Super Mario Odyssey viert deze week zijn zevende verjaardag. Het is nog altijd een waar genot om de 3D-platformer te spelen. Toch voelt de game met terugwerkende kracht ook als een zoektocht van ontwikkelaar Nintendo EPD naar Mario’s plek in een industrie waarin open spelwerelden de scepter zwaaien.
2017 stond voor Nintendo in het teken van nieuw leven. Dat blies het bedrijf zowel in zijn afnemende consoleverkopen als in zijn belangrijkste spelreeksen. Tegelijk met de release van de Switch vond het bedrijf Zelda opnieuw uit met de ultieme vrijheid die Breath of the Wild bood. Krap een halfjaar later deed Nintendo een vergelijkbare poging met Super Mario Odyssey.
Vrijheid blijheid
De tweedimensionale Mario-games waren in die tijd weinig inspiratievol - iets dat het bedrijf met Super Mario Bros. Wonder inmiddels heeft gecorrigeerd. Hoewel driedimensionale platformers als Super Mario 3D World uitpuilden van inventieve platformactie, ervaarden veel fans een zeker gemis. Het gevoel van vrijheid dat de levels in Super Mario 64 – en in mindere mate ook Sunshine – teweegbrachten, was met al die strak geregisseerde vervolgen verloren gegaan.
Ga maar na: Super Mario 3D World pakt in feite de lineaire platformgameplay uit de 2D-spellen en giet daar een voorzichtig 3D-sausje overheen. Je kunt wel verschillende richtingen op rennen, maar de levels voelen alsnog als parcoursen met een begin en einde. De twee Mario Galaxy-games hebben qua setting het gehele universum om mee te spelen – en doen daar duizelingwekkend creatieve dingen mee – maar ook hier zijn de levels onder de streep niets meer dan obstakeltochten van punt A naar B. Daar is niets mis mee, maar fans van Super Mario 64 waren toe aan meer vrijheid; aan open levels waarin je vrij rond kunt dartelen op zoek naar het volgende avontuur.
Voor Super Mario Odyssey greep Nintendo dan ook terug naar de open speeltuinen uit Super Mario 64. In het moderne Metro Kingdom loop je over daken en ben je het volgende moment aan het touwtjespringen, in Sand Kingdom ligt er een grote woestijn op je te wachten om doorheen te sjezen en in Cascade Kingdom verander je met Mario zelfs in een heuse Tyrannosaurus Rex!
De succesformule van Super Mario Odyssey bestaat niet alleen uit teruggrijpen naar de open omgevingen (soms zelfs letterlijk in de vorm van een level gebaseerd op de kasteeltuin uit de N64-klassieker). Nintendo EPD past binnen deze open context ook zijn opgedane ervaring tijdens het maken van de voorgaande games toe. De speelse ideeën uit de Galaxy-games en 3D World keren met verve terug, waardoor je om de paar minuten versteld staat van wat je nu weer aan het doen bent. Opeens bestuur je Mario op klassieke wijze in 2D via een in-game muur, verzamel je ingrediënten voor een pittige soep of sta je met de burgemeester van New Donk City een nummer te zingen. Zulke creativiteit moet haast wel jaloersmakend zijn voor andere ontwikkelaars.
Mario’s uiteindelijke vorm
Toch leek Nintendo in 2017 nog zoekende naar de perfecte structuur voor een moderne Mario-titel. Dit blijkt vooral uit de zogeheten Power Moons die spelers gedurende de game verzamelen. Deze versie van de sterren uit Super Mario 64 vormen het einddoel van alle platformsecties en opdrachten in de game. Het ‘probleem’ is dat er ongelooflijk veel van zijn – 880 om precies te zijn – en dat een aanzienlijk gedeelte vrij gemakkelijk te verkrijgen is. Hun gevoelsmatige waarde daalt in rap tempo zodra je beseft dat je ze op de hoek van elke straat kunt vinden, bij wijze van spreken. Nintendo had er wellicht goed aan gedaan om iets zuiniger te zijn met het uitdelen van deze Moons.
Het is bovenal een symptoom van het vraagstuk wát je spelers precies moet laten doen in dergelijke open levels. Het rondlopen in de spelwereld en de verschillende platformsecties klaren, behoort de échte beloning te zijn. Neem je echter afscheid van vooraf vastgelegde paden, dan is het opeens een stuk moeilijker om spelers naar deze gecureerde ervaringen te sturen. Of in ieder geval zonder dat de minder inspirerende stukken die je onderweg krijgt voorgeschoteld aan gaan voelen als opvulling, zoals de minder spannend gelegen Moons in Odyssey bewijzen.
Met de heruitgave van Super Mario 3D World voor de Switch, vier jaar na de release van Super Mario Odyssey, zette Nintendo de volgende stap in 3D Mario’s uiteindelijke vorm. Hier zat een nieuwe ervaring bij, genaamd Bowser’s Fury. Dit relatief korte 3D-platformspel is een logische evolutie van de begrensde speeltuinen uit Mario 64 en Odyssey: een écht open spelwereld waarin Nintendo toch strak geregisseerde ervaringen weet te bieden.
Zet je Mario Odyssey en Bowser’s Fury naast elkaar, dan kun je niet anders dan razend benieuwd worden naar het volgende driedimensionale Mario-avontuur, dat ongetwijfeld voor de opvolger van de Switch gaat verschijnen. Volgt op beide ervaringen een nieuw soort spel dat nog meer vrijheid biedt, of schakelt Nintendo toch weer een tandje terug om begrensde perfectie te bieden? Hopelijk laten ze het ons zeer spoedig zien.