New Horizons - Koude kunst in het noorden | Gamer.nl

New Horizons - Koude kunst in het noorden | Gamer.nl

PC REVIEW - Als je gevraagd wordt om een Nederlandse gamedeveloper te noemen, zal je vermoedelijk Killzone-ontwikkelaar Guerrilla Games noemen. Toch zijn er inmiddels ook talloze andere, kleinere studios die fraaie (indie)games hebben uitgebracht. Zo brachten de afgelopen jaren ons onder andere Reus van Abbey Games, Awesomenauts van Ronimo Games en Luftrausers van Vlambeer. Met regelmaat komen er dus kwalitatief degelijke titel van Nederlandse bodem. Nieuw in dit rijtje is Amulware, dat debuteert met Roche Fusion.

Gestuwd door de pa ie voor het onderwerp vertelde ik mijn vader tijdens de kerstdagen over New Horizons. Ik kan me niet herinneren hoe vaak ik games als kunstvorm heb beschreven aan familie en het was dan ook niet moeilijk om iemand die me vijftien jaar heeft zien gamen mee te krijgen. De tentoonstelling, een gecureerde reis langs kunst in games, leek bovendien een intere ante en overtuigende wijze om mijn pa ie over te brengen. Ik had hoge verwachtingen met de belofte van beelden van Mirror’s Edge, Dear Esther en Uncharted in het verschiet. Of de schetsen van kunstenaar M.C. Escher, die de inspiratie leverden voor tal van games. Daarbij dacht ik meteen aan het sublieme Monument Valley, maar na het bezoek aan deze tentoonstelling bleek dat ik een kunstzinnig verantwoorde game aan me voorbij had laten gaan. Goed voornemen voor 2015: Echochrome spelen!

Binding

Mijn vader en ik rekenden op een volledige focus op (de kunst achter) games. De eerste zaal viel wat dat betreft een beetje tegen, want deze bestond in zijn volledigheid uit het werk “Judy Crook” van Jennifer Steinkamp. Op het gebruik van een engine na leek het werk van Steinberg, een animatie van een boom, weinig binding te hebben met games. Het is me dan ook niet duidelijk of de kunstenaar zich überhaupt heeft laten inspireren door bijvoorbeeld Monobanda’s Bohm of thatcompany’s Flower. Judy Crook zou gerechtvaardigd zijn als de curatoren hadden vermeld dat Steinberg de Unreal engine, Unity of een andere ontwikkeltool gebruikte voor haar kunst. Laat je het weg, dan vervalt de binding met games.

Games als kunstvorm

De volgende zaal bood meer ruimte om rond te kijken en gaf mij de mogelijkheid om te vertellen over de aanwezige spellen: Journey en Flower. Over Journey vertelde ik mijn vader in een kwartier hoe ik tijdens het spelen anderhalf uur lang met open mond naar zand en de betoverende protagonist staarde. Tijdens mijn relaas over de kracht van games keken mijn vader en ik naar beelden van Flower op een scherm. Een plaat van Journey hing in deze zaal achter het scherm.

Flower paste beter bij het thema in de zaal (landschappen), hoewel ik het jammer vond geen bewegende beelden van Journey te zien. Ook in deze zaal troffen we werk zonder duidelijke binding met het gamemedium: Ouverture van Broersen & Lukács. Het Bambi-landschap zonder Bambi mag digitaal zijn verwekt, een uitleg betreffende de gebruikte tools of engines miste. Daardoor ontbrak wederom de relatie met games.

The Talos Principle

Kunst met gamevormen

De hoofdzaal betrof een allegaartje van onderwerpen. In deze zaal zagen we onder andere een aantal schetsen van M.C. Escher, een beeld uit Mirror’s Edge, een video van Portal en conceptuele kunst gebaseerd op games. Bij het werk van Cory Arcangel, een post-conceptualist met overwegend digitale werkwijze, is het duidelijk waar zijn inspiratie vandaan komt. Het is de vraag hoe het werk “Super Mario Clouds” bij gamers valt, want Arcangels gemodde Super Mario Bros-cartridge kan worden opgevat als een gekortwiekte versie van een kla ieke game. Aan de andere kant is het knap dat iemand een levendige ervaring weet te reduceren tot een screensaver, met een arbeidsintensief proces van solderen en herprogrammeren (via een EEPROM-brander). Voordat je denkt: dat doe ik hem niet na, is het wellicht leuk om te vermelden dat je met de instructies van Arcangel je eigen “Super Mario Clouds” maakt met wat kunst- en vliegwerk.

Het is bij dit werk onduidelijk waar de kunst ligt: in het beeld, in de bewerkte cartridge of in de code? Dit zijn vragen die mi chien niet meteen bij gamers spelen, terwijl juist deze kwesties intrigeren, het werk van een post-conceptualist verklaren en rechtvaardigen. Kijk ook eens naar Cory’s boek “Working On My Novel” en je begrijpt hoe een post-conceptualist werkt.

