Het zal vast niet makkelijk zijn hoor, om een faire prijs voor een console vast te stellen. De R&D van het apparaat, productiekosten, concurrerende apparaten, de betaalbereidheid van de consument; allemaal factoren om in overweging te nemen. Dan is het fijn als iemand tijdens een brainstormsessie gewoon even een exorbitant bedrag roept. Zoals 800 euro.
Met zo’n bedrag hoef je je plotseling niet meer druk te maken over al die futiliteiten. Je hoeft de (in de loop der jaren duurder geworden) standaard PS5 ook niet ineens af te prijzen. Je product is nu namelijk ineens een luxeproduct. Gefeliciteerd, je hebt nu een vrijbrief om met een gerust hart de prijs omhoog te blijven duwen. Apple doet het al jaren, dus waarom zou Sony het niet doen met de PlayStation 5 Pro?
Betere raytracing en jaarcijfers
Voor die 800 euro krijg je een PlayStation 5 die aan de buitenkant voorzien is van Adidas-strepen en verder vooral aan de binnenkant is opgekalefaterd. Met een grotere GPU die nog beter voor jou kan synthetiseren en rasteren, betere raytracing, en AI die de omzet van Sony kan upscalen.
Nee sorry, voor een technische analyse moet je niet bij mij zijn. Ik verwijs je graag door naar mijn collega Tom, die daar veel zinnigere dingen over te vertellen heeft. Bovendien geloof ik PlayStation-hoofdarchitect Mark Cerny voor de volle 100% als hij met zijn geweldig rustgevende stem gepassioneerd vertelt hoe de poppetjes in de achtergrond van Ratchet & Clank: Rift Apart (een game uit 2021) nu iets gedetailleerder zijn. Al kon dat ding koffiezetten en massages geven, voor mij is alles irrelevant geworden na de onthulling van die prijs.
Minder voor meer
Normaal koop ik álle hardware. Deels uit een soort beroepsmatig automatisme, en deels omdat gamen gewoon mijn hobby is. Een hobby mag best wat geld kosten. Ook de PS5 Pro had ik in mijn hoofd al aangeschaft. Ik zag ’m praktisch al liggen in m’n tv-meubel! Totdat Cerny als een soort Thanos met zijn vingers knipte, de prijs onthulde en ik de denkbeeldige PS5 Pro als stof uit mijn gedachten zag waaien. Met een prijskaartje van 800 euro heeft Sony bij mij een psychologische grens overschreden.
Vooral omdat je er met die 800 euro nog niet bent. Pro-modellen zijn doorgaans voorzien van alle toeters en bellen, maar Sony laat bij de PS5 Pro heel sneaky de diskdrive weg. Sony haat namelijk fysieke games. Die kun je immers doorverkopen of uitlenen en dat moeten we niet willen met zijn allen. Ik geef echter nog altijd de voorkeur aan fysieke exemplaren. Niet omdat ik ze kan doorverkopen, maar juist omdat ik hou van games en dus graag iets tastbaars heb.
©GMRimport
Ratchet & Clank, Spider-Man 2, Gran Turismo 7, Horizon: Forbidden West; praktisch al die games die Cerny aanhaalt, heb ik dan ook in de kast staan. Als ik dus in die games van de extra pixels en raytracing wil genieten, mag ik ook nog eens 120 euro aftikken voor de losse diskdrive. Of ja, ik kan ze natuurlijk ook opnieuw kopen, maar dan digitaal. Grappenmakers. Het weglaten van de diskdrive is geen schop tegen het zere been, het is een regelrechte rochel in het gezicht van juist de trouwste PlayStation-bezitters.
En ach, als je toch bezig bent, wil je het apparaat misschien ook wel rechtop zetten? Dat is dan nog eens 30 euro. Want in tegenstelling tot bij het lanceermodel dat ik nu heb staan, zit er geen standaard bij de PS5 Pro. Minder voor meer dus. Cerny gaf aan dat de PlayStation 5 Pro gestoeld is op drie pijlers, maar hij vergat erbij te vermelden dat het dan gaat om inflatie, krimpflatie en graaiflatie.
Arrogante marktleider
Want het is natuurlijk ook zo dat Sony deze prijs gewoon kan maken. Ze zijn marktleider, dus zij bepalen. Sony ging al voorop in het verhogen van de prijs van games, consoles, onlineabonnementen en zelfs controllers. Microsoft volgt braaf, of haakt in dit geval af. Er komt immers vooralsnog geen ‘Xbox Series X Pro’, laat staan voor een meer schappelijke prijs. Dit is wat je krijgt in een markt zonder gezonde concurrentie. Wie het beste van het beste wil (pc even buiten beschouwing gelaten), komt vanzelf bij Sony uit. Daar is de kassa, dank u wel en tot ziens.
Schep jij nou ook graag een precedent voor nog duurdere consoles, dan kan dat vanaf 7 november. Toegegeven, 950 euro* is een hoop geld, maar dan heb je wél een rechtopstaande console die jouw schijfje van The Last of Us Part 2 (een game uit 2020) in 60 fps fidelity-modus afspeelt.
*PS Plus-abonnement t.w.v. 71,99 euro per jaar niet inbegrepen.