Lang voordat ik mijn rijbewijs haalde en ook nog maar een enkele verkeersregel kende, speelde ik met autootjes. Deze minuscule voertuigjes mochten in de meeste gevallen dan wel gebaseerd zijn op echte auto’s, in mijn wereld waren ze niet gebonden aan echte regels of natuurwetten.
Geen ander spel weet dat gevoel van onmogelijke capriolen maken met speelgoedautootjes zo goed te vatten als Burnout Paradise. Terwijl de eerste twee delen uit de serie nog redelijk gewone kleurrijke racers waren die het vooral moesten hebben van hier en daar wat riskant rijgedrag, gingen in Paradise City pas echt alle remmen los.
Auto’s in Burnout Paradise zijn stuk voor stuk fantasiebolides met neon gekleurde vlammen en intens glinsterende laklagen. Voorzichtig omgaan met deze creaties van chroom en staal is er echter niet bij. Ook in deze Burnout draait het om risicovol rijden waarbij een spectaculaire botsing nooit ver uit de buurt is. Weet je de vangrail of tegenliggers lang genoeg te vermijden dan vult de boost-meter zich steeds meer met gevaarlijk vlammend vuur. Door constant schansen op te blijven rijden, ander verkeer van de weg te beuken en vooral nooit op de rem te trappen scheur je gemakkelijk heel Paradise City door zonder ook maar één keer het gaspedaal los te laten.
Weg van de snelweg
Dat gegeven wordt mede mogelijk gemaakt door het feit dat het voor het eerst in de serie draait om een open wereld waarin officiële races opgezocht moeten worden op de honderden kruispunten van de stad. Paradise City kent een stadshart vol wolkenkrabbers, parkeergarages en steegjes, terwijl de bergregio weer uitblinkt in gevaarlijke bochten en ravijnen voor gigantische sprongen.
Zelfs tijdens races waarin auto’s elkaar van alle kanten belegeren wil het spel op technisch gebied er nooit onder lijden
Zoals het een goede openwereldgame beaamt heeft Burnout Paradise zo enorm veel te doen dat je onderweg naar de volgende race zonder uitzondering afgeleid wordt door een andere activiteit. Een in het eerste opzicht onbereikbaar billboard dat erom smeekt kapot gereden te worden of een rivaal die voorbij scheurt en wiens auto aan de garage wordt toegevoegd als je hem in de prak weet te rijden, zorgen ervoor dat je plotseling ergens anders uitkomt dan je eerst van plan was.
Burnout Paradise is zelfs vandaag de dag nog uitstekend omdat het spel nergens in de buurt probeert te komen van een echte rijervaring. Een groot deel van die ervaring is afhankelijk van de uiterst soepele 60fps waarin het hele spel draait. Zelfs tijdens de meest overvolle races waarin auto’s elkaar van alle kanten belegeren en de vonken haast van het scherm vliegen wil het spel op technisch gebied er nooit onder lijden.
Stad verkennen
Hoewel Burnout Paradise destijds al geroemd werd om zijn technische prestaties was er veel kritiek op de open spelwereld. Paradise City steekt behoorlijk complex in elkaar en in de races worden de coureurs helemaal vrijgelaten om zelf de route te bepalen. Een verkeerde afslag nemen kan fataal zijn en zelfs de simpelste wagenkla e gaat zo verschrikkelijk hard dat een besli ing voor een afwijking naar rechts of links binnen een halve seconde moet worden genomen.
Het maakt deze racegame spectaculair, maar ook ietwat moeilijk onder de knie te krijgen. Het kleine kaartje onderin het scherm vertrouwen om op de plaats van bestemming aan te komen is bovendien vragen om ongelukken. Het spel weet gelukkig met subtiele hints straatracers in de dop een beetje op de juiste weg te helpen. Na een paar races valt bijvoorbeeld al op dat de finishlijn altijd bij een vast aantal trekpleisters in de stad te vinden is. De knipperlichten van het voertuig naar keuze gaan bovendien aan wanneer de ideale afslag voor de race in de buurt is.
De spectaculaire auto-ongelukken gaan zelden vervelen
Burnout Paradise weet vooral ook racers aan te moedigen om de stad zelf zoveel mogelijk te verkennen. Er is haast geen weg die geen verstopte andere route of steeg heeft waar je in een latere race zomaar eens gebruik van zou kunnen maken. De verlaten spoorbaan in de berg is zo een veilige en snelle manier om vlug terug naar de stad te keren, terwijl tu en de wolkenkrabbers en andere bouwprojecten een shortcut te vinden is die je met gemak naar de andere kant van de stad brengt. Je omgeving goed kennen voordat je überhaupt aan een race begint is een eigenschap die weinig andere racegames hebben.
En mocht zo’n race toch uitlopen in een kettingbotsing dan is dat niet eens zo’n ramp. De volgende uitdaging is altijd maar een kruispunt verder. Het helpt natuurlijk ook dat de spectaculaire auto-ongelukken zelden gaan vervelen. De manier waarop autowrakken compleet aan stukken worden gescheurd heeft onder begeleiding van de kla ieke muziek – die naast rock en pop ook op de soundtrack is te vinden – iets wonderschoons. Terwijl stukken glas en metaal in slow-motion samengeperst worden ontdek je in Burnout Paradise zomaar hoe mooi spelen met autootjes kan zijn.
In Reload houdt Gamer.nl games van toen tegen het licht van nu. Deze Reload verscheen oorspronkelijk op 17 mei 2015.