Afdwalen van de games naar de kunstenaar en zijn of haar werk was vermakelijk en bijzonder leerzaam. Een vergelijkbaar gevoel kregen we bij de werken van Imogen Stidworthy, die met een sonarapparaat omgevingen scant en deze met een druk op de knop zichtbaar maakt. Dat levert mooie 3D-beelden op en maakte mij nieuwsgierig: zou je haar techniek kunnen toepa en bij de ontwikkeling van nieuwe games?

Veel mi ende links

Helaas miste er in de hoofdzaal te veel om een heldere link te leggen tu en de aanwezige beelden uit games, de game art en de stromingen die de makers inspireerden. Zo troffen we er bijvoorbeeld één stuk concept art van Uncharted, een aantal platen van Echochrome en schetsen van M.C. Escher. Monument Valley, dat kunst en games op verra ende wijze samenbrengt en mede hierdoor een Apple Design Award won in 2014, ontbrak.

Wel troffen we daarentegen negen platen van “Virtual Pylgre”, een Fries CD-rom-spel dat voelde als verplichte kost omwille van binding met de regio en de hieruit voortvloeiende lokale subsidies. Het Myst-achtige spel uit 2000 is slechts op een aantal obscure websites terug te vinden, waarbij ik het idee kreeg dat dit experiment nooit het daglicht heeft gezien. Van de negen platen keek ik met een wrang gevoel naar de enige afbeelding van Mirror’s Edge en had ik het moeilijk met de minimale aandacht voor Faith en haar kille stad. Wel kreeg ik ontzettend veel zin om de game te spelen en klonk de soundtrack al in mijn hoofd. Heerlijk.

Mirror’s Edge is een van de mooiste voorbeelden waarbij kunst een kristalheldere en onmisbare functie in een game vervult. De manier waarop rode objecten je naar de uitgang van een level leiden is uniek en het zien van deze objecten in de ijzig witte wereld is bijzonder. Met enige onmacht probeerde ik aan mijn vader uit te leggen hoe die wereld voelt tijdens het spelen. Het geluid van de wind bij een val, de zuchten van Faith en de verlo ende rode deur: je moet het simultaan ervaren om de kunst in de game te zien. Op de website van New Horizons staat in één regel vermeld hoe artwork de speler helpt in Mirror’s Edge, in de tentoonstelling wordt met geen woord gerept over kleurgebruik in games.

Het voelde zodoende alsof er bedoeld en onbedoeld happen uit de expositie mi en en tijdens mijn bezoek waren twee belangrijke, interactieve stukken niet eens op hun plek. Zo ontbrak een indrukwekkende grafische weergave van een muziekalbum (realtime 3D-landschappen van Tabor Robak) en was ook de Oculus Rift met Elite: Dangerous tijdelijk buiten gebruik. Een tegenvaller, want ik weet dat mijn vader vroeger astronaut wilde worden en zou smullen van deze ervaring. Door het ontbreken van deze werken vielen de andere beperkingen van de expositie extra op.

Loze belofte

In de folder lezen we: “Deze cro -overs (tu en kunst en game art – MDB) leveren spannende kunst en bijzondere games op”. Helaas is de kunst op een tweetal werken na verre van spannend. Verder is er te weinig materiaal van bijzondere games te vinden en mi en er hele installaties om onduidelijke redenen.

The Talos Principle

New Horizons presenteert vooral kunst naast games, in plaats van de kunst achter games. Met een minimale focus op de actualiteit, weinig of geen werk van gevierde concept artists en het uitblijven van interactieve middelen voelde de tentoonstelling voor mij afstandelijk en bij vlagen zielloos. Loop je na de expositie het Fries verzetsmuseum binnen, dan word je getrakteerd op boeiende verhalen uit het verzet, kundig geselecteerde stukken en tal van multimediale voorzieningen. Die pa ie en toewijding is nergens terug te vinden bij New Horizons, waar interactie plaats maakt voor interferentie. Het gaat ver om te zeggen dat de tentoonstelling game art niet serieus neemt; New Horizons doet de aanwezige games in ieder geval tekort.

The Talos Principle

En dat is jammer. Ik heb ouders gezien die hun kinderen met deze expositie wilden laten genieten van kunst, die helaas niet spannend was en dikwijls irrelevant. Op mijn beurt heb ik mijn vader willen laten genieten van bijzondere games, die bij deze tentoonstelling schitterden door afwezigheid. Kunst en games zijn op tal van wijzen te verenigen en daarbij kon het museum putten uit een regenboog van virtuele werelden. Voor deelnemers aan het Next-Gen Art Event vormde de tentoonstelling wellicht een welkome aanvulling. Voor het grote publiek, met name kunst- of gameliefhebbers, is er te weinig aan de horizon om een bezoek te rechtvaardigen.

New Horizons is te bezichtigen tot 15 februari. Bij aankoop van een kaartje heb je ook toegang tot de rest van het Fries Museum, waaronder het Verzetsmuseum.


Artikel als favoriet toevoegen
Deel dit artikel

Aanbevolen voor jou