Death’s Door is een verrassende en uitdagende Zelda-like
De dood komt voor ons allemaal, maar in de wereld van Death’s Door is er iets vreemds aan de hand. Sommige wezens lijken alleen maar ouder te worden, maar niet te sterven, waardoor ze het onvermijdelijke bezoek van Magere Hein blijven uitstellen. Een onderdaan van het dodenrijk - een met een zwaard bewapende en gekortwiekte kraai - trekt eropuit om te achterhalen hoe de vork precies in de steel steekt.
De unieke wereld van Death’s Door is een aaneenschakeling van verlaten kerkhoven, spookachtige moerassen en vervallen kastelen. Het ontbreken van de dood heeft het leven weinig goeds gedaan, waardoor deze plek alleen nog maar bevolkt wordt door monsters en drie van hun groteske leiders. Alleen door de zielen van deze opper-onsterfelijken naar Death’s Door te brengen kan de orde hersteld worden.
Het brengt de kraai naar alle uithoeken van deze bizarre spelwereld. Death’s Door heeft wat opzet betreft veel gemeen met The Legend of Zelda. Ook in dit spel is er een overkoepelende bovenwereld en een reeks van (deels) ondergrondse kerkers. In die kerkers bevat bijna iedere kamer een puzzel en is er tevens een nieuwe vaardigheid te vinden waarmee weer nieuwe wegen worden geopend.
©GMRimport
Geen kaart en een beetje traag
Ook bovengronds openen er steeds nieuwe wegen. Schakelaars die eenmaal omgezet zijn toveren bijvoorbeeld ladders tevoorschijn die voor handige shortcuts zorgen. De spelwereld is opvallend compact, maar door de meerdere verdiepingen en wegen die pas met speciale vaardigheden geopend kunnen worden, steekt het best ingewikkeld in elkaar. Zó ingewikkeld dat een kaart best handig was geweest, maar die ontbreekt helaas.
Terugkeren naar eerder bezochte gebieden is een belangrijk onderdeel van het spel, waardoor je heel wat af loopt. Zo verkrijgt de kraai een magische vuurbal waarmee dikke spinnenraggen weggebrand kunnen worden om nieuwe gangen vrij te maken. Het is daarom jammer dat de loopsnelheid van de kraai traag is. Een sprintknop voor gebruik buiten gevechten was bijvoorbeeld een welkome toevoeging geweest.
©GMRimport
Rollend en hakkend
Naast het doorkruisen van de spelwereld zijn de gevechten in Death’s Door een minstens zo’n groot onderdeel van het spel. Monsters bevolken de bovenwereld, maar verschijnen op gezette momenten ook uit speciale portalen om de kraai te overvallen. De gevechten zijn in theorie simpel, met een standaard zwaardaanval en meerdere magische projectielen, maar toch weet Death’s Door er iets interessants van te maken. Timing is cruciaal door bijvoorbeeld op tijd aan de kant te rollen en veel aanvallen van vijanden kunnen met een slag op het juiste moment teruggekaatst worden.
De eindbazen vormen het absolute hoogtepunt van het spel. Deze groteske wezens hebben zo lang de dood weten te ontsnappen, dat ze grootser en gevaarlijker zijn dan alle monsters die in de rest van de wereld zijn te vinden. Weet de kraai ze vaak genoeg te raken, dan verschijnen er barsten in hun gelaat, waardoor je een duidelijk beeld krijgt van hoe ver je bent in het gevecht.
Onderwerpen zoals de dood en onsterfelijke zielen klinken misschien wat zwaarmoedig, maar Death’s Door komt regelmatig verrassend grappig uit de hoek
-
Death’s Door is bij vlagen behoorlijk pittig, maar nooit oneerlijk. Checkpoints zijn altijd vlak voor eindbazen te vinden en omdat je regelmatig nieuwe routes opent hoef je maar zelden eerder bezochte gebieden te doorlopen of puzzels opnieuw op te lossen. De skilltree die de standaard vaardigheden van de kraai verbetert, maakt het avontuur nog wat beter behapbaar. Aanvallen met het zwaard of magie kunnen verbeterd worden, maar ook de rolsnelheid of hoe snel een spreuk uitgesproken wordt is te upgraden. Dat kost behoorlijk wat zieltjes, maar helaas voelt het verschil tussen upgrades vaak erg klein. De skilltree is daardoor vergeleken met de rest van het spel een beetje saai.
©GMRimport
De dood is niet het einde
Veel sterker is de sfeer en de bijbehorende muziek. Vooral op momenten dat je rustig de wereld kunt verkennen is de soundtrack Death’s Door op zijn best. De melodie die afspeelt in de tuin van de eerste eindbaas springt er bovenuit, maar eigenlijk is de muziek overal in het spel goed. Het schrijfwerk verdient ook complimenten. Onderwerpen zoals de dood en onsterfelijke zielen klinken misschien wat zwaarmoedig, maar Death’s Door komt regelmatig verrassend grappig uit de hoek.
Death’s Door uitspelen kost ongeveer acht à tien uur. Dan rollen de credits voorbij, maar is het avontuur nog niet helemaal afgelopen. Het spel heeft na het uitspelen nog wat verrassingen klaarstaan, waardoor het loont om verder te blijven spelen. Het maakt de tocht naar de volle 100% behalen een stuk leuker. Wel moet gezegd worden dat de rek er bij de gevechten in Death’s Door tegen het einde wel een beetje uit is. Daarvoor is er simpelweg te weinig variatie in de verschillende vijanden.
©GMRimport
Death’s Door is nu verkrijgbaar voor pc en Xbox-consoles.
Death’s Door is een prima door Zelda geïnspireerde game die het moet hebben van spannende (eindbaas)gevechten en een uitstekend opgezette wereld. Het spel weet nergens echt boven zijn grote voorbeeld uit te stijgen, maar is zo degelijk en voorzien van ’een dusdanig goede soundtrack dat dit nooit een serieus probleem vormt. Death’s Door heeft zelfs genoeg verrassingen in petto om na het einde leuk te blijven.
- Uitstekende eindbazen, briljante soundtrack, opzet spelwereld, leuke post-game
- Gebrek aan variatie bij vijanden, ietwat saaie skilltree, te traag looptempo voor backtracking