Header

Total War: Warhammer

Totale overwinning

Het is de combinatie waarvan je niet wist dat je hem wilde: Total War en Warhammer. De table-top strategiegame leent zich wonderwel voor de unieke mix van tactische veldslagen en Grand Strategy. Als je kijkt naar de gevechten zelf, hoef je bij wijze van spreken alleen maar de schakelaar ‘turn-based/real-time’ om te zetten.

Dat wil niet zeggen dat Total War: Warhammer een simpele ‘reskin’ is van de vorige Total War-games. Tenzij de schoolboeken ons voorliegen kent de geschiedenis teleurstellend weinig Arachnaroks die door de linies van gillende soldaten beuken, terwijl Goblins bovenop het spinachtige gevaarte met giftige pijlen om zich heen schieten. De gebruikelijke Total War-logica van het plaatsen van rijen speerinfanterie voor je lijn van kanonnen gaat niet op als een paar dozijn lansdragers te vliegend paard op je artillerie induikt. De wereld van Warhammer zit vol met bizarre en reusachtige wezens die in hun eentje zonder pardon een heel regiment verorberen. Het levert fantastische scènes op, zelfs al sta je aan de ontvangende kant.

De formule op z’n kop

Minstens zo invloedrijk op het slagveld zijn de aanvoerders zelf. Als je Total War met schaken vergelijkt, is je generaal net als de koning. Zet hem alleen in als het echt moet, want je wilt hem niet kwijtraken. In Total War: Warhammer heeft de aanvoerder meer weg van de koningin, want de Lords aan het hoofd van je leger zijn geen gewone stervelingen. Honderd keer zo sterk dan de gemiddelde voetsoldaat, houden ze zich staande tegen een schijnbare overmacht. Na elke overwinning maak je kans op een magisch zwaard of schild om je Lords mee uit te rusten. De Legendary Lords, zoals je factieleiders in de game heten, krijgen de toegang tot meerdere ketens van mi ies om een speciaal voorwerp te vinden.

De ontwikkeling van je Lords is uitgebreider dan ooit. Met maximaal dertig Skill Points om te verdienen kun je Lords – net als de Heroes waarmee je op de strategische kaart allerlei taken uitvoert – verbeteren in drie verschillende aspecten: het aanvoeren van je leger, de rol die ze spelen in de overkoepelende strategische modus en hun kwaliteiten in het directe gevecht. Ook kun je ze vaker wel dan niet voorzien van een strijdros (of een griffioen, als de Lord in kwestie keizer Karl Franz heet).

Alsof de prachtig geanimeerde monsters en de oersterke Lords de vertrouwde Total War-formule nog niet genoeg opschudden, kan vernuftig gebruik van magie de grootste aanval tot stand brengen. Soms ook letterlijk, als een Light Wizard een Net of Amyntok tevoorschijn tovert en meerdere regimenten aan de grond vastnagelt, zodat je artillerie en schutters alle gelegenheid krijgen om de vijand te beschieten. 

Ook al kan magie een doorslaggevende rol spelen tijdens het gevecht, het voelt nooit oneerlijk. Een belangrijke reden hiervoor is dat je reserves altijd beperkt zijn. Zelfs al waaien de Winds of Magic als een orkaan door de Old World, met elke spreuk die je sjamanen of dodenbezweerders uitspreken duurt het langer voor je de volgende mag prevelen. Voor een extra sterk effect kun je magie ‘overcasten’, maar dan loop je het risico dat de spreuk mislukt, je gebruikte mana verloren gaat en je eigen magiër als klap op de verdwaalde vuurpijl schade oploopt. Ook de Lords zijn, ondanks hun macht, altijd te verslaan met een gelijkwaardig leger. Een tip: gooi alles met de ‘Armour Piercing’-eigenschap op de aanvoerder of laat z’n pantser wegroesten met magie.

