Favorieten: Cyberpunk 2077 was goed tegen de slapeloze nachten
Escapisme met een rauw randje
In deze rubriek vertellen Gamer.nl-redacteuren over de game die het afgelopen jaar de meeste indruk op ze heeft gemaakt. Vandaag: Lars met Cyberpunk 2077.
Cyberpunk 2077 voltooide eind vorig jaar zijn eigen ‘redemption arc’. Met de release van uitbreiding Phantom Liberty en de laatste patches die éindelijk de puntjes op de i hebben gezet, loste CD Projekt RED bijna drie jaar te laat zijn belofte in. Toch is de reden dat Cyberpunk 2077 mijn favoriet van het jaar is, een stukje persoonlijker.
Eind vorig jaar verloor ik, niet onverwachts en toch veel te snel, mijn vader. Het einde van het jaar was daarom een moeilijke, hectische periode. Het net uitgekomen Phantom Liberty spelen stond dus even niet op mijn to do-lijstje. Maar na deze periode had ik juist meer dan ooit behoefte aan een game waar ik écht in kon duiken. Die game werd Cyberpunk 2077.
Terug naar Night City
Cyberpunk was niet nieuw voor me. Drie jaar eerder genoot ik ook al van het dystopische universum dat CD Projekt RED heeft gebouwd op het fundament van Mike Pondsmith. Destijds ging er natuurlijk nog wel een hoop potentie verloren. Het is nou eenmaal wat moeilijker om jezelf echt onder te dompelen in een spelwereld als er op ieder moment auto’s uit de lucht kunnen vallen.
Dankzij de vele updates is het tegenwoordig juist leuker dan ooit om echt te roleplayen in Night City. De verbeteringen reiken immers veel verder dan puur polijsting. De manier waarop cyberware en perks werken, nieuwe interacties met personages en zelfs het toevoegen van werkend openbaar vervoer maken dat Cyberpunk lééft. Night City werd, hoe verdorven de stad ook is, een wereld waar ik even naartoe kon ontsnappen. Grofweg honderdvijftig uur bracht ik er door – en ik ben pas recent aan Phantom Liberty begonnen.
Toch is de wereld van Cyberpunk niet eentje die je zomaar naar je hand kan zetten. Boven alles hangt immers een grimmig overkoepelend thema. V gaat langzaam dood door een chip in zijn hoofd, als een tijdbom waarvan onduidelijk is hoeveel er nog op de klok staat. Vanwege de gebeurtenissen van vorig jaar keek ik nu uiteraard anders tegen dit thema aan dan drie jaar geleden, maar daar kwam tijdens het spelen nog iets bij.
Digitale spiegel
Door het jaar heen worstelde ik zelf ook met mijn gezondheid. Uiteindelijk bleken een hoop vage klachten allemaal samen te hangen en lag slaapapneu hieraan ten grondslag. Weliswaar niet zo dodelijk als V’s chip, maar weldegelijk een sluipende conditie die je dagelijkse leven, functioneren en in zekere zin je persoonlijkheid steeds meer overneemt. Het is bovendien iets waar niet zomaar iets aan te doen is.
Het gaat wat ver om te zeggen dat Cyberpunk 2077 me heeft geleerd om met de situatie om te gaan. Toch denk ik dat Cyberpunk een positieve noot is geweest in de turbulente afgelopen anderhalf jaar. Niet in de laatste plaats omdat je in Cyberpunk wél kunt weglopen voor je problemen. Gewoon door iets anders te gaan doen. Wanneer Panam of Judy weer eens appten dat ze iets nodig hadden, reed ik er gelijk heen. Die main quest (lees: het dealen met die tijdbom in je hoofd) wachtte maar even. Ik heb er dan ook alle tijd voor genomen om heel Night City uit te pluizen.
Cyberpunk spelen in deze omstandigheden zette me tegelijkertijd aan het denken. Ik merkte dat daardoor gaandeweg mijn keuzes in het spel ook veranderden. In het begin verzette ik mij vrij hevig tegen V’s ‘ziekte’ en Johnny Silverhand, net als drie jaar geleden. Maar na een tijdje veranderde dat. Ik begon Johnny te omarmen. Ik scheld ‘m nog steeds verrot als dat terecht is hoor, maar ik realiseerde me dat hem wegduwen uiteindelijk geen zin heeft. Johnny is onderdeel van V, zoals slaapapneu onderdeel van mij is.
Cyberpunk 2077 had een paar jaar en flink wat patches nodig om zijn huidige niveau te bereiken, maar wat mij betreft kwam ‘ie zo precies op tijd. Het was exact de game die ik nodig had. Om dingen te vergeten, of juist te overdenken en in perspectief te plaatsen. Inmiddels gaat het na bijna een jaar aanklooien gelukkig een stuk beter met me. Ik ben als het ware zelf ook eindelijk gepatcht. Nog niet helemaal de oude, maar inmiddels ben ik na het opstaan weer klaar voor nieuwe avonturen. Het is dus de hoogste tijd om, na Night City, nu ook Dogtown op stelten te zetten.