De Chinese game-industrie is fundamenteel kapot
De Chinese game-industrie is al jaren fundamenteel kapot. Wegens een gebrek aan kennis en ontoereikende wetenschap stelt de Chinese overheid strenge restricties aan het uitbrengen van games en na de afgelopen ‘hongerwinter’ leiden grote en kleine bedrijven verlies. Het is daarom een zekere opluchting voor met name Tencent dat Nintendo vorige week toestemming kreeg om de Switch en bijbehorende games te gaan verkopen.
Het jaar 2000 was typerend voor het beleid in China, toen consoles en consolegames verbannen werden. De Chinese overheid was van mening dat kinderen en jongeren hun tijd beter konden besteden aan school, studie en werk. Gamen zou zelfs slecht zijn voor hun brein. En hoewel piraterij een ander groot probleem was - en nog steeds is - moesten consolemakers zich in allerlei bochten wringen om voeten aan de grond de krijgen in het eigenwijze Aziatische land. Dat leverde een aantal creatieve producten op die net binnen de restricties vielen, maar échte consoles waren tot 2015 niet toegestaan in China.
Van explosie naar hongerwinter
Je zou je haast afvragen of Chinese gamers titels als Super Mario Galaxy 2, GTA 5 en The Last of Us hebben gemist, want in de tussentijd is het gamelandschap gevormd door online pc-games en mobiele games. Het gaf de gigant Tencent de kans om de markt te veroveren met titels als Dungeon Fighter Online, Call of Duty Online, League of Legends, Arena of Valor en nog veel meer. De Chinese game-industrie explodeerde in de consolevrije tijd en nu het verbod is opgeheven is de industrie met bijna 38 miljard dollar opbrengst de grootste ter wereld.
Het ogenschijnlijk willekeurige reguleringssysteem gooit echter nog steeds roet in het eten en eind vorig jaar staakte de Chinese overheid volledig met het verlenen van licenties aan games. Dit betekent dat er simpelweg geen nieuwe games meer mochten worden uitgebracht en alle aanvragen voor onbepaalde tijd in de ijskast werden gezet. In het Westen grappen we weleens over zo’n winterstop om de backlog bij te werken, maar voor kleine en grote bedrijven was het een flinke financiële klap. Tencent maakte voor het eerst in dertien jaar verlies en de aandelen van het bedrijf halveerden tijdelijk zelfs. Gelukkig valt de schade nu het proces weer op gang komt mee, gezien de overige 60 procent van Tencent zoals vanouds winst draaide met onder andere WeChat, de populairste Chinese berichtenapp.
©GMRimport
Toch kunnen dit soort beperkingen ook schadelijk zijn voor Europa en de Verenigde Staten. Een blik op de schreeuwende mannen als app-icoontjes in de App Store en Tencents aandelen in Epic Games zegt eigenlijk al genoeg over de positie van het bedrijf. Langzamerhand krijgt het Tencent, Microsoft en Facebook in het oog als het gaat om pure marktwaarde. En nu de Chinese overheid eindelijk het vergeven van licenties hervat, lijkt Tencent deze lijn weer voort te kunnen zetten.
Games als propaganda
Prima zou je zeggen, maar nog steeds gaan Chinese ontwikkelaars, uitgevers en spelers gebukt onder strenge reguleringen en censuur. Ook de nieuwe regels, die vorige week door China’s pers- en publicatie-orgaan werden gedeeld, laten een hoop titels buiten beschouwing door het feit dat games geen bloed (ook geen vervangend bloed) of lichamen mogen bevatten. Ook wordt er limiet van vermoedelijk vijfduizend games gesteld aan het maximaal aantal toegestane nieuwe games per jaar, inclusief nieuwe delen in een franchise. Gezien er alleen al op Steam negenduizend games per jaar verschijnen en mobiele winkels worden overspoeld met spellen, wordt het dringen voor uitgevers om hun product op de markt te krijgen en wordt de industrie alleen maar onaantrekkelijker.
Kwalijker nog is de toon waarop de regels zijn opgesteld. Uitgevers worden namelijk aangemoedigd games uit te brengen die ”de traditionele Chinese cultuur promoten” en geschiedenis, recht en politiek op een correcte manier weergeven. In het verleden is Honour of Kings, een van Tencents succesvolste mobiele game, bekritiseerd vanwege ”het verbuigen van de geschiedenis”. De game zou schadelijk zijn voor de ontwikkeling voor kinderen, een troefkaart die de Chinese overheid graag speelt. Het is wachten op de eerste propagandagames die ‘president voor het leven’ Xi Jinping en zijn communistische idealen in een goed daglicht zetten.
©GMRimport
Nintendo’s lichtpuntje
Een bedrijf dat veel regels omzeilt is Nintendo, dat vorige week via Tencent eindelijk toestemming verkreeg om Switch-games en de console zelf te verkopen in China. Het nieuws betekende de grootste aandelenstijging van Nintendo sinds de release van Pokémon Go en moet voor Tencent een meevaller zijn na maanden van onzekerheid. De Chinese gigant kan nu samen met Nintendo een gigantische markt aanspreken en consoles aan de man brengen met kindvriendelijke Nintendo-games. Het blijft overigens nog een test, met voorlopig enkel een speciale versie van Super Mario Bros. U Deluxe, maar het is een lichtpuntje in de duisternis.
Wie weet is de samenwerking een stap naar een gevarieerder gamelandschap in China, maar het blijft zwaar om een gamer te zijn in het land. Met een president en overheid die het belang van videogames voor de economie niet lijkt te erkennen en het liever inzet als propagandamiddel heeft China nog een lange weg te gaan.
Elke zaterdag verschijnt er een column op Gamer.nl die ingaat op actuele gebeurtenissen. Lees ook: