met door de ruimte gevolgde controllers, zijn echt nieuwe manieren van spelen mogelijk. Maar is dat het eindpunt? Zijn er andere technologieën die wellicht op een of andere manier totaal nieuwe manieren van spelen mogelijk maken?
Er is een technologie, die net als vr, jarenlang alleen bestond in virtual reality, en waar veel mensen zich van afvroegen of het ooit een consumentenproduct zou opleveren. Die technologie is robotica. Games en robots zijn geen vreemden van elkaar, zoals NES-veteranen zich mogelijk herinneren. De eerste Nintendo-spelcomputer kon ‘samenwerken’ met het robotje R.O.B. Samenwerken is eigenlijk teveel eer voor dit plastic apparaat dat op lichtflitsen reageerde en zo in beweging kwam. Maar het was op dat moment toch een interessant concept, waarbij de virtuele en de fysieke wereld dichter bij elkaar kwamen. Maar hoe zouden ‘echte’ robots een rol in gaming kunnen spelen? Misschien is het interessant om eerst eens te kijken hoe ver we zijn met autonome robots.
©GMRimport
Skynet
Bedrijven als Boston Dynamics zijn steeds dichter bij het oplossen van een aantal belangrijke robotische problemen. De belangrijkste is het vermogen van de robot om zich autonoom te kunnen voortbewegen door de ruimte. De robot moet zelf zijn omgeving kunnen aftasten en om kunnen gaan met onverwachte omstandigheden. De video van de Boston Dynamics-robot die een paar flinke schoppen kreeg, ging een paar jaar geleden de wereld rond. Hoewel velen dit zagen als de eerste reden voor Skynet om uiteindelijk de mensheid uit te roeien (“dát is jullie straf voor het schoppen van mijn voorvader!”), was het natuurlijk een demonstratie van hoe de robot zich aanpaste aan een probleem. Want als een robot bij het minste of geringste omvalt en zich niet kan redden, is hij niet echt autonoom.
Dit probleem van autonoom bewegen en omgaan met verschillend terrein en eventuele, al dan niet expres veroorzaakte botsingen, is voor mechanische viervoeters al redelijk opgelost. De volgende stap is mensachtigen, oftewel androïden. En hoewel de technologie daar nog niet zover is, zou dat wellicht in de toekomst interessante mogelijkheden kunnen bieden voor spellen.
©GMRimport
Dan bedoel ik in dit geval niet games in de huiskamer. Hoewel ik niet uitsluit dat we ooit mensachtige robots kunnen kopen die helpen bij het huishouden, voorzie ik eerder mogelijkheden voor robots in toekomstige equivalenten van speelhallen en sportscholen.
Want hoewel je in games (en zeker in virtual reality) kunt spelen met en tegen kunstmatige tegenstanders, blijft werkelijke fysieke feedback uit. Een mensachtige robot, aangestuurd door de kunstmatige intelligentie van een computer, zou werkelijk spellen en sporten met en tegen mensen kunnen beoefenen.
Paper, rock, stone, lizard, Spock!
Een eerste primitieve voorbeeld hiervan is de Janken-robot, die in 2012 werd ontwikkeld door de universiteit van Tokyo. Deze robot speelt ‘steen papier schaar’ met een mens, maar wint altijd. Dat komt omdat de computer ziet wat jij als mens ‘gooit’ (papier verslaat steen, steen verslaat schaar, schaar verslaat papier) en toont zijn ‘tegenzet’ zo snel dat het tegelijkertijd lijkt (maar eigenlijk iets later is).
Dit spelletje is vooral een oefening in computerzien en de mechanische besturing van een hand. En aangezien de computer altijd wint, is het ook niet echt een leuk spel. Maar je zou een androïde bijvoorbeeld ook kunnen leren schermen, zodat jij als mens altijd een tegenstander hebt. Die schermrobot zou je verschillende moeilijkheidsniveau’s kunnen geven, gemodelleerd naar echte sporters. Zo zou je kunnen trainen en zelfs wedstrijden tegen de androïde kunnen spelen.
Dat geldt natuurlijk voor veel meer contactsporten, zoals karate of boxen, waarbij je altijd zelf bepaalt hoe goed of slecht de computertegenstander speelt, en je een extreem realistische (en dus waardevolle) training tegen de computer kunt hebben.
©GMRimport
Als we eenmaal dat niveau van robotica bereiken, is het een kleine stap naar hele nieuwe ervaringen waarbij we autonome androïden combineren met vr. Stel je een vr arcade voor, waar je met de bril rondkijkt in de wereld van je keuze. Maar de computergestuurde tegenstanders zijn niet alleen in vr aanwezig, maar ook fysiek in de vorm van androïden. De robots hoeven er ‘in het echt’ niet bijzonder realistisch uit te zien, maar vr ‘projecteert’ het realistische uiterlijk van een tegenstander of medestander op de plek waar de androïde is. Zo kun je deze figuur een hand geven (of een klap) en werkelijk voelen dat er iets (iemand) anders is.
Het zou in feite de vervolmaking zijn van de holodeckfantasie uit Star Trek, waarbij de omgeving net zo tastbaar is als in het echt, maar met de mogelijkheden die vr biedt.
Zoals gezegd zijn dit geen ervaringen die je in huis gaat halen. Het zouden echter zomaar attracties kunnen zijn in een pretpark of arcade, waar de strijd om aandacht altijd lijdt tot unieke ervaringen en vernieuwingen. En dankzij de combinatie van robotica en virtual reality zijn steeds andere verhalen en ervaringen mogelijk. De ene dag jaag je op zombies, de volgende verken je een kerker met je vrienden en eventueel een of twee androïden om de party compleet te maken. Androïden die eventueel zelfs bestuurd kunnen worden door mensen thuis, die via vr zo mee kunnen doen in een unieke combinatie van game en telepresence.
Unieke en tot nu toe ondenkbare avonturen wachten ons. Niet dat de PlayStation 5 en Xbox Series X niet cool zijn ofzo…