Demon’s Souls verdient de titel ‘system seller’
“Demon’s Souls is een uitzonderlijke actie-rpg die als het op diepgang en spelbelevenis aankomt tot de top van zijn genre behoort. Het spel is weliswaar streng en genadeloos in zijn uitvoering, maar minstens even gul en rechtvaardig in zijn beloning.” Dit schreef ik alweer meer dan tien jaar geleden href="https://gamer.nl/artikelen/review/demons-souls-1/" rel="noopener noreferrer" target="_blank">in mijn recensie van Demon’s Souls voor de PlayStation 3</a>. Ongeveer dan, want ik heb wat kleine aanpassingen gedaan. Als ontwikkelaar Bluepoint Games zo’n iconische game heel dik over mag doen, dan permitteer ik het mijzelf om mijn eigen geschiedenis een beetje te herschrijven.
Geschiedvervalsing is Demon’s Souls allerminst. Bluepoint blijft voor 99,9 procent trouw aan het origineel en dus gelden veel van de plus- en minpunten die ik een decennium geleden opvoerde nog steeds. Diepgaande gameplay, zeer sfeervol, veel replaywaarde, inventieve online modus: allemaal waar en nog aanwezig in de remake voor de PlayStation 5. Zelfs mijn kritiek van destijds is nog relevant: de physics zijn soms knullig, waardoor je ten onrechte te pletter valt. Ook worden bepaalde aspecten van het spel zeer beperkt uitgelegd, of helemaal niet.
Tegelijkertijd is het de hoofdreden dat From Software met zijn obscure titel zoveel succes wist te boeken en dat later nog eens mocht herhalen met de Dark Souls-serie, Bloodborne, Sekiro en ongetwijfeld ook Elden Ring. Het is daarom een goede zet van Sony om de remake van Demon’s Souls, de geboorte van de ‘Soulsborne’, meteen met zijn nieuwe spelcomputer te lanceren. Er zullen een hoop nieuwe spelers zijn die deze game voor het eerst kopen, omdat er nu eenmaal niet zo veel launchgames beschikbaar zijn en dit vooralsnog de enige echt exclusieve PS5-titel is. Het zijn dus niet alleen maar Souls-veteranen met al honderden uren ervaring die de spelwereld bevolken.
©GMRimport
Nieuwe game+
Zo voelt het toch een beetje aan als een nieuwe game en meer dan een make-over. Al had je daar ook prima vrede mee mogen hebben, want de remake maakt een flinke grafische en technische sprong. Niet alleen ten opzichte van de oorspronkelijke versie, maar ook vergeleken met spellen voor de PlayStation 4. Het is bijzonder om te zien hoe de verschillende omgevingen uit het origineel nu nog meer tot de verbeelding spreken. Zo stormt het echt in de Shrine of Storms. De kenmerkende oogverblindende waas van het origineel is weg.
Ergens is dat jammer, maar je krijgt er zoveel voor terug. De hoeveelheid details en grafische effecten zijn zo indrukwekkend dat je het bijna toejuicht wanneer je in de hens wordt gestoken door een vuurspuwende draak. Een knappe prestatie, want de laadtijden zijn nihil en het ziet er ook nog prachtig uit in de 60 fps-modus. De remake staat standaard op deze instelling en eigenlijk is er daarna geen weg meer terug naar 30 beelden per seconde. Het levert je native 4K-beelden op, maar dit gaat ten koste van de speelervaring.
©GMRimport
Lekker puzzelen
Nu is Demon’s Souls nooit een spectaculaire actiegame geweest. Omdat het vechten zo nauw luistert gedijt het wel bij een hoge beeldverversing. Des te beter je de bewegingen van jezelf en tegenstanders kunt lezen, des te groter je overlevingskans. Het is daarom fijn dat Bluepoint de kunstmatige intelligentie van het origineel intact heeft gelaten. Ook de werking van wapens en spreuken is hetzelfde gebleven. Zo ketst je zwaard nog steeds tegen de muur als je horizontaal slaat in een smalle gang. De wapens en spreuken hebben wel allemaal nieuwe animaties gekregen, waardoor ze unieker aanvoelen. Voor oude rotten van de Souls-games voelt het alsnog als thuiskomen, want alle bewezen strategieën werken nog. Je moet ze alleen leren en in je spiergeheugen krijgen. Voor nieuwe spelers geldt dit natuurlijk helemaal.
