Multitaskgames zijn zowel een vloek als zegen
Er is geen foute manier om videogames te spelen. Een lage moeilijkheidsgraad, met controller op pc of zelfs een inverted camerabesturing: het is allemaal toegestaan. Er is echter één ding waar ik echt van gruwel, namelijk multitasken tijdens het gamen. En toch doet iedereen het, inclusief ik.
Voor een medium dat door velen wordt geschaard onder ‘ontspanning en vermaak’ zijn games soms verdomd intensief. Wie niet al z’n aandacht en energie besteedt aan een eindbaas in Elden Ring kan het net zo goed niet proberen. Daar moet je echter maar net zin in hebben, zo’n ontspannend avondje op de bank dat uitmondt in een gevecht op leven en dood.
Persoonlijk merk ik dat zelfs gamen an sich in het algemeen al teveel is gevraagd na een lange dag werken. Na een hele dag intensief schrijven en praten óver het medium is mijn concentratie ver te zoeken en krijgen passieve media als films, series en zelfs (strip)boeken de voorkeur. Om nog maar niet te spreken van de tijdsinvestering die veel titels vereisen – in een halfuurtje komt Horizon Forbidden West gewoon niet tot z’n recht.
©GMRimport
Twee handen aan de knoppen
Maar er is een groter onderliggend probleem dat ontzettend botst met de aard van videogames. Media-multitasken, het gebruik van twee of meer media tegelijk, is verwikkeld in ons dagelijks leven. We scrollen door social media-apps tijdens het luisteren naar muziek, versturen even een berichtje tijdens het bekijken van een serie en zetten een podcast aan tijdens het werken. Met andere woorden: we zijn gewend om constant onze aandacht op iets anders te richten en te verdelen over meerdere prikkels.
Games zijn een ander verhaal, die vereisen (over het algemeen) twee handen aan de knoppen en de ogen gericht op het scherm. Reageren op vijanden, de omgeving in je opnemen en strategische beslissingen maken nemen je volledige aandacht in beslag. De beste games doen je even alles om je heen vergeten.
©GMRimport
In de praktijk merk ik echter dat het behoorlijk pittig is om me volledig op een game richten zonder afgeleid te worden. Wellicht is het ‘fomo’ voor wat er allemaal op sociale media gebeurt, of misschien is het mijn drastisch afbrokkelende aandachtspanne, maar ’s avonds is het lastig om de energie op te brengen om diep in een game te duiken. De enige manier om dat toch te doen is - helaas - multitasken.
Schreeuw om aandacht
Dat klinkt ontzettend tegenstrijdig, maar toch doe ik het. Wellicht heeft dat te maken met ‘scattered attention’, een hypothese die stelt dat we ons door al dat multitasken gemiddeld steeds slechter kunnen concentreren. Wie gewend is om constant twee dingen tegelijk te doen, vindt het wellicht lastig om zijn aandacht op één taak te richten. Ook ik ondervind dat. Jongeren wordt hedendaags vaak verweten dat ze een korte aandachtspanne hebben door het constante gebruik van smartphones en dat komt dus niet helemaal uit de lucht vallen.
Er is echter ook bewijs gevonden voor ‘trained attention’, wat stelt dat mensen die over het algemeen veel multitasken veel beter hun aandacht kunnen verdelen over meerdere taken. Wie dus vaker gamet terwijl hij of zij iets anders doet, zou daar dus op den duur beter in kunnen worden. Welke van de twee theorieën dichterbij de waarheid ligt, daar zijn onderzoekers nog niet over uit. Hoe dan ook: multitasken is ontzettend bevredigend, mits de game het toelaat.
©GMRimport
Zo is Elden Ring eigenlijk een uitstekende multitaskgame gebleken. De raadsels van npc’s die dienstdoen als het verhaal van de game zijn immers onnavolgbaar. Bovendien bestaat de game voor een groot deel uit ontdekken, lekker op zoek naar waardevolle loot en kleine vijanden verslaan om te grinden. Tijdens eindbaasgevechten is het dan weer niet te doen – een soulslike-beginner als ik kon Godrick de Grafted alleen verslaan door hardop zijn aanvalspatronen te roepen en ze in te studeren. Ruimte voor iets anders is er dan niet.
Ook Pokémon is een heerlijke multitaskgame. Niet alleen omdat voice-acting na al die jaren nog ontbreekt en je dus prima zonder geluid van de game kunt spelen, maar ook omdat de meeste games in handheldmodus speelbaar zijn. De manier waarop ik Pokémon speel – helemaal tijdens het ‘reviewseizoen’ in november – is dan ook belachelijk. Al wandelend door het huis, tijdens het eten, al podcast luisterend in de trein en – excuses voor de beelddenkers onder ons – zelfs op het toilet: Pokémon kun je altijd en overal spelen.
Kaf van het koren
Ergens is het natuurlijk absurd dat ik net zoals vermoedelijk vele anderen het soms niet meer kan opbrengen om me even op één game te richten. Sommige titels vereisen nu eenmaal wat toewijding, en die om bovenstaande redenen laten liggen is doodzonde. Mijn backlog had er in ieder geval een stuk rooskleuriger uitgezien als ik iets vaker voor een game zou gaan zitten.
©GMRimport
Anderzijds scheid je wel gelijk het kaf van het koren. Er zijn héél veel goede games en het leven is kort. Titels die me écht op het puntje van de stoel houden zijn zeldzaam, maar het is extra bijzonder als het wel lukt. Metroid Dread, The Last of Us Part 2 en God of War zijn titels uit de afgelopen jaren die zich onder dat rijtje mogen scharen.
Heb je dus het einde van deze column gehaald zónder een app op te starten, muziek te beluisteren of een game te spelen? Proficiat. Zo niet, dan is dat ook oké. Net zoals bij het spelen van games is er ook geen foute manier om een artikel over games te lezen.