Gamescom is terug en dat is maar goed ook
Eindelijk mochten we weer. Gamescom opende deze week haar deuren en dus konden we voor het eerst sinds jaren weer eens genieten van een echte gamebeurs. Toch voelde het nog niet helemaal als vanouds. Veel uitgevers hebben gemerkt dat ze hun games ook via digitale events kunnen tonen en dus zagen onder andere Sony, Nintendo, EA en Activision niet de meerwaarde van een fysiek event als Gamescom. Ze zitten er behoorlijk naast.
Geen digitaal evenement haalt het namelijk bij fysieke interactie. Al bij mijn eerste afspraak spat het enthousiasme van de presentatie. Natuurlijk is het hun werk om enthousiast te praten over hun game - ze zijn daar om hun product te promoten. Toch is die menselijke interactie anders dan kijken naar een kille, onpersoonlijke stream. Nu kan ik ook gelijk met een kritische vraag hun ingestudeerde praatje onderbreken en zo hun enthousiasme op de proef stellen. Daar haal ik voor mijn werk dan weer meer uit. Recent nog woonde ik een digitaal event bij waarbij zo rechtstreeks ‘inbreken’ geen optie was en dat maakt een wereld van verschil.
Gamescom is daarnaast ook een viering van onze gezamenlijke passie. Dat gaat verder dan ‘de nieuwste games spelen’. Het draait ook om elkaar ontmoeten en praten over games en bijbehorende ontwikkelingen, of de merchandisehal afstruinen naar toffe figurines, LP’s met soundtracks, of andere gamehebbedingetjes. Wie zonder enige vorm van loot terugkomt, beleeft Gamescom verkeerd.
©GMRimport
Aandacht op de vloer verschuift
Helaas is het niet alleen in mijn agenda met afspraken duidelijk dat een aantal uitgevers Gamescom overslaat. Ook op de beursvloer zelf valt hun afwezigheid op. Meestal tuigt EA een half voetbalstadion op voor de nieuwe Fifa, en ook Sony had de afgelopen jaren doorgaans grote, opvallende stands waar dit jaar een game als God of War: Ragnarok niet zou misstaan als pronkstuk. Gamescom beslaat dit jaar dan ook een zaal minder, en de andere zalen zijn duidelijk ruimtelijker ingericht. ‘Vanwege corona’, zo luidt de officiële lezing, maar je gaat mij niet vertellen dat het aantal aangemelde standhouders daar niet ook mee te maken heeft.
De standhouders die er wél zijn, verdienen wat mij betreft een groot compliment. THQ Nordic, Bandai Namco, Ubisoft, Sega, Plaion (voorheen Koch Media) en Xbox maken er een waar feestje van met stands die flink zijn aangekleed en waar bovendien veel te spelen is. Daar zitten tot mijn verbazing zelfs demo’s bij die speciaal voor Gamescom zijn ontworpen. Voor Park Beyond is een demo in elkaar gezet waarin je in sneltreinvaart leert hoe je een achtbaan ontwerpt, en voor Alone in the Dark heeft de ontwikkelaar een heuse proloog getiteld Grace in the Dark gemaakt. En dat in tijden waarin demo’s überhaupt al een uitstervend ras zijn.
De aanwezige games trekken dan ook veel bekijks. Er staan de hele dag door flinke rijen bij games als Skull & Bones, The Devil in Me, SpongeBob SquarePants: The Cosmic Shake en zelfs Saints Row, die toch al uit is. Ook op de vloer met indiegames is het echt dringen geblazen. Al die mensen die normaal uren in de rij staan bij EA of Sony zoeken nu hun heil elders. Ergens ben ik dus wel blij met de afwezigheid van enkele grote namen. Nu is er veel aandacht voor een hoop andere games die de aandacht waarschijnlijk harder nodig hebben dan Call of Duty: Modern Warfare 2 of Pokémon Scarlet & Violet. Het gamefeest gaat dus gewoon door, in de spotlights staan alleen wat andere namen dan gebruikelijk.
©GMRimport
©GMRimport
©GMRimport
Alles op Game Pass
Toch zie ik terwijl ik over de beursvloer wandel een andere bedreiging voor evenementen zoals Gamescom: Game Pass. Op de stand van Microsoft zijn veel games te spelen, maar om Sea of Thieves of Flight Simulator te spelen hoef ik niet naar Keulen, die kan ik thuis ook gewoon even downloaden en checken. Er staan ook games die nog niet uit zijn, zoals A Plague’s Tale: Requiem en Lies of P, maar waarom zou ik daar voor in de rij gaan staan om dan gehaast met zes Duisters in mijn nek te spelen? Ook die spellen staan straks immers vanaf dag één op Game Pass. Ik hoef er dus geen extra geld voor neer te tellen en hoef dus niet nu al overtuigd te worden.
De grootste bedreiging voor Gamescom komt wat mij betreft dan ook niet door de uitgevers die er niet zijn, maar uitgerekend door eentje die er wel is. Game Pass is een geweldige deal, maar verandert de manier waarop we spelen, waarop we games uitkiezen, en dus ook de manier waarop we ons oriënteren. De disruptieve effecten van zulke abonnementsdiensten beginnen we als industrie pas net te merken. Tot die tijd kan ik iedereen aanraden om Gamescom – of een andere grote gamebeurs – te bezoeken. Het is de ultieme viering van datgene waar wij allemaal van houden.