De pracht en praal van de remake komt ook tot zijn recht in de baasgevechten. Die vormen het hoogtepunt van iedere Souls-game, maar in dit deel helemaal. In latere titels werden ze wat traditioneler, maar in Demon’s Souls zijn het vaak kleine puzzels (en hele grote bazen). Het is daarbij meer dan een kwestie van ‘simpelweg’ aanvallen en verdedigen of ontwijken. Het lijkt misschien uitgesloten dat je ooit gaat winnen, maar door goed te luisteren en kijken naar alle hints in de omgeving (en op de grond) kom je uiteindelijk wel tot de oplossing.
©GMRimport
Ziels-samen
De Souls-games zijn op daarom hun best als je ze samen beleeft, met mensen die het ook allemaal niet zo goed weten. Die collectieve ervaring van duizenden tot miljoenen mensen die tegelijkertijd stuiten op de muren die Demon’s Souls opwerpt. Zij zoeken steun bij elkaar of geven hete tips over hoe je dat ene stuk het beste kunt tackelen. Het is prachtig om te zien hoe vrienden van mij dat proces nu, bijna elf jaar later, precies op dezelfde manier doorlopen. Het internet speelt daarbij een essentiële rol, want de informatie die je daar zou vinden is als het ware anoniem in de game verwerkt.
De pracht en praal van de remake komt ook goed tot zijn recht in baasgevechten. Die vormen het hoogtepunt van iedere Souls-game, maar in dit deel helemaal.
-
Die ‘multiplayer’ van Demon’s Souls voelt ook nu nog uniek en innovatief aan. Terwijl je stapvoets het einde van het level probeert te halen, kom je overal op de vloer berichten en bloedvlekken tegen die zijn achtergelaten door andere spelers. De berichten wijzen je op een val of attenderen je juist op een verborgen voorwerp. De bloedvlekken geven aan dat iemand anders op die plek is doodgegaan. Met een druk op de knop kun je zien hoe dat heeft kunnen gebeuren. Een gewaarschuwd mens telt voor twee.
De daadwerkelijke coöperatieve speelmogelijkheden laten wel wat te wensen over, want je kunt niet zomaar de hele game met iemand anders doorlopen. Bluepoint Games heeft ervoor gekozen om niet te tornen aan deze heel bewuste keuze van de oorspronkelijke ontwikkelaar. Latere Souls-games hebben echter bewezen dat het echt wel wat minder omslachtig kan, met behoud van het oorspronkelijke concept. Gelukkig bevat de remake wel een wachtwoordsysteem, zodat je gericht met vrienden samen kunt spelen.
©GMRimport
Een wisse dood
De remake wordt gekenmerkt door dit soort kleine verbeteringen. Zo kun je vanuit het menu meteen meerdere items tegelijkertijd consumeren en is het mogelijk om voorwerpen op de grond naar je opslag te sturen als het gewicht van deze spullen te hoog wordt om mee te zeulen. Ook is er godzijdank een manier toegevoegd om vergiffenis te vragen aan de vele vriendelijke personages die het spel rijk is. Zo blijf je niet langer de hele game verstoken van hun diensten omdat je één keer je zwaard in hun nek stak. En niet eens met opzet.
De grootste verfijning dankt Demon’s Souls aan de SSD die iedere PlayStation 5 huist. Bluepoint heeft de zogeheten ‘quality of life’ voor zijn rekening genomen, maar Sony zorgt voor een hogere ‘quality of death’. De laadtijden zijn zo absurd kort dat je ze niet eens als zodanig herkent, eerder als noodzakelijke schermovergangen. Dat maakt doodgaan stukken minder vervelend, want je staat binnen no time weer klaar voor een volgende poging. Het zorgt er ook voor dat je veel sneller even terug naar de Nexus gaat, de uitvalsbasis waar je jouw vaardigheden kunt upgraden, wapens repareert en nieuwe magische aanvallen leert. Voor een game waarin je met regelmaat doodgaat is dergelijk gemak een groot goed.
©GMRimport
Daarmee is de Demon’s Souls-remake vooral een gestroomlijnde versie van het origineel geworden, zonder dat de mysterieuze aspecten verloren zijn gegaan. De zogeheten World Tendency is nog steeds onnavolgbaar en voor het upgraden van je wapens heb je een universitaire opleiding flowcharts lezen nodig. Een fysieke gids, zoals in Europa werd meegeleverd bij de PS3-versie, had hier evenmin misstaan. Er zit wel een soort ingebouwde handleiding in het spel, maar die is vrij summier. Gelukkig bestaat het internet.
Demon’s Souls Remake is verkrijgbaar voor de PlayStation 5.
Lees meer reviews: