Toen Dragon Quest Builders werd onthuld, vreesden we voor een simpele Minecraft-kloon. De manier waarop je vierkanten blokken steen uit de muur tikt en er iets mee bouwt, doet immers verdacht veel denken aan hoe de bekende bouwgame het doet. Toch weet Dragon Quest op een aantal fronten flink te innoveren.
Waar Minecraft jou als speler vraagt om je creativiteit te gebruiken, voelt Builders veel meer aan als een gestructureerd spel. Dat zie je bijvoorbeeld terug in de kamers die je kunt bouwen. Hoewel je prima een willekeurige ruimte kunt inrichten zoals je wil, is het verstandiger om de regels van het spel te volgen. Zet bijvoorbeeld een werktafel en een kist in een ruimte, en dit verandert in een werkplaats.
Deze specifieke ruimtes geven je bepaalde bonu en in het spel. Een goede werkkamer laat je bijvoorbeeld een pantser maken dat minder snel kapotgaat. Een kleedruimte zorgt er op zijn beurt voor dat je dorpelingen zich beter aankleden, zodat ze zich kunnen weren tegen aanvallen van monsters.
Dorp
Met het bouwsysteem voor huizen in het achterhoofd bouw je langzamerhand een dorp uit. Daar heb je een paar dorpelingen rondlopen, die je op termijn queesten aanbieden die vaak helpen bij het uitbreiden van je arsenaal of woonplek. Zo zal iemand je vragen om een gevangen smid te redden, die vervolgens automatisch wapens en pantsers gaat maken in een door jou gebouwde werkruimte. Of je moet er op uit om te leren hoe je een hamer maakt, om bepaalde stenen te kunnen delven.
De mi iestructuur zorgt ervoor dat je constant bezig bent met het verkennen van de wereld om nieuwe dingen te leren. Iets dat bij andere bouwgames ook leuk is, maar nooit zo expliciet wordt opgelegd. De dialogen van dorpelingen zorgen er bovendien voor dat de wereld tot leven komt, simpelweg omdat je niet de enige inwoner bent. Het zorgt ervoor dat Dragon Quest Builders vaak aanvoelt als een rollenspel, in plaats van een Minecraft-kloon.
Het maakt de game echter wel wat lineair. De spelwereld is ook niet willekeurig gegenereerd, maar van tevoren opgezet. Logisch, want hierdoor kunnen de ontwikkelaars leuke queesten neerzetten die je naar bepaalde plekken brengen. Maar het zorgt er ook voor dat de game bij een tweede speelse ie hetzelfde zal aanvoelen. Al is dat geen grote ramp: na tientallen uren waren wij nog niet eens halverwege het spel, dus tijdens je eerste keer spelen heb je genoeg te doen.
Iedere keer opnieuw
Dragon Quest Builders is opgedeeld in hoofdstukken. In ieder hoofdstuk krijg je een leeg dorp voor je kiezen, dat je naarmate je mi ies vervult steeds meer uitbreidt. Ergens is dat leuk, want het zorgt ervoor dat je niet tientallen uren je eerste locatie blijft uitbouwen.
Het betekent echter dat je aan het begin van een hoofdstuk echt helemaal opnieuw moet beginnen. Je verliest namelijk niet alleen je eerste dorp, maar ook de meeste bouwrecepten die je had geleerd. Dat kan in het begin demotiveren, maar na een tijdje is het een minder groot bezwaar. Je leert in nieuwe hoofdstukken namelijk om dingen te bouwen die je daarvoor niet kon gebruiken, waardoor het spel toch wat anders gaat aanvoelen.
Alles dat je leert maken wordt bovendien naar een vrije modus getransporteerd, waar je zonder beperkingen je eigen dorp kunt uitbouwen. Al mis je daar wel de mi iestructuur uit het verhaal, die de game juist zo leuk maakt.
Simpel weghakken
Eén onderdeel in Dragon Quest Builders zijn we minder tevreden mee: het gevecht ysteem. Tijdens het spelen kom je tientallen monsters tegen die je moet bevechten voor bepaalde voorwerpen, maar dit vechten bestaat grotendeels uit het rammen op één knop. Later krijg je nog een draaiaanval door de aanvalsknop een tijd ingedrukt te houden, maar dit biedt nooit de diepgang waar we op hoopten.
Door onduidelijke hitboxen is het lastig om te bepalen hoe ver je van een vijand moet staan, waardoor je geregeld onbedoelde klappen in het gezicht krijgt. Wie een centimeter teveel tegen een vijand staat, krijgt alleen daarvoor namelijk al een knal.
We zouden het gebrekkige gevecht ysteem graag door de vingers zien, maar helaas komt de nadruk er iets te vaak op te liggen. Zo moet je eens in de zoveel tijd bijvoorbeeld je dorp tegen monsters verdedigen, waarbij golf na golf naar je toekomt. Dat is op geen enkel punt leuk, en meestal irritant.
Laat je echter niet teveel door die slechte gevechten leiden, want Dragon Quest Builders is op de meeste momenten vooral één ding: een leuke mengelmoes van Minecraft en een jrpg. We hebben uren lol met de game beleefd, grotendeels omdat we traditionele bouwopdrachten op een net wat leukere, meer lineaire manier kregen voorgeschoteld. Die combinatie van factoren maakt het spel origineler dan we hadden gedacht, met meer dan een simpele Minecraft-kloon als resultaat.
Dragon Quest Builders is nu verkrijgbaar op PlayStation 4.