Valorant wordt ook nog gewoon een leuke game
Valorant domineert headlines. Om in aanmerking te komen voor de bèta moet je Twitch-streams bekijken, wat ervoor zorgt dat de game een recordaantal kijkers heeft. Daarnaast is er veel te doen rondom de gekoppelde anti-cheat-software, die toegang heeft tot de kernel van je pc. Gelukkig lijkt het ook nog gewoon een goede game te worden.
Het nieuws rondom anti-cheatprogramma Vanguard heeft veel wenkbrauwen doen fronzen – met name die van experts op het vlak van security. Ik ben allerminst een van hen, dus als je je zorgen maakt om Vanguard, verwijs ik je graag door naar de concullega’s van Ars Technica. Bij Ars Technica weten ze waarover ze praten, en zij maken zich zorgen over deze vorm van anti-cheat-software. Uiteindelijk moet eenieder voor zichzelf beslissen of Valorant de vermeende veiligheidsrisico’s waard is.
Dan zijn er nog de records op Twitch. Dat je toegang krijgt tot de bèta door Twitch-streams te bekijken is een slimme zet vanuit marketingperspectief. Aangezien onze Nederlandse pr-contact van Riot Games geen toegang voor pers kon regelen, heb ik echter zelf moeten ervaren hoe lang het verkrijgen van toegang tot de bèta werkelijk duurt. In mijn geval: 84 kijkuren. Sommige mensen krijgen veel eerder toegang, andere mensen veel later. Twitch-chats zijn dan ook veelal gevuld met frustratie rondom uitblijvende toegang.
Het grootste nadeel is echter dat deze strategie werkt: de bèta van de game verbreekt menig Twitch-record. Dat betekent dat je er vergif op kunt innemen dat andere games en bèta’s dit ook gaan doen. Het doet toch verlangen naar simpelere tijden.
©GMRimport
Meer Counter-Strike dan Overwatch
Valorant zelf (er is immers ook nog een game) wordt veelal omschreven als een combinatie tussen Counter-Strike en Overwatch. Die omschrijving geeft echter een vertekend beeld van de verhoudingen. Deze game is ongeveer 80 procent Counter-Strike en 20 procent Overwatch. Er zijn personages met speciale krachten die ook speciale rollen in het team hebben, maar verder is deze game gewoonweg Counter-Strike zoals je die game inmiddels al jaren gewend bent.
Dat betekent dat je sneller rent als je een mes vasthoudt, dat je je wapens en schild koopt aan het begin van iedere ronde, dat je korte rondes, maar lange matches speelt, dat je soms moet beslissen om te overleven zodat je je uitrusting behoudt, dat je een bom moet plaatsen dan wel onschadelijk moet maken op de meerdere bomb sites en dat je halverwege het potje wisselt van aanvallende dan wel defensieve kant. Zelfs de wapens lijken op de wapens uit Counter-Strike. Riot heeft de sterkste sniper zelfs de Operator genoemd. Kortweg: de ‘op’, naar de AWP uit Counter-Strike.
Riot Games heeft een geloofwaardig nieuw universum neergezet, al is het nog niet zo charmant als dat van Overwatch.
-
Dat wil niet zeggen dat de invloeden van Overwatch subtiel zijn, want met klem, dat zijn ze niet. Wel staan ze veelal in dienst van de schietactie. Zo kan één held vijanden (en teamgenoten) verblinden met een soort bovennatuurlijke flashbang, een ander kan muren opwerpen en mijn favoriet is het personage dat naar boven en voren kan dashen. Ook kunnen meerdere personages rookbommen opwerpen om het zicht te ontnemen in nauwe gangetjes en hebben alle personages ‘Ultimates’ - zoals in Overwatch en moba’s inderdaad.
De invloeden van de personages zijn groot op de traditionele Counter-Strike-balans. De skills introduceren teamrollen. Opeens is er een healer, die met zijn Ultimate ook nog eens een teamgenoot kan resurrecten. En wat te denken van een personage dat met zijn Ultimate op ieder willekeurig moment kan teleporteren naar een plek op de map naar keuze? Jawel: aan het begin van de ronde kun je zomaar in je rug worden geschoten. Net als in Counter-Strike is audio daarbij heel belangrijk: je hoort zulke dingen eerder dan dat je ze ziet aankomen.
©GMRimport
Niet vriendelijk
De maps zijn goed, de interface (ook buiten de potjes om) is goed, de wapens voelen goed, de economische balans is goed: het is overduidelijk dat League of Legends-studio Riot Games veel ervaring heeft met het maken van competitieve games.
Valorant is de eerste game van Riot die niet plaatsvindt in het League of Legends-universum, al is dat er niet echt aan af te zien. De personages kletsen erop los en hun animaties zijn kenmerkend en coherent. Riot Games heeft een geloofwaardig nieuw universum neergezet, al is het nog niet zo charmant als dat van Overwatch. Niet nu in de bèta, althans. Dat is toch echt een unieke Blizzard-kwaliteit.
Er zijn overigens afdoende zaken ergerlijk, los van de anti-cheat-software. De game wordt (natuurlijk) free-to-play, maar de cosmetische skins voor wapens zijn echt belachelijk duur. Voor een paarse shader die tamelijk conservatief oogt betaal je ruim zes euro. Voor een heel pakket aan zulke skins betaal je meerdere tientjes. Nu snap ik dat spelers van League of Legends en ook Counter-Strike op dat front veel gewend zijn, maar ik weiger dit als gangbare bedragen te bestempelen.
Verder heb ik me groen en geel geërgerd aan de community. Valorant is een competitieve game, dus vergt dit spel communicatie met je teamgenoten. Teamgenoten die soms wel, soms niet behulpzaam zijn. Sommige teamgenoten nemen dit spel dermate serieus dat ze bepaald geen blad voor de mond nemen. Scheldkanonnades van teamgenoten die op het scherpst van de snede spelen zijn aan de orde van de dag.
Enfin, dat is wel wat deze game is: competitiviteit alom. Valorant vereist teamcoördinatie op het scherpst van de snede. Maar het is iets om je bewust van te zijn: een vriendelijke spelomgeving bieden de public potjes in Valorant zelden tot nooit. Maar ook op dat front zijn mensen die Counter-Strike hebben gespeeld wel wat gewend.
©GMRimport
Steeds leuker
Valorant speelt goed, klinkt goed, en hoewel de game absoluut niet mooi is, is er wel gekozen voor een prettige stijl (al lijkt die wel héél erg op die van Overwatch). In combinatie met de eigen invulling van de Counter-Strike-formule, zorgt dat ervoor dat ik gaandeweg steeds meer lol uit de game haalde. Je kunt je in verschillende personages en hun skill sets verdiepen om zo uiteindelijk verschillende rollen binnen de game aan te nemen. In Counter-Strike kan dat niet.
Er zijn talloze competitieve shooters, maar de beste competitieve shooter blijft volgens veel mensen Counter-Strike. Dat Counter-Strike al zo lang meegaat zonder aan populariteit in te leveren, illustreert dat ook Valorant een succes kan worden. De core formula van Counter-Strike is nog altijd rekbaar, en als de toevoegingen op die formule daadwerkelijk toevoegingen blijken, heeft Valorant iets klassieks voorzien van nieuw elan. En dan heeft Riot Games goud in handen.
Lees en luister ook: