Het Amerikaanse Jlab Audio richt zich op de budgetmarkt. Ze bieden een groot assortiment audioproducten, van in-ear oordoppen tot aan noise-cancelling headsets, allemaal voor een zachte prijs.

De Jlab Talk Go is de goedkoopste usb-microfoon uit het assortiment van Jlab: je haalt hem in huis voor nog geen 70 euro. Voor dat geld krijg je uiteraard de microfoon zelf, maar ook een usb-c naar -a-kabel en een kleine, driebenige desktopstandaard met rubberen voetjes.

©GMRimport

Bouwkwaliteit

Net als de Jlab Play, is ook de Talk Go voorzien van blauwe accenten. Achter de kunststof grille vind je een blauwe windkap en ook de eerder genoemde rubberen pootjes zijn blauw gekleurd. De driebenige standaard is verder volledig gemaakt van metaal en voelt daarmee behoorlijk stevig en vertrouwenwekkend aan.

Datzelfde geldt helaas niet voor de microfoon. De plastic grille die de membranen beschermt oogt redelijk stevig, maar geeft een beetje mee als je erop duwt. Hoewel het grootste deel van de behuizing - op de grille na - van metaal is, valt op dat de Jlab Talk Go ongelofelijk licht is. Natuurlijk zegt dat niet direct iets over de klank van deze microfoon, maar het zorgt wel voor de nodige twijfels over de levensduur van de Talk Go.

Onderop de microfoon zitten de nodige knoppen. Zoals gezegd beschikt de microfoon over meerdere membranen en dat zorgt ervoor dat je kunt schakelen tussen twee verschillende richtingskarakteristieken. Dit doe je met de knop centraal onderop de Talk Go: druk je deze lang in, dan schakel je tussen een omnidirectionele- en cardioid-karakteristiek. Druk je hem kort in, dan mute je het signaal.

©GMRimport

In de praktijk

Naast de multifunctionele mute-knop is er onderop de microfoon ook een volumewiel en een hoofdtelefoonuitgang te vinden. Via deze hoofdtelefoonuitgang is er direct monitoring beschikbaar. In de handleiding en online instructievideo’s wordt verteld dat het volumewiel het volumeniveau van de directe monitoring aan kan passen. In de praktijk blijkt dit niet het geval; het volumewiel bestuurt alleen het totale uitgangsniveau.

Dat betekent dat er geen mogelijkheid is om je eigen stemgeluid zachter te zetten. Nog los van het feit dat het vreemd is dat de handleiding en instructievideo’s anders aangeven, is het behoorlijk onpraktisch. Heb je de Jlab aangesloten en je hoofdtelefoon ingeprikt, dan kun je geen muziek luisteren zonder de hele tijd versterkt omgevingsgeluid er doorheen te horen. Tenzij je de direct monitoring volledig uitschakelt door voor je in- en output een andere bron te selecteren natuurlijk, maar dat is niet in iedere situatie de beste oplossing. Het is een behoorlijke domper op de gebruiksvriendelijkheid.

Wat gebruikservaring betreft is er verder eigenlijk niet direct iets mis met de Talk Go, maar het valt wel op dat niets vanzelf gaat. Niet alleen voor het uitschakelen van de direct monitoring moet je handmatig instellingen veranderen, ook als je de microfoon aansluit wordt hij niet automatisch als in- of outputapparaat herkend.

©GMRimport

De klank

De klank van de microfoon is op het niveau dat je kunt verwachten voor deze prijs. In cardioide modus is de Talk Go ongelofelijk gevoelig voor laagfrequente informatie. De plastic grille dempt, niet geheel verassend, vrijwel niets aan luchtdrukverschillen. Ook de interne windkap lijkt niets te doen voor p- en b-klanken. Dat zorgt ervoor dat stemmen niet alleen ietwat nasaal klinken, maar dat je bij medeklinkers ook een flinke plop om je oren krijgt.

Wil je wat minder omgevingsgeluid op je stemopname en beweeg je daarom wat dichterbij de microfoon, dan valt op dat er snel vervorming ontstaat. Zelfs als je de gain digitaal vrijwel helemaal dichtdraait, is het af en toe nog oppassen dat je geen vervormingseffect opneemt. In de omnidirectionele modus lijkt de Jlab Talk Go hier een stuk minder gevoelig voor, maar ontbreekt het dan weer aan de nodige definitie in de klank.

Concluderend

De Jlab Talk Go is een eenvoudige usb-microfoon met problemen die te verwachten zijn bij een microfoon van deze prijs. Je schaft voor 70 euro effectief gezien een kleine verbetering aan ten opzichte van de interne microfoon van je laptop of goedkope gameheadset; dat is simpelweg het geld niet waard. Een echte podcast zul je met de Talk Go niet maken. Voor gaming is het daarnaast een groot gemis dat de direct monitoring niet in volume instelbaar blijkt. Je kunt beter even doorsparen.

©GMRimport

De bij Bioware vertrokken Dragon Age: The Veilguard-regisseur Corine Busche heeft laten weten dat ze een aanbod kreeg om ergens anders te werken "die ze niet kon weigeren".

Dat heeft ze in een statement aan Eurogamer laten weten. Ze vertelde daarbij dat het om een game gaat die binnen het rpg-genre valt, maar meer details gaf ze nog niet.

Busche laat daarbij weten dat ze "heeft gedaan wat ze wilde doen bij Bioware. Ik wilde er gaan werken om de koers te corrigeren. Ik hou van Dragon Age en van Bioware, dus de kans om er een goede singleplayer-rpg van te maken was de kans van mijn leven."

Afgelopen week kwam al naar buiten dat Busche vertrekt bij Bioware. Ze ging in februari 2022 aan de slag als regisseur van de vorig jaar uitgekomen Dragon Age-game. Samen met creative director John Epler overzag ze de laatste ontwikkeljaren van de game. Het spel was zo goed als een decennium lang in ontwikkeling en de ontwikkeling is meermaals opnieuw begonnen. Voor haar werk aan The Veilguard heeft ze achttien jaar bij Electronic Arts gewerkt aan De Sims. Het is niet bekend wat Busche hierna gaat doen.

In Dragon Age: The Veilguard, de vierde game in de Dragon Age-reeks, trekken spelers er op uit om de vernietigende kracht van de elvengoden tegen te gaan. Spelers staan bekend als Rook, die samen met zijn metgezellen aan de frontlinie vecht. De game is beschikbaar via Steam, Epic Games Store, PlayStation 5 en Xbox Series X en S.

Erik Nusselder beloonde de game met een 8: "Het is Bioware weer gelukt: een groep personages maken waar we voor door het vuur zouden gaan. Het hoofdverhaal is ongeïnspireerd en de flitsende gevechten worden na tientallen uren wat sleets, maar onze liefde voor de Veilguard blijft overeind."

Cognosphere, de ontwikkelaar van de free-to-play-game Genshin Impact, moet 20 miljoen dollar betalen en aanpassen hoe het lootboxes verkoopt in de game. Dit naar aanleiding van een aanklacht van de Amerikaanse Federal Trade Commission.

Het bedrijf, dat in de Verenigde Staten onder de naam HoYoverse bekendstaat, schikte met de FTC, waarbij bovenstaande straffen onder het oordeel vallen. De FTC claimt dat Genshin Impact de echte kosten van in-game transacties probeert te verbergen en dat het niet duidelijk is hoeveel kans spelers hebben om zeldzame items uit deze lootboxes te halen.

Naast de boete van 20 miljoen dollar moet Cognosphere er voor zorgen dat spelers onder de 16 jaar zonder toestemming van ouders geen lootboxes meer kunnen kopen in de game. Daarbij zou het bedrijf ook persoonsgegevens van jeugdige spelers hebben verzameld, waar het ook mee moet stoppen. Daarbij moet alle verzamelde data van spelers van 13 jaar of jonger worden gewist.

Cognosphere geeft aan (via VGC) het niet eens te zijn met de meeste beschuldigingen van de FTC, maar toch te schikken "omdat we onze fans vertrouwen en transparant willen zijn naar onze spelers." Het bedrijf is van plan om een nieuwe leeftijdscontrole voor spelers in te bouwen, zodat kinderen onder de 16 geen lootboxes meer kunnen kopen zonder toestemming van hun ouders.

Daarnaast gaat de game meer duidelijkheid geven over de virtuele munteenheid in het spel en de beloningen die Amerikaanse spelers kunnen vrijspelen. Deze wijzigingen moeten gedurende de komende maanden worden doorgevoerd - in ieder geval in de VS, waar de aanklacht plaatsvond.

Genshin Impact verscheen in 2020 voor PlayStation 4, pc, Android en iOS en later ook voor PlayStation 5 en Xbox-consoles. De game is free-to-play en bevat een 'gacha-model', een variant van lootboxen waarmee spelers via onder andere echt geld personages en wapens kunnen verdienen. Het is een van de populairste free-to-play-games die er bestaat.