Een opvallende twist in het recensieproces van The Legend of Zelda: Tears of the Kingdom de afgelopen twee weken. Ik begon namelijk tegen mijn katten te praten.
Ruim twee weken geleden viel-ie plots in de mail: een code voor The Legend of Zelda: Tears of the Kingdom. Ik recenseer inmiddels al zo lang games dat zo’n code niet meer voor kriebels in de onderbuik zorgt. Maar natuurlijk, het is een momentje.
Ik ben gigantisch fan van games, en een nieuwe Zelda is iets om naar uit te kijken. Maar ook het recenseren van Zelda-games is gewoon journalistiek. Inmiddels heb ik een soort modus operandi ontwikkeld om games aan te vliegen. Die is heel simpel: gewoon spelen en opschrijven wat je opvalt. Bij iedere titel, groot of klein.
Na verloop van tijd komt daar dan een recensie uitrollen. Eigenlijk is dat gewoon een overkoepelende mening, een soort kapstok waaraan ik allerlei ervaringen en argumenten ophang. Maar in het geval van Tears of the Kingdom gebeurde er iets opvallends. Iets wat ik nooit eerder heb meegemaakt tijdens een recensieproces.
‘Wow’
Dan moet ik eerst uitleggen dat het recenseren van veel games in een soort bubbel gebeurt.
Het begint bij een overeenkomst. Ik spreek als recensent met een uitgever formeel af dat ik de game mag recenseren. Van de uitgever krijg ik de game dan eerder. De review mag pas online als het zogeheten embargo is afgelopen. De uitgever verwacht dan natuurlijk wel dat ik me aan dat afgesproken tijdstip houd.
Dat betekent dus ook dat ik als recensent details over de game voor mezelf en binnen de redactie moet houden. Nu woon ik op mezelf, dus dat maakt het al wat makkelijker. Sowieso zijn veel vrienden niet zo overdreven enthousiast over games als ik. Die denken vaak: houd je bek dicht, not again. Als ik met sommige vrienden mijn enthousiasme over games deel, is dat vooral zelftherapie.
Maar nooit eerder was het zo moeilijk om niet leeg te lopen over een game als over de nieuwe Zelda, want Tears of the Kingdom zit vol verrassingen. Ik ga die verrassingen niet verklappen, maar er vloog echt wel af en toe een ‘wow’ door mijn loft. Maar nergens in de game werd ik zo vocaal als tijdens het oplossen van de vele puzzels.
Want dat is waar voor mij de ware kracht van deze game ligt: valsspelen. De game te slim af zijn. Je voelt jezelf echt een genie als je een puzzel klaart op de meest onlogische manier mogelijk. En ik wil daar dan met mensen over praten. Want moet je horen wat ik nou weer gedaan heb.
Briljant
De eerste avond komt dat gevoel al na een paar uurtjes spelen opborrelen. Ik sta in een Shrine en kijk naar de puzzel voor me.
Ja, tuurlijk kan ik die balken gebruiken om de watermolen langer te maken zodat het water nu wél op de molen valt, en de elektriciteit in werking treedt, en ik eindelijk met de lift naar de overkant kan. Maar wat als ik…die balken aan elkaar lijm, om laat vallen, de tijd terugspoel en over de ‘omhoogvallende’ balken naar de overkant ren?
Zalig zijn de onwetenden.
-
“Holy shit, het werkt, holy shit. Holy shit. ''
Uit reflex grijp ik naar mijn telefoon. Maar ja. Twitter? Geen optie, want embargo. Vrienden? Geen optie, want embargo. Bovendien: het is halfdrie ‘s nachts. Wie is er nog wakker om halfdrie 's nachts? Ik zelden. Normaal lig ik er om tien uur in, maar deze game ontgrendelde de nachtbraker in mij.
Ik ging, zogezegd, goblin mode. Ik heb Tears of the Kingdom in tien dagen tijd ongeveer honderd uur gespeeld.
Eén optie was er in die periode altijd. Collega Bas appen. Dat is héél vaak gebeurd tijdens het spelen van deze game. Hij speelde ‘m namelijk ook, voor het NRC. We hebben de beste Zelda-gesprekken gehad. Maar ja, 's nachts je collega's appen over hoe geniaal je bent heeft ook weer wat gênants natuurlijk.
In de eerste screenshot de berichten die ik eerst stuurde naar Bas, direct nadat de code in de mail viel. De volgende ochtend kreeg Bas het andere bericht.
Zalig zijn de onwetenden.
Problematisch
En zo was ik iedere nacht min of meer verplicht om mijn genialiteit voor me te houden. Alleen dat deed ik niet. Normaal zit ik stilletjes te gamen met een notitieblokje op de bank, maar tijdens het spelen van Tears of the Kingdom heb ik hele conversaties gevoerd...
...met mijn katten, Tekken 3 en Tenchu: Stealth Assassins. Ze zaten trouw naast mij op de bank, en ze hebben twee weken lang verhalen lief en leed moeten aanhoren. Ik deed het niet eens bewust natuurlijk. Ik had het niet per se tegen hen. Maar ik moest het gewoon kwijt.
Zo hebben ze ook ieder halfuur “wat een game” aan moeten horen. Misschien wel vaker.
©GMRimport
©GMRimport
Maar het moment waarop ik dacht, oké, nu wordt het problematisch, was een moment richting het einde. Dat was het moment dat ik mijn moeder wakker wilde bellen om het over de nieuwe Zelda te hebben. Mijn moeder. De beste persoon op aarde, echt. Maar ze wees onlangs naar mijn Series X en ze dacht dat het een speaker was.
Dus nee, dat was geen optie. Het was eigenlijk allemaal geen optie. Ik heb de afgelopen twee weken vooral dingen niet gezegd. Nou ja, behalve tegen Tekken en Tenchu dan. En Bas. Maar het zegt veel over Tears of the Kingdom dat ik a) volledig afscheid nam van mijn ritme en sociale verplichtingen en b) uit wilde schreeuwen hoe briljant ik was.
Dat heb ik in vijftien jaar tijden eigenlijk nooit eerder bij een recensie gehad. Ik denk dat ik Nintendo geen groter compliment geven kan.