Duizend bommen en granaten

Als je één keer Total War: Warhammer speelt, doe je het fout. De vier facties van de game verschillen zo sterk van elkaar, dat de game meer variatie biedt dan de vorige drie Total War-games bij elkaar. De Empire, onder leiding van de net verkozen keizer Karl Franz, speelt nog het meest vertrouwd voor oudgediende Total War-spelers. Geïnspireerd door het laatmiddeleeuwse Heilige Roomse Rijk maken de legers van de Empire dankbaar gebruik van hellebaarden, kruisbogen en een brede selectie aan cavalerie. Dankzij de hulp van elfen en dwergen, hebben de mensen zich echter ook meester gemaakt van respectievelijk magie en buskruit.

De Dwarfs zijn de technologisch meest ontwikkelde factie. Ze ontberen elke vorm van cavalerie, maar naar wie ze niet willen lopen om met een bijl het hoofd te splijten, vuren ze wel een kanonskogel of twintig. Vliegmachines die dienst doen als bommenwerpers en een onbreekbare muur van schilden maken het dwergenarsenaal af. Dwergen en mensen zijn een voor de hand liggende alliantie, maar ook de mensen moeten op hun tellen letten. Elke belediging, elke actie die als kwaadwillend uitgelegd kan worden, gaat in de Book of Grudges. En elke wrok die High King Thorgrim Grudgebearer koestert, moet in bloed worden voldaan, alvorens je een campagne met de dwergen kunt winnen. 

Scheldnamen leren

Waar de Dwarf niks moeten hebben van magie, kunnen de Vampire Counts niet zonder. In de eindeloze rijen van zombies, skeletten en ander ondood gespuis vind je geen enkele boogschutter of kanonnier, maar dat gemis maken de Vampire Counts goed met een sterke beheersing van magie en een menagerie van bloeddorstige en veelal vliegende monsters. De zombies vormen het kanonnenvoer om de vijand mee op hun plaats te houden, zodat een uit de kluiten gewa en vleermuismonster de flanken kan verpletteren. De magie die hun legers bij elkaar houdt, werkt het beste in de gecorrumpeerde omgevingen van Sylvania, maar met behulp van je Heroes kan de Midnight Aristocracy deze Vampiric Corruption langzaam maar zeker verspreiden door de aangrenzende provincies.

De Greenskins zijn niet zo van het geduldig wachten en plunderen de hele Old World liever gisteren dan vandaag. Waar de overige facties een aardig aantal technologieën hebben om te ontdekken, vindt het verbond van Orcs en Goblins al dat denkwerk niet zo intere ant. Bij hoge uitzondering zoeken ze naar nieuwe scheldnamen om de bang aangelegde Goblins – of ‘dem nasty Gobbos’, zoals de Orcs hen noemen – in het gareel te houden of proberen ze steeds grotere spinnen te temmen. Maar het liefst zou elke Greenskin de hele dag moorden en plunderen. Dat is ook gelijk waar de Greenskins het grootste deel van hun inkomen vandaan halen.

De beste Warbo is de Greenskin die elke beurt een gevecht wint en in dat geval laat een Waaagh! niet lang op zich wachten. Dan voegt zich een tweede, autonoom leger zich bij dat van de bloeddorstige aanvoerder, klaar om de wereld onder de voet te lopen. Op het veld wi elen de lompe, maar prijzige Orcs de laffe, maar goedkope Goblins af. Hun gebrek aan intellectuele fine e compenseren ze met een gezonde dosis creativiteit, zoals een catapult waarmee Goblins zich enthousiast op de vijand laten afvuren. Dolkomisch om te zien en nog effectief ook.

Gork, Mork en de goden van Chaos

Niet alleen spelen de vier ra en significant anders, ze roepen elk een heel eigen sfeer op. Alle eenheden zijn gerepresenteerd met de zorg en toewijding die Warhammer-fans mogen verwachten. Elke factie staat bol van op maat gemaakte geluidseffecten, zoals het ijzingwekkende gegil bij het aanklikken van een Vampire Count-stad of de enthousiaste ‘Khazukan kazakit-ha!’ die klinkt na een overwinning met de Dwergen. De Greenskins zijn wat dat betreft de vrolijke noot in de verder uiterst serieuze wereld van Warhammer. Met een moddervet Cockney-accent en een stevige hooliganmentaliteit maken ze brullend (in geval van een Orc) en krijsend (in geval van een Gobbo, pardon, Goblin) de Badlands in het zuiden onveilig.

