PC REVIEW - Als je gevraagd wordt om een Nederlandse gamedeveloper te noemen, zal je vermoedelijk Killzone-ontwikkelaar Guerrilla Games noemen. Toch zijn er inmiddels ook talloze andere, kleinere studios die fraaie (indie)games hebben uitgebracht. Zo brachten de afgelopen jaren ons onder andere Reus van Abbey Games, Awesomenauts van Ronimo Games en Luftrausers van Vlambeer. Met regelmaat komen er dus kwalitatief degelijke titel van Nederlandse bodem. Nieuw in dit rijtje is Amulware, dat debuteert met Roche Fusion.
Net als bij Bastion, de vorige game van Supergiant Games, doet het omschrijven van Transistor als een actie-rpg geen recht aan het geheel. De game doet flink zijn best om conventies te omzeilen en koste wat kost een bijzondere ervaring neer te zetten. Er is geen introductie waarin haarfijn uitgelegd wordt wat er aan de hand is, noch kunnen we het vechtsysteem makkelijk omschrijven met behulp van andere games. De kracht van Transistor ligt in het impliciete, de charme in het expliciete. Je voelt je intelligent wanneer je de complexe uitgangspunten van het verhaal aan elkaar probeert te knopen, maar laat je net zo makkelijk leiden door de mooie klanken van de verteller.
Van utopie naar dystopie
Centraal staan Red, een beroemde zangeres die haar stem verloren is, en de Transistor, een enorm zwaard dat je tijdens het avontuur bijstaat met uitleg en commentaar. De rustieke stem van de verteller leidt je zowel door een wereld van verval als een bijzonder liefdesverhaal. Achter de prachtige omgevingen, die qua karakter aan Blade Runner en qua stijl aan Cowboy Bepop doen denken, schuilt een wereld die ten onder is gegaan aan technologie. Terwijl de utopische stad steeds dystopischer aanvoelt, krijgt de relatie tu en Red en de Transistor meer gewicht.
Transistor vertrouwt erop dat de speler investeert in het begrijpen van het verhaal. Daar waar in menig game het hoofdpersonage emotioneel gemotiveerd is om bijvoorbeeld de wereld te redden, is een dergelijke emotie in Transistor slechts een belofte. Het gehele verhaal is een opbouw naar het moment waarop die belofte wordt ingewilligd. Ook al mis je in het begin mi chien een gevoel van urgentie om te vechten, het uitgangspunt van Transistor blijft je motiveren om achter de waarheid te komen.
Dat het einde niet helemaal uit de verf komt heeft dan ook veel effect op het geheel. Veel meer dan het teleurstellende einde van Ma Effect 3 had. Hoewel de eindbaas over een verfri end karakter beschikt, wordt het einde te veel afgeraffeld om het redden van de stad bevredigend te laten voelen. Desondanks blijft het ontroerende liefdesverhaal overeind. Al snel wordt namelijk duidelijk dat de zielen van de inwoners doorleven in allerlei materie. Hetzelfde geldt voor de liefdespartner van Red, die verborgen zit in de Transistor. Nog meer dan in Bastion geeft elk commentaar van de verteller betekenis aan elke actie die Red doet.
Doe het zelf-rpg
Net als met het verhaal laat Transistor veel ruimte over aan de interpretatie van de speler met het vechtsysteem. In eerste instantie lijken de gevechten net als in Diablo te verlopen. Red loopt van duel naar duel, met als enig verschil dat kleine stukjes van het level telkens veranderen in een omheinde arena. Om vijanden te verslaan heeft ze vier actieknoppen tot haar beschikking die elk een eigen actie uitvoeren. Tot zover weinig bijzonders.
Achter die simpele mechaniek schuilt een verfri end, diepgaand systeem dat enorm uitnodigt tot experimenteren. Elke nieuwe kracht die Red vindt kan op drie manieren gebruikt worden: als actieve actie, als pa ieve hulp of als upgrade van een andere kracht. Op deze manier kun je op honderden verschillende manieren je arsenaal invullen. Zo kun je een krachtige melee-aanval ook gebruiken om een andere aanval van meer kracht te voorzien en kun je een granaataanval gebruiken om een laserstraal meerdere richtingen op te laten gaan. Het is makkelijk om je te verliezen in de mogelijkheden. Dat laat elk gevecht weer een beetje als nieuw aanvoelen.
Tijdens gevechten word je geconfronteerd met lastige vijanden die de ene keer enorm veel schade aanrichten en de andere keer juist weer een stuk sneller zijn dan jij. Blind afrennen op de vijand resulteert geheid in de dood of het tijdelijke verlies van je krachten. Het is nodig tactische overwegingen te maken en slim om te gaan met de mechanieken die je tot je beschikking hebt. De belangrijkste is de mogelijkheid de tijd stil te zetten en een aanvalsplan op te zetten. Zo kun je Red bijvoorbeeld achter een vijand positioneren voor meer schade of zo neerzetten dat ze meerdere vijanden met één klap raakt. Het aantal acties dat je kunt uitvoeren bij zo’n ‘turn’ is echter gelimiteerd. Na afloop kost het enkele seconden om weer te kunnen aanvallen. Dat maakt je kwetsbaar voor de nog overgebleven vijanden.
Hoewel gevechten niet makkelijk zijn en je duidelijk voordeel kunt halen uit slimme tactieken, ligt eentonigheid om de hoek. Echt oppervlakkig wordt het vechten nooit, maar we betrapten onszelf erop dat we vaak terugvielen op dezelfde tactiek. Eerst een ‘turn’ uitvoeren en daarna wegvluchten met een ontwijkbeweging blijkt simpelweg altijd succesvol.
Kort maar kunstzinnig
Transistor neemt je mee in zijn bijzondere verhaal- en gevechtsopzet, maar voldoet in beide gevallen niet helemaal aan zijn enorme potentie. Wel genoeg voor een bijzondere ervaring, maar niet genoeg voor een meesterwerk. Dat is achteraf gezien jammer, maar nauwelijks een teleurstelling. Transistor blijft namelijk een inventieve game die bij vlagen ontroert, verrast en intrigeert. Ook al is de game ietwat kort voor een RPG (zo’n acht uurtjes), de game overleeft zijn anticlimax op een mooie, kunstzinnige manier.
Transistor is getest op de PlayStation 4.