Header

Vr Vrijdag: De simulatiehypothese

Zijn wij echt echt of niet echt echt?

In deze tweewekelijkse rubriek gaat Gamer.nl dieper in op virtual reality, de beste games, de controverses en vooral waarom het je zou moeten interesseren. In deze aflevering: leven wij in een simulatie?

Ons universum is niet het échte universum. Wat wij als werkelijkheid ervaren is niets anders dan een heel complexe simulatie die draait op een computer. En die computer staat ook niet in het échte universum, maar in een simulatie die draait op een andere computer. Dat is de simulatiehypothese, die veel serieuzer wordt genomen dan je mi chien denkt. De hypothese kreeg vorig jaar opeens extra aandacht toen Elon Musk, de man achter Tesla en SpaceX, riep dat er slechts een kans is van 1 op 1 miljard dat wij in dé werkelijkheid wonen. Dit is natuurlijk onzin, toch? Het resultaat van een keer te stoned The Matrix kijken? Het vreemde is dat er wel wat in zit…

Het idee dat onze werkelijkheid niet werkelijk is, is niet nieuw. “Ben ik een man die droomde dat hij een vlinder was, of een vlinder die nu droomt dat hij een man is?” Dat vroeg de Chinese filosoof Zhuang Zhou zich al af in de vierde eeuw voor Christus. En Plato kwam rond diezelfde tijd met zijn ‘grot-analogie’, waarin een man zit vastgeketend in een grot en alleen een muur kan zien. Achter hem is een vuur, en daarvoor lopen mensen heen en weer met voorwerpen boven hun hoofd. De vastgeketende man ziet alleen de schaduwen en omdat hij niet beter weet denkt hij dat de schaduwen de werkelijkheid weergeven. Plato bedoelde hiermee dat wij in feite alleen maar een afspiegeling zien van de perfecte, ideale en onkenbare werkelijkheid.

De moderne versie van deze diepe existentiële vraag (wat is werkelijkheid?) heeft als één mogelijk antwoord dat wat wij ervaren gesimuleerd wordt door een supercomputer. De gedachtegang hierachter (en de oorsprong van Musk’s 1 in 1 miljard kansberekening) is als volgt:

- Het is waarschijnlijk dat een beschaving uiteindelijk een simulatie van de wereld van zijn voorouders maakt.

- Het is waarschijnlijk dat deze beschaving meer dan één simulatie maakt.

- Al deze simulaties samen bevatten meer mensen dan de ‘echte’ werkelijkheid.

- De kans dat jij leeft in de echte werkelijkheid is daarom statistisch gezien vele malen kleiner dan dat je leeft in een simulatie.

Het is inderdaad zo dat we al bezig zijn met het maken van steeds betere computersimulaties van werelden. En niet alleen op wetenschappelijk niveau. Je hoeft alleen maar naar games te kijken om te zien hoe graag we blijkbaar andere werkelijkheden willen scheppen. Het is niet moeilijk je voor te stellen dat het realisme van deze computerwerelden de komende decennia (en eeuwen) alleen maar beter wordt en uiteindelijk op geen enkele manier van de ‘echte’ wereld is te onderscheiden. De simulatie is dan tot op elementair deeltjes-niveau perfect.

Destiny 672

Het is ook onwaarschijnlijk dat we maar één zo’n sim zouden maken. Net zoals nu allerlei bedrijven steeds maar nieuwe spellen creëren, is het geen grote gedachtesprong om te verzinnen dat de Activision van over honderd jaar natuurlijk niet achter wil blijven als toekomstige-EA een mooi heelal op de markt brengt. En al die universums draaien natuurlijk op talloze computers, net zoals er nu miljoenen mensen zijn die Zelda: Breath of the Wild spelen.

En als die universums (die op al die PlayStation 892- en Xbox 1744XSX-consoles draaien) inderdaad net zo werken als het ‘echte’ universum, dan zijn er dus inderdaad véél meer bewoonde universums dan we kunnen tellen, met triljarden en triljarden en triljarden virtuele mensen. Tegenover (hooguit) 10 miljard ‘echte’ mensen in 2117. En al die sims denken en voelen, hebben lief, haten, vechten en sterven zonder ook maar een moment te beseffen dat ze niet echt zijn. Want de simulatie is perfect, weet je nog?

Geen matrix

Dat betekent dat, als wij Sims zijn, de kans klein is dat wij ergens in een badje liggen te pekelen met een snoer in ons brein, zoals in de Matrix. Het is veel waarschijnlijker dat wij alleen bestaan in de simulatie. Om je dat voor te stellen moet je maar even aan Minecraft denken. Het is mogelijk om met Red Stones in Minecraft een werkende computer te maken, die alleen bestaat in Minecraft. De machine die je dus in Minecraft bouwt bestaat helemaal virtueel en heeft geen fysiek component nodig dat buiten de simulatie bestaat. Met andere woorden: de Minecraft-simulatie is voldoende om alle onderdelen te simuleren die nodig zijn om de virtuele computer te laten werken. Net zoals ons universum voldoende natuurwetten bevat om materie en uiteindelijk hersens te laten bestaan. Het is dus helemaal niet nodig dat we een niveau hoger ‘echt’ bestaan. We zouden zomaar helemaal een sim kunnen zijn, net zoals de Red Stone-computer in Minecraft.

Bewijs

Dit alles is natuurlijk een leuke (of angstaanjagende) gedachte-oefening, maar is er ook bewijs voor? Nou, op het eerste gezicht is daar wel een probleem, want als de simulatie perfect is, wordt al het bewijs voor de echtheid van ons universum door de simulatie gecreëerd. Maar wat we wel kunnen, is kijken of ons universum gedrag vertoont dat we zouden kunnen verwachten van een computerprogramma. En daar zijn een aantal intrigerende aanwijzingen te vinden.

Want hoe complexer een simulatie, hoe meer proce orkracht deze nodig heeft. Om dat niet uit de hand te laten lopen, optimaliseert een programmeur de simulatie. In een game wordt bijvoorbeeld alleen dat deel van de wereld getekend dat de speler ook echt kan zien. En gek genoeg zien we aanwijzingen voor dergelijke optimalisatie in de quantummechanica. Elementaire deeltjes bestaan namelijk niet als fysieke dingen, maar als de kans op het bestaan van fysieke dingen, die alleen ‘echt’ worden als het universum ze nodig heeft (neem even twee paracetamolletjes en probeer dit niet te begrijpen, quantummechanica is absurd moeilijk).

404 not found

Recentelijk vond theoretisch natuurkundige James Gates letterlijk computercode in vergelijkingen die gebruikt worden in de Snaartheorie. Deze codes werken net als de programmatuur in je webbrower, door te kijken of de informatie die deze ontvangt wel juist is. Door een berekening wordt elke byte gecontroleerd en als de berekening fout is wordt dezelfde byte opnieuw opgevraagd. Dit soort ‘foutherstellende code’ aantreffen in vergelijkingen die het fundament van het universum beschrijven, is natuurlijk bijzonder.

Maar het is ook geen ‘rokend pistool’. Want nog afgezien van het feit dat de natuur vol blijkt te zitten met foutherstellende code (zoals DNA) zonder dat daar een programmeur voor nodig is, is Snaartheorie nog volledig hypothetisch. Het is een intere ant gebied van theoretisch onderzoek, maar er is nog geen bewijs voor gevonden.

En nu?

Hoe intere ant dit allemaal ook is, het is eigenlijk ook irrelevant. Ons dagelijks leven verandert niet, of we nu Sims zijn of niet. We zijn nog steeds gemaakt van vlees, voelen nog steeds haat, liefde, ergernis en die irritante jeuk op je rug waar je nét niet bij kan. Er zijn geen cheat codes, geen extra levens en geen level-ups. Voor zover we weten, tenminste.

Up. Up. Down. Down. Left. Right. Left. Right. A. B. Select.

Holy sh#t! Ik heb een Ferrari!