Het schrijfwerk draagt minstens net zoveel bij aan de presentatie van Total Warhammer als beeld en geluid. De game is doorspekt met Events die je eens in de zoveel beurten voor een keuze stellen en elk daarvan geven je een glimp van de verhalenrijke en soms hilarische Warhammer-wereld. De ene keer moet je voor de Greenskins de keuze maken tu en de ‘brutally kunning’ god Mork of de ‘kunningly brutal’ god Gork, de andere keer stuur je een keizerlijke Witch Hunter een verdacht bleke vrouw achterna, die wegvluchtte op een paard dat, zo zweert de getuige, louter bestond uit botten.

De vertelling van Total War: Warhammer komt tot een climax met de invasie van Chaos. Of je huid nu groen of lijkwit is, iedereen moet branden in de ogen van Archaon the Everchosen en met de zegen van alle vier Chaos-goden trekt hij vanuit het hoge noorden naar de bewoonde wereld. In zijn kielzog volgt een weerzinwekkende horde van met schedels behangen krijgers, demonen en gemuteerde gedrochten. Je moet van goeden huize komen om Archaon te verslaan en zijn Warriors of Chaos terug naar de steppen te jagen.

Maak die 21 GB maar alvast vrij op je d

Sinds Empire: Total War raden we je stellig aan om Total War-games pas een half jaar na uitgave te halen. Zo lang moest je minstens wachten voordat de bugs, crashes, tergend lange laadtijden en eindeloos durende beurten eindelijk zijn verholpen. Total War: Atilla deed het al beter, maar met Total War: Warhammer mag de regel de prullenbak in. De game draait volledig soepel, zonder onverklaarbare dips in de framerate en in vijftig uur spelen hebben we welgeteld één crash meegemaakt. De laadtijden beperken zich tot tien, mi chien vijftien seconden, al hebben we dit alleen op een d getest. Ook de beurttijden zijn een verademing voor wie zich de wachttijden van Rome 2 nog kan herinneren.

Als we streng zijn, vallen er nog wel foutjes te ontwaren tu en alles wat Total War: Warhammer goed doet. De traditionele eigenaardigheid dat veel animaties tu en de honderden vechtersbazen op het veld opvallend vaak langs elkaar heen gaan, maakt zijn terugkeer. Als je de camera inzoomt om de strijd van dichtbij te bewonderen, kan dat afleiden. Aan de andere kant hebben we dit liever dan hoe voorgangers dit oplosten, waar regelmatig vijf soldaten staan te wachten op Claudius Maximus Fatuus die zonodig een gelikte finishing move wilde uitvoeren.

We hebben de computertegenstander af en toe kunnen betrappen op rare manoeuvres tijdens het gevecht, zoals rustig alle troepen hergroeperen, terwijl ons leger hen bestookt met pijlen. Ook buiten het slagveld keken we gek op bij de voorkeur voor (boog)schutters te paard die de computer soms heeft. Zo zagen we een Empire-leger met een Lord, een speerregiment, zes keer de ruiters met pistolen en drie mortieren. Mi chien is de AI de meta ver vooruit met deze onorthodoxe samenstelling, maar wij klikten hoofdschuddend op ‘Autoresolve’. Deze voorbeelden zijn echter uitzonderingen die de regel bevestigt van een scherpe computertegenstander die genadeloos elk gat in de verdediging benut.

De torenhoge ambitie van The Creative A embly had heel anders uit kunnen pakken. De balans had hopeloos scheef kunnen zijn, of de game een technisch wrak. Gelukkig zijn geen van deze nachtmerriescenario’s uitgekomen en houden we de gedroomde strategietitel over. Veldslagen die van je scherm afknallen en een campagne die je vier keer een nieuwe ervaring biedt maken van Total War: Warhammer een triomf. Total War: Warhammer kan die ‘beste strategiegame van het jaar’ alvast in de zak steken.

Total War: Warhammer is vanaf 24 mei verkrijgbaar voor pc, Mac en Linux.