Pokémon: Let’s Go, Eevee en Pikachu zijn voor nostalgiezoekers en nieuwkomers
Ik kies jou! Opnieuw.
Het is al meer dan twintig jaar geleden dat Pokémon Yellow op de markt verscheen. Deze game was een herinterpretatie van de eerste Pokémon-games Blue en Red, waarin Pikachu achter je aan liep, net als bij Ash in de animatieserie. In een tijd van remakes, remasters en ports waarin nostalgie centraal staat, komt Nintendo met Pokémon: Let’s Go, Eevee en Pikachu.
Als jij ook bent opgegroeid met Pokémon Yellow en de allereerste Pokémon-serie, dan is Pokémon: Let’s Go pure nostalgie. De soundtracks zijn hetzelfde, maar dan van hogere kwaliteit en alle trainers en NPCs staan op hun originele plek met minimale aanpa ingen. Visueel is de game natuurlijk veel aantrekkelijker dan twintig jaar geleden. De technologische ontwikkeling heeft niet stilgestaan, waardoor we onze oude spelervaring op een hogere niveau kunnen herbeleven. Brock, Misty, Profe or Oak en pokémontrainer Blue zijn allemaal van de partij, samen met de eerste 151 pokémon. Dat is voor de nostalgiezoeker een waar pluspunt.
Wel vang je pokémon alsof het niets is. Waar je twintig jaar geleden blij was als je twintig pokémon gevangen had tegen de tijd dat je in Curelean City kwam, zit je nu zonder al te veel moeite op tachtig stuks. Puur door de hoeveelheid pokémon die je vangt zijn ze voor je gevoel minder waard. Vroeger was de kans om een Pikachu tegen te komen in Veridian Forest slechts 6% - en als je er echt eentje zag, was je blij verrast. Soms borrelt het gevoel wel op als je een Chansey probeert te vangen, maar over het algemeen zijn pokémon toch minder bijzonder.
Pokémon Go
Pokémon Go is ondanks opmerkingen van een bepaald segment van de fanbase alles behalve uitgestorven. De mobiele game kent nog steeds erg veel spelers en daarmee kan de game dan ook een waar succes genoemd worden. Nintendo heeft dit ook door en heeft daarom veel gameplay-elementen overgenomen van het spel. Zo is er geen sprake meer van een box, maar draag je al je pokémon altijd met je mee.
Voor mensen die voorheen alleen Pokémon Go gespeeld hebben, spreekt het vangsysteem ook voor zich. Je moet een pokébal op wilde pokémon gooien om ze te vangen. Hiervoor moet je de bal binnen de cirkel gooien. Om een pokémon makkelijker te kunnen vangen kun je gebruikmaken van berries en betere ballen, zoals Great Balls en Ultra Balls. Je Pokémon-party levelt door het vangen van pokémon. Ook krijg je snoepjes om je beestjes sterker te maken door overbodige pokémon op te sturen naar Profe or Oak, net zoals in Pokémon Go. Het systeem is makkelijk te leren en het vangen van pokémon door middel van motion controls is leuk. Voor de doorgewinterde Pokémon-spelers is het echt even wennen dat je niet meer tegen wilde pokémon vecht.
Simpeler en soepeler
De game is daarbij meer gebalanceerd, maar net zo basic als Pokémon Yellow. Net als in de oude Pokémon-game heeft elke pokémon ruimte voor vier aanvallen en een mooie HP-balk. Daarbij kunnen ze geen items vasthouden en hebben ze geen abilities om rekening mee te moeten houden. Alle types die er bij zijn gekomen over de jaren heen zijn geïmplementeerd. Zo is Clefairy een Fairy-pokémon en is de aanval Bite van het type Dark.
Veel onhandige aspecten zijn gelukkig ook verwijderd. Pokémon: Let’s Go bevat bijvoorbeeld geen HMs meer, speciale aanvallen die nodig zijn om verder te komen in de game. HMs maken plek voor secret techniques, die je Eevee of Pikachu leert naast hun gewone vier aanvallen. De aanval Cut is nu bijvoorbeeld vervangen door de secret technique Chop Down. Daarbij moest je soms erg ver teruglopen (van Vermilion City terug naar Cerulean City bijvoorbeeld) om verder te kunnen met het verhaal. Nu krijg je direct bij het leren van de benodigde secret technique eenmalig de mogelijkheid om naar de juiste plek te fast travelen.
Bovendien zijn de random encounters ook verdwenen. Je kunt daardoor de beruchte Zubat ontwijken en juist de interactie opzoeken met de pokémon die jíj wil. Dat scheelt een hoop gedoe.
Minder diepgang
Voor spelers die vinden dat Pokémon-games pas echt beginnen nadat de Pokémon League verslagen is, is er slecht nieuws: Pokémon: Let’s Go leent zich niet voor deze gebruikelijke diepgang. Door het gebrek aan abilities, items en een limiet aan hoeveel pokémon er zijn, zijn gevechten kinderspel. In dat opzicht klopt de angst die bij veel fans leefde; dit is een ‘tu endoortje’ die bedoeld is als instapper of als nostalgisch uitstapje.
Uiteraard zijn EVs wel te trainen en kun je weldegelijk zeggen dat pokémon natures hebben, maar daar blijft het ook bij. CP geeft een makkelijke doch onduidelijke krachtindicatie van je pokémon. Dit geeft een getal dat meer spreekt tot de emotiespeler dan voor de echte analist. De limiet van 151 pokémon is in die zin ook een strategisch slimme zet van Nintendo. Als dit spel aanslaat kunnen we waarschijnlijk van elke generatie een dergelijke heruitgave verwachten.
Pokébal-controller
Voor de Pokémon: Let’s Go-versie met de Pokébal-controller betaal je ongeveer 50 euro meer. Hiervoor krijg je een controller die heel leuk oogt en lekker in de hand ligt. De controller heeft een joystick en twee knoppen: eentje op de bovenkant van de Pokébal en de ander gebruik je door de joystick in te drukken. Het is leuk om daadwerkelijk met grote precisie met een pokébal naar pokémon te gooien.
Ook geeft hij feedback door trillingen en geluidjes van pokémon die je net gevangen hebt. Hierdoor lijkt het net alsof je de pokémon echt in je handen hebt. Daarbij kun je pokémon meenemen om lekker te wandelen, waardoor hij ook weer sterker wordt. De controller is extra leuk als je ook Pokémon Go speelt, want hij fungeert daarbij ook als Pokémon Go Plus, zodat je niet meer hoeft te letten op pokéstops en het apparaat je waarschuwt wanneer er een pokémon in de buurt is.
Toch mankeert er wel het één en het ander aan de Pokébal. Zo is de controller met geen enkele andere game te gebruiken. Hij heeft immers maar twee knoppen en zelfs in Pokémon: Let’s Go kom je daarmee in de beperkte opties terecht. Je kunt daardoor namelijk geen Y-, X-, Home-knoppen of triggers gebruiken. Al deze voor de Pokébal onbereikbare features zijn optioneel en zul je in die zin nooit nodig hebben. Echter voelt het apparaat daardoor wel als een halve controller die je niet meer aanraakt nadat je klaar bent met Pokémon: Let’s Go.
Voor de instapper of nostalgiezoeker
Pokémon: Let's Go mist door het gebrek aan cruciale elementen als abilities, items en een grote variatie pokémon de gebruikelijke diepgang. Zeker voor de competitieve speler voegen de Pokémon: Let’s Go-games niets toe aan de franchise waardoor zij deze beter over kunnen slaan. Voor (jonge) instappers heeft Pokémon: Let’s Go echter veel te bieden. Door de speler niet te overvallen met ingewikkelde gameplay ligt de focus vooral op de leuke, knu e sfeer van de game. Door pokémon te vangen met motions control van de Joy-Con of Pokébal zit je eigenlijk nooit echt stil op de bank en moet je alert blijven. Het wordt daardoor meer een mini-game die draait om goede timing en richting dan het strategisch verzwakken van pokémon zoals in voorgaande games.
Ook voor de ervaren speler kan nostalgie een goede reden zijn om de game toch aan te schaffen. Pokémon: Let’s Go geeft een waardevolle, mooie herbeleving van het oude bekende. Zeker in de feestdagen kan dit voor de nodige warme en fijne gevoelens zorgen.
Voor deze review is Pokémon: Let’s Go, Eevee gespeeld met de bijbehorende Pokébal-controller. Beide versies van de game zijn vanaf 16 november beschikbaar voor Nintendo Switch.
Laatste reviews: