Met een uitzonderlijk hoge reviewscore van 99 procent op Rotten Tomatoes is er geen twijfel over mogelijk: het eerste seizoen van The Last of Us is een meesterwerkje. Hoewel nog moet blijken of kijkers net zo gecharmeerd zijn van de acht resterende afleveringen, mag The Last of Us wat critici betreft in één adem genoemd worden met geprezen eerste seizoenen van series als The Sopranos, Game of Thrones en onlangs Severance.
Die unanieme lof genereert bij veel gamers ogenschijnlijk een gevoel van trots. Op fora en sociale media zag ik afgelopen week mensen claimen dat de positieve reacties dik verdiend zijn – de games zijn immers ook zo goed. ‘The Last of Us verbreekt de vloek die op gameverfilmingen hing’, koppen talloze recensies in. Ik voel bij velen dan ook de tendens dat de serie eindelijk bewijst dat games niet onderdoen voor andere vormen van media. Het verhaal in de serie is immers vrijwel een-op-een overgenomen uit de games – dat verhaal moest dus al wel zeer sterk zijn voordat het verfilmd werd.
Geldingsdrang
Dat we met z’n allen zo blij zijn dat The Last of Us dit bewijs levert, lijkt onlosmakelijk verbonden aan een minderwaardigheidscomplex dat gamers al sinds jaar en dag ervaren. Het stamt af van de aloude clichés dat games voor kinderen zijn, een bezigheid voor mensen zonder sociaal leven en het nerdy broertje van Hollywood. Natuurlijk, veel van ons zijn als kind begonnen met gamen, maar door de jaren heen hebben we spellen gespeeld met volwassen thema’s die een grote diversiteit aan emoties opriepen. Games zijn écht niet alleen voor kinderen bedoeld en kunnen net zoveel – zo niet meer – indruk maken als films, televisieseries of boeken.
Deels zijn ontwikkelaars van onze geliefde games zelf debet aan dat vooroordeel. Diverse creatieve geesten lijken hun gehele carrière uit te willen stralen dat ze film als hoogste vorm van kunst zien waar we met ‘onze’ games naar moeten streven. Metal Gear-bedenker Hideo Kojima is een duidelijk voorbeeld, maar eigenlijk mag je Neil Druckmann er ook best onder scharen. De Last of Us-games vertellen een aanzienlijk gedeelte van diens plot immers via statische tussenfilmpjes. Dat Druckmann gedurende interviews zo enthousiast is dat zijn franchise eindelijk wordt verfilmd, is uiteraard volkomen begrijpelijk, maar ook het zoveelste teken dat we binnen de game-industrie een enorme geldingsdrang hebben. We willen serieus genomen worden. Blijkbaar lukt dat beter met een serie dan met een game.
Ik kan het natuurlijk niet bewijzen, maar ik vermoed dat een groot deel van de mensen die vaak games spelen wel in meer of mindere mate het genoemde minderwaardigheidscomplex ervaren. Ik ben 38, speel sinds mijn achtste games en schrijf er sinds mijn zestiende over. Toch antwoord ik nog steeds met het generieke ‘journalist’ wanneer iemand mij vraagt wat ik voor mijn werk doe. Toegegeven; ik schrijf voor bepaalde publicaties ook over algemeen nieuws, maar het overgrote deel van mijn geschreven werk draait om virtueel speelplezier. En toen ik nog op Tinder zat, zette ik bij hobby’s eerder sporten, reizen en uitgaan dan gamen. Er was geen woord van gelogen, maar waarom verstopte ik zo’n belangrijk tijdverdrijf voor de buitenwereld?
Games zijn écht niet alleen voor kinderen bedoeld en kunnen net zoveel – zo niet meer – indruk maken als films, televisieseries of boeken
Het is goed zo
Het is die schaamte waarvan we hopen dat sterke gameverfilmingen zoals The Last of Us het wegvaagt. We fantaseren ervan dat mensen die de games nog nooit hebben gespeeld, naar de serie kijken en tegen zichzelf zeggen: ‘Goh, is dit gebaseerd op een game? Ik wist helemaal niet dat spellen zo indrukwekkend konden zijn!’ Die drang naar acceptatie is geheel menselijk en het is dan ook niet vreemd dat we – bewust of onbewust – voldoening halen uit het wereldwijde enthousiasme dat de HBO-serie losmaakt. Geheel terecht genieten we daar met z’n allen enorm van.
Maar ik ben hier slechts om je te verzekeren dat het goed is zo. We hebben de goedkeuring van Hollywood, het mainstream publiek of de familieleden die niets van onze hