In deze tweewekelijkse rubriek gaat Gamer.nl dieper in op virtual reality, de beste games, de controverses en vooral waarom het je zou moeten interesseren. In deze aflevering: presence.
Het is het meest ongrijpbare aspect van virtual reality en tegelijk datgene wat vr zijn meerwaarde geeft: presence. Het begrip uitleggen is bijna net zo moeilijk als aan blinde vertellen wat kleur is. Maar we gaan het toch proberen.
Je sluipt door een basis in Metal Gear Solid 5: The Phantom Pain en ziet een vijandelijke soldaat. Je voelt je hartslag versnellen. Je bent nu zo ver in de mi ie en je hebt tot nu toe niemand gedood. Eén vergi ing en de hel breekt los. Die spanning noemen we ook wel ‘immersion’. Een goede Nederlandse vertaling is lastig. ‘Onderdompeling’ klopt gedeeltelijk. ‘Inleving’ is het ook nét niet. Maar de meeste gamers weten wel ongeveer wat het betekent: het gevoel dat wat jouw spelpersonage meemaakt belangrijk is. Dat het ‘echt’ aanvoelt.
Immersion in traditionele (dus niet-vr) games is te vergelijken met hoe een spannend boek of goede film je helemaal kan meeslepen in het verhaal. Het is een bijzonder prettige ervaring omdat je even de buitenwereld vergeet en honderd procent meeleeft met de fictieve gebeurteni en.
Presence is heel wat anders. Presence is het gevoel dat je in vr krijgt, als je werkelijk (niet een beetje, maar werkelijk) gelooft in de virtuele wereld. Dit klinkt wellicht eng. Als een soort psychose, waarbij je niet meer weet wat echt is. Maar dat is niet het geval. Iemand die ‘presence’ in een vr-game ervaart weet nog heel goed het verschil tu en de echte en de virtuele wereld. Maar toch is die virtuele wereld opeens ‘echt’.
Paradox
Dit klinkt als een paradox. Hoe kun je nu geloven in een nepwereld terwijl je toch weet dat hij nep is? Dat heeft te maken met een fenomeen dat ‘neuroplasticiteit’ heet. Ons brein is namelijk enorm flexibel. De evolutie heeft onze hersenen in honderdduizenden jaren gekneed tot de meest complexe structuur in het ons bekende universum. Al die neuronen zijn in staat om steeds maar nieuwe verbindingen te leggen en zo nieuwe dingen te leren. Dit was evolutionair gezien natuurlijk een enorm voordeel: wonen we in een woestijn, dan moeten we andere overlevingstactieken gebruiken dan wanneer we in een bevroren poollandschap leven. En wat te denken van kustbewoners die veel in het water doorbrengen om vis te vangen (en wat later in de geschiedenis op het water in bootjes). Als ons brein niet in staat was om met al die omgevingen (en vooral met snel veranderende ‘regels’) om te gaan, zouden mensen snel uitsterven bij de eerste de beste natuurramp.
In plaats daarvan is ons brein dus buitengewoon gewillig in het accepteren van nieuwe regels en nieuwe natuurwetten. We leren zwemmen, skiën, surfen, parachutespringen, we brengen maanden lang door in gewichtloosheid. Ons brein went er snel aan en zorgt ervoor dat we de nieuwe regels van onze omgeving moeiteloos toepa en.
Dit vermogen om nieuwe omstandigheden snel als ‘waarheid’ te accepteren maakt het ook mogelijk om te geloven in een virtuele omgeving. We schrikken van virtuele voorwerpen die opeens dichtbij komen. We voelen ons bedreigd door virtueel gevaar, of juist aangetrokken tot virtuele personen. Het oppakken van virtuele voorwerpen en het gebruik van virtuele ‘arm computers’ (zoals de Pip Boy in de nog te verschijnen vr-versie van Fallout 4) is zo snel een tweede natuur dat we de omgeving als ‘echt’ kunnen ervaren.
Bijwerking
Het intere ante van neuroplasticiteit is dat het twee kanten op werkt. Je brein is prima in staat om van de ene set natuurwetten naar de andere over te schakelen, maar heeft daar wat tijd voor nodig. Het maakt hierbij voor ons brein niet uit wat ‘echt’ is, het brein ervaart alleen maar welke prikkels op dit moment binnenkomen en past zich hierop aan. En anticipeert ook op die regels. Wie bijvoorbeeld uit het zwembad stapt, voelt zich opeens heel zwaar. Dat is omdat ons brein zich heeft aangepast aan de ervaring van drijven. Eenmaal op het land moet het brein zich weer opnieuw afstellen.
Een erg grappige variant hiervan is astronauten die lange tijd hebben doorgebracht in het ruimtestation ISS en gewend zijn aan gewichtloosheid. Er staat een leuk interview online met een astronaut die probeert uit te leggen hoe de dockingsprocedure tu en ISS en de spaceshuttle in zijn werk gaat. Hij wil dit uitbeelden met een pen en een ander voorwerp. Hij laat de pen los en is verbaasd dat hij valt. En niet één keer: meerdere keren achter elkaar zie je op zijn gezicht enkele momenten van verbijstering. Zijn brein is nog steeds in ‘gewichtloosheidsmodus’.
Diezelfde gewenning ymptomen zie je ook bij vr. Het is heel normaal om je een beetje vreemd te voelen na een langere vr-se ie. Sommige mensen geven aan dat ze hun eigen handen ongeloofwaardig vinden, na lange tijd virtuele handen te hebben gebruikt met de Oculus Touch-controller. En spelers die lange tijd achter elkaar Echo Arena hebben gespeeld, rapporteren soms een sensatie van traagheid en desoriëntatie in de ‘echte’ wereld, waar je nu eenmaal niet jezelf afzet tegen een muur om dan met grote snelheid weg te vliegen.
Die bijverschijnselen van neuroplasticiteit zijn overigens geheel ongevaarlijk. Het kan soms vreemd overkomen, maar net zoals je snel van je zeebenen af bent, stelt je brein zich na hooguit een paar uur weer helemaal af op meat space.
Checken
Het is overigens niet zo dat iedereen presence ervaart. Het intere ante is dat mensen die presence bewust willen ervaren, het doorgaans niet beleven. Ook dat lijkt een paradox, maar dat is het niet. Wie bewust dat gevoel van presence wil beleven schakelt het rationele deel van zijn brein in en gaat de hele tijd intern checken: ‘voel ik presence?’ Dit verhoogde rationele onderzoeken zorgt er juist voor dat je je heel bewust wordt van alle dingen die niet kloppen in de virtuele wereld. Het wordt onmogelijk om de vr-omgeving door je brein te laten omarmen als een nieuwe set regels.
De beste manier om presence te ervaren is door je volledig te richten op het spel of de ervaring. Juist dan bekruipt je opeens een wonderlijke sensatie en wordt het verschil tu en echt en onecht irrelevant. Je brein krijgt de kans om zich even aan te pa en aan een nieuwe wonderlijke wereld en om zich de daar geldende regels eigen te maken. En dan is de spelwereld opeens oneindig veel meer dan de polygonen op de beeldschermpjes. Dan heb je mentaal een nieuw universum betreden op een niveau die tot een aantal jaren terug onmogelijk was. Welkom in virtual reality.