Geen game geeft mij zoveel voldoening als een metroidvania
Terwijl ik voor het eerst Ori and the Will of the Wisps speel, verbaas ik mij over hoe extreem ik aan het genieten ben. Ik kan er niet langer onderuit: de metroidvania is voor mij veruit het beste gamegenre.
Eigenlijk ben ik pas vrij laat in mijn ‘gamecarrière’ begonnen met het spelen van games binnen dit genre. Ik heb de klassieke Metroid-games toen ze uitkwamen nooit gespeeld. Ik proefde er pas echt van met Metroid Prime op de GameCube. Hoewel metroidvania’s negen van de tien keer tweedimensionaal zijn, bevat Prime dezelfde bouwstenen als zijn genregenoten. Door voorwerpen of vaardigheden te vergaren, open je steeds meer paden. Hierdoor versterk je niet alleen jezelf maar krijg je ook steeds beter door hoe de spelwereld in elkaar steekt.
©GMRimport
Later heb ik het overigens helemaal goedgemaakt wat betreft het spelen van die oude Metroids. Sindsdien heb ik mijn ervaring met het genre ook flink uitgediept. Games als Yoku’s Island Express, Steamworld Dig 2 en de Ori-spellen gaven hetzelfde soort voldoening, maar op eenzame hoogte staat Hollow Knight. Toen ik die game speelde, begon ik pas echt te beseffen dat de metroidvania precies mijn ding is. Ik had er voor die tijd simpelweg niet bij stilgestaan dat ik überhaupt een favoriet genre kon hebben, of dacht gemakshalve dat het de platformer was, waar de metroidvania van afstamt.
Maar nu ervaar ik weer datzelfde gelukzalige gevoel tijdens het spelen van Ori and the Will of the Wisps. Het is een enorme verbetering ten opzichte van het eerste deel, dat door de relatieve oppervlakkigheid en kleine schaal van de spelwereld toch een beetje als ‘my first metroidvania’ voelt. Will of the Wisps gooit echter alle remmen los met een gigantische wereld om jezelf in te verliezen. Gecombineerd met de extreem soepele gameplay en de vele upgrades om jezelf nog sneller door die wereld te kunnen verplaatsen, is het genieten geblazen. Voor mij kan daar niets aan tippen, maar waarom is dat eigenlijk?
©GMRimport
De toerist uithang
Ik kan me nog goed herinneren dat ik voor de MS-DOS-versie van Wolfenstein 3D samen met mijn neef complete papieren landkaarten van levels tekende, om alle paden en geheime gangen duidelijk in kaart te brengen. Wolfenstein is natuurlijk een shooter en vrij lineair, en kaarten maken hoeft tegenwoordig al helemaal niet meer, maar toch is die fascinatie voor jezelf vertrouwd maken met een vreemde omgeving altijd gebleven.
Als ik er over nadenk, vind ik dat ook het leukste aan de toerist uithangen in het buitenland of verhuizen naar een andere stad. Eerder doorlopen straten die voorheen mijlenver uit elkaar leken te liggen, blijken opeens verbonden door een smal tussenstraatje. Plots begrijp je waar dat ene mooie gebouw staat in verhouding met het gezellige stadscentrum. Ik hoor dan als het ware een ‘klik’ in mijn hoofd, zowel in het echt als tijdens het spelen van een game: twee losse gedachtenkronkels die door een observatie via een nieuw hersendraadje samensmelten.
Dat lijkt misschien wat filosofisch, maar het is in de kern waarom een metroidvania mij zoveel voldoening biedt. Waar ik in andere games vaak het gevoel heb dat ze mijn tijd niet respecteren, stoor ik er mij in een metroidvania geen moment aan wanneer ik voor de tiende keer dezelfde weg bewandel. Ik ben op dat moment immers óók progressie aan het boeken, omdat de kaart die zich langzaam maar zeker in mijn hoofd vormt steeds duidelijker in beeld komt. Als een mist die langzaam optrekt. Wat een heerlijk gevoel is dat toch!
©GMRimport