In deze editie kijken we vooral naar software waarmee je omgevingen, personages en objecten voor games kunt maken. Daarbij werpen we een blik op populaire software die je in het werkleven wellicht nodig zult hebben, maar richten we ons eveneens op de gratis alternatieven waarmee je ook zonder geld alvast kunt oefenen.
Voor de 3D artist
Er zijn tientallen programma’s om je eigen 3D-omgevingen en -modellen mee te maken, maar in de afgelopen paar jaar zijn studio’s vooral drie stukken software gaan gebruiken: Maya, 3Ds Max en Zbrush. Deze programma’s worden door zo’n beetje alle ontwikkelaars gebruikt die we ernaar vroegen.
Maya is een traditioneel modelleerprogramma van Autodesk, dat ook veel bij opleidingen wordt gebruikt om het vak te leren. Dat is met een reden: studenten mogen Maya drie jaar lang gratis gebruiken. Zit je niet op een opleiding, dan kun je de software een maand lang uitproberen. Daarna wordt het voor een zelfstuderende fanatiekeling wel een dure grap. Een licentie op Maya kost namelijk €307,50 per jaar, of €36,90 per maand. Voor dat geld krijg je echter wel de software die zelfs door triple-A-studio’s wordt gebruikt om omgevingen en andere 3D-objecten te maken. Wij zouden hier alleen in investeren als je vastberaden bent om in de game-industrie terecht te komen. Maya onderscheidt zich door ondersteuning voor plugins, waardoor er makkelijk nieuwe functies aan toegevoegd kunnen worden.
3Ds Max is ook afkomstig van Autodesk. Volgens sommige 3D artists is deze software iets gebruiksvriendelijker, maar je bent ook veel meer ervoor kwijt. Een licentie voor dit vriendelijkere alternatief kost 246 euro per maand, of 1968 euro voor een volledig jaar. Hierbij geldt ook: je kunt de software een maand gratis uitproberen of drie jaar kosteloos gebruiken als je studeert.
Zowel Maya als 3Ds Max zijn bedoeld voor algemene 3D-modellen en omgevingen. Voor gedetailleerdere modellen, zoals de hoofdpersoon van een game, wordt ZBrush gebruikt. Dit programma specialiseert zich in het modelleren van kleine details. Een licentie op dit programma kost 795 euro. Dan heb je de software in één keer, maar je hebt niet de mogelijkheid om bijvoorbeeld per maand te betalen. Wij zouden hier als beginner nog niks mee doen. De kneepjes van het vak leer je wel in andere programma’s, zodat je wellicht ooit bij een werkgever aan de slag kunt met ZBrush.
Voor de beginnende 3D artist
Het moge duidelijk zijn: software voor 3D-modellen is vrij prijzig. Je kunt honderden euro’s per jaar kwijt zijn, enkel omdat je wilt leren hoe je een personage of 3D-omgeving voor een game vormgeeft. Studenten krijgen drie jaar om te knutselen met dezelfde software, maar niet iedere fanatieke aspirant-artist zit nog op school. Gelukkig is er ook een alternatief om je gratis op gang te helpen.
Het open source-programma Blender biedt namelijk een manier om met 3D-personages aan de slag te gaan zonder dat je daar een cent voor hoeft neer te leggen. Experts zullen je al snel vertellen dat Blender lang niet zo uitgebreid is als de profe ionele alternatieven, waar ze hoogstwaarschijnlijk gelijk in hebben. Met Blender kun je echter wel jezelf de basisprincipes op het gebied van 3D-modelleren aanleren. Alles wat je in Blender leert, kun je later nog altijd gebruiken om 3Ds Max en Maya goed onder de knie te krijgen.
Het fijne aan Blender is de database aan gratis beginnersle en. Hierin leer je om je eerste 3D-modellen te maken en hoe je bijvoorbeeld een digitale kraan kunt animeren. Dat maakt het een ideale manier om aan de slag te gaan.
Voor de pixel artist
Bovenstaande software is handig als je wilt leren om 3D-games te maken, maar als pixel artist heb je er weinig aan. Voor 2D-sprites heb je heel andere software nodig, die in veel gevallen gewoon gratis te gebruiken is. Het a ortiment is hierdoor ook veel breder: de ene pixel artist is de ander niet. Iedereen heeft zo zijn of haar voorkeur op het gebied van software.
Eén naam die we vaker dan normaal voorbij zien komen is Paint.NET. Dit stuk software is in feite een onofficiële, uitgebreidere variant op het befaamde Microsoft Paint, waarin je pixelprecies tekeningen kunt maken. Naast tekenen kun je er niet heel veel mee, maar je hebt wel de mogelijkheid om met lagen te werken en om je acties terug te spoelen.
Dan is er nog software om geanimeerde sprites mee te maken, zoals Aseprite en GraphicsGale. Ben je van plan om je objecten meteen in de game te gebruiken, dan is het verstandig om dit soort programma’s te leren kennen. Het animeren van een sprite is namelijk maatwerk, waar je tijdens het ontwerpen rekening mee moet houden. Beide softwarepakketten vergen echter nogal wat oefening en inleeswerk.
Adobe Photoshop leent zich ook voor het ontwerpen van sprites en ander 2D-werk, maar het gebruik daarvan is uiteraard een stuk duurder. De goedkoopste jaarlicentie voor Photoshop is op dit moment 12 euro per maand. Het is flink wat minder dan je betaalt voor de 3D-software die we hierboven bespreken, maar tegelijk een stuk onaantrekkelijker vergeleken met alle gratis alternatieven die ook beschikbaar zijn.
Op de Mac is Pixen een bekend alternatief, waarmee je sprites tijdens het tekenen kunt animeren. Ook dit is een betaalde app, maar de prijs valt gelukkig mee: je betaalt voor Pixen eenmalig een tientje.
Het is lastig om als pixel artist van start te gaan, omdat je door het 2D-perspectief de volledige vrijheid krijgt om je eigen stijl aan te meten. De Tumblr Make Games heeft wel een goede uitleg die je de absolute basis probeert te leren.
Dit artikel is onderdeel van een reeks artikelen op Gamer.nl die gaan over werken in de game-industrie. Elke donderdag is er een nieuw artikel over dit onderwerp op Gamer.nl te vinden. Daarnaast is jobs.gamer.nl gelanceerd, waarop je kunt speuren naar vacatures uit de game-industrie.