Het beste gamemoment van 2021 zat in Hell Let Loose
Naast de gezamenlijk gekozen Top 25 van 2021 vertellen Gamer.nl-redacteuren in deze rubriek individueel over de spellen die dit jaar de meeste indruk op ze hebben gemaakt. Vandaag: Ron met Hell Let Loose.
Hell Let Loose is een realistische veldslaggame in de Tweede Wereldoorlog. Het principe is simpel: multiplayer, vijftig geallieerden, vijftig nazi’s en een frontlinie waaraan zij ‘t uitvechten. Alles ziet er prachtig uit, de audio is ongekend en om de haverklap breekt de pleuris uit. Soms kun je in Hell Let Loose niets anders doen dan rennen, uitbloeden en doodgaan.
Wat is daar leuk aan? Niets. Hell Let Loose is niet leuk. Hell Let Loose is oorlog. Hell Let Loose is de zesde aflevering van de miniserie Band of Brothers, de Slag om de Ardennen. Hell Let Loose is pure angst en pijn, terwijl je met je neus in de modder ligt en er overal gewonde collega’s in paniek om hun moeder schreeuwen.
©GMRimport
Nu denk je misschien: whatever Vorstermans, jij speelt zevenduizend games per jaar, en nu moeten we opeens een hardcore veldslaggame gaan spelen terwijl we blijkbaar om onze moeder schreeuwen? Nou, nee. Hell Let Loose is niet voor iedereen. Hell Let Loose is voor mensen die snappen dat oorlog soms niet anders is dan niet proberen dood te gaan.
Nou ja, ik ben geen soldaat natuurlijk. Ik ken de ellende van oorlog niet. Ik typ dit terwijl ik gekoelde pitloze groene druiven eet. Maar ik ken wel de hectiek van multiplayergames. Vergeleken met die games doet Hell Let Loose iets heel bijzonders: het spel laat je echt zien en voelen hoe het is om onder druk te worden gezet. Deze game barst van de momenten waarop je vlucht-of-vechtreactie intreedt.
Een van die momenten is mijn absolute favoriet. Daarvoor moeten we even terug naar een van mijn eerste speelsessies. Die vindt begin september op een PlayStation 5 plaats, hoewel ik de game ook speel op pc. Er is op dat moment geen wolkje aan de lucht in de zonnige map in Frankrijk waarop ik speel. Het is mijn tiende potje in totaal, maar voor het eerst ben ik officier.
Het beste moment van 2021
Dat betekent dat ik vijf soldaten onder me heb. Zij zijn daadwerkelijk van mij afhankelijk en ik voel best wel wat druk. Alleen officieren kunnen communiceren met andere officieren. Dat gebeurt in een apart voicechatkanaal, waar officieren bombardementen inroepen en ze brede tactieken bespreken. Die tactieken moet ik dan weer terugkoppelen naar mijn soldaten.
©GMRimport
We zijn samen onderweg naar een punt dat gemarkeerd staat op onze map. Het gaat om een weiland, ongeveer een meter of tweehonderd lang. Aan onze ene kant ligt een sloot. Ik zie daar over een breedte van zeventig meter pak 'm beet dertig soldaten liggen. Het is geen groot weiland, maar het ligt vlak voor een kleine boerderij die we graag willen veroveren van de geallieerden.
In de sloot ligt iedereen maar een beetje te liggen. Af en toe wordt er geschoten en rent er iemand naar de overkant, maar er is verder weinig aan de hand eigenlijk. Nog voor ik het weiland op kan lopen breekt de hel los. Iedereen die niet in de sloot ligt, wordt binnen een seconde of twee aan gort geknald door twee machinegeweernesten aan de overzijde van het weiland.
©GMRimport
Ik heb het hier over een onmenselijke en onophoudelijke barrage aan kogels op enkelhoogte. In mijn huiskamer trillen de vullingen uit mijn kiezen door het surroundgeluid. Mijn scherm schudt en is beslagen met modder. Ik zie nauwelijks wat er gebeurt en in het chatkanaal worden dingen geschreeuwd die ik totaal niet kan verstaan.
Ik weet nu oprecht niet meer wat ik moet doen. Als ik blijf liggen, ga ik dood. Maar als ik ik opsta ga ik ook dood. Dan maar doodgaan. Ik hurk boven de sloot uit en ik toren ik boven een man of twintig uit. Ik schiet twee oprukkende soldaten dood van de tegenstander, terwijl ik mijn team dwing het weiland op te pushen. Vol overtuiging en overgave. Het is een iconisch multiplayermoment. Niemand luistert.
©GMRimport
Niet nadenken
Ik gooi twee rookgranaten om het zicht van de vijand weg te nemen. Dat lukt. Ik ren het veld op. Ik hoor de machinegeweren nog steeds knallen. Kogels suizen voorbij, maar ik word niet geraakt. Het pad dat ik naar de overkant neem is er een van onvolprezen opportunisme. Niet nadenken. Tien meter. Het geknal komt dichterbij. Vijftien meter. Ik ben nog steeds niet geraakt. Twintig meter. Dit gaat beter dan ik dacht.
Ik haal het tot de rookgranaten. Ik stop met rennen, gooi mijn lichaam naar de grond en begin te kruipen. Nu denk je misschien: waarom doet niet iedereen dat? Nou, kruipen gaat in deze game heel erg traag. Omdat officiers beacons kunnen plaatsen waarop teamleden kunnen spawnen, is het vaak effectiever om gewoon dood te gaan en te respawnen bij je team.
Acht minuten heb ik niets anders gedaan dan liggen in een weiland, met een hartslag van 154, gillend naar mijn teamgenoten.
-
©GMRimport
Maar dan onderschat je hoe star en inefficiënt deze officier is. Ik begin al kruipend aan mijn opmars, terwijl de machinegeweernesten de aanval op mijn trommelvliezen hervatten. Ik sta nu dusdanig onder druk dat ik nauwelijks het verschil tussen het gras en de lucht kan opmaken. Mijn scherm trilt onophoudelijk en de kleuren trekken weg. Ik blijf kruipen.
Inmiddels zie ik de icoontjes van enkele flankerende squads aan zowel de rechter- als linkerzijde van het weiland. Er is geen tijd om enthousiast te worden. Vrrrrrrrrmmmm. Ronkende vliegtuigmotoren vullen de huiskamer. Er komt een bombardement aan.
Orgies van stof en vuur
Bombardementen in Hell Let Loose zijn niet te vergelijken met bombardementen in andere oorlogsgames. Ik zou nog zevenhonderd artikelen kunnen schrijven over de eerste keer dat ik er eentje te verduren kreeg. Bombardementen in deze game zijn langzaam naderende orgies van stof en vuur. Ter vergelijking: het is een beetje alsof de wereld vergaat.
Mijn eerste bombardement zag er zo uit:
De schade valt mee, lijkt het. Als de rook wegtrekt, ligt het flankerende team links van mij in stukjes op de grond. In de sloot achter mij is niemand dodelijk geraakt. Het team aan de rechterkant rukt nog steeds op. Dat team gaat de boerderij achter het weiland flanken, maar die teamgenoten zijn nog erg ver weg. Nog altijd ben ik het dichtstbij de machinegeweernesten.
Steker nog, ik ben inmiddels aan de overkant van het weiland, waar ik plaatsneem tegen een dikke heg. De overtocht duurde acht minuten. Dat klinkt misschien niet lang, maar denk daar eens over na. Acht minuten heb ik niets anders gedaan dan liggen in een weiland, met een hartslag van 154, gillend naar mijn teamgenoten.
Nu ik niet meer onder druk van de kogelregen sta, kan ik eindelijk goed zien wat de situatie is. Die is minder complex dan ik dacht. Het zijn inderdaad twee machinegeweernesten, maar ze worden bemand door maar een handjevol soldaten. Onze andere soldaten, die langzaam doorkomen, kunnen er opeens makkelijk langs als ik ze uitschakel.
Hell Let Loose is oorlog, maar dan wel door alles te zijn wat Call of Duty niet is.
-
Schietend gaat dat me niet lukken. Ik besluit voor het eerst fraggranaten te gebruiken. Ik ben oprecht zenuwachtig want ik heb eigenlijk alleen nog met rookgranaten geworpen. Ik gooi de fraggranaten richting de plekken waar ik hoop dat ze zullen landen. Het zijn voltreffers. Het moment suprême staat helemaal op beeld.
Niet veel later bouwt mijn team een respawnpunt voor andere squads om op te spawnen en nemen alle teams het weiland in.
Zo'n moment is toch schitterend. Hell Let Loose is oorlog, maar dan wel door alles te zijn wat Call of Duty niet is. Ik maakte verschil in een team van tientallen mensen, maar niet door goed te kunnen richten of door sneller te zijn. Ik maakte verschil met een dom en onverantwoordelijk plan dat leidde tot een doorbraak. Als serieuze multiplayer-games dat faciliteren vind ik ze bijna altijd leuk.
Hell Let Loose is verkrijgbaar op pc, PlayStation 5 en Xbox Series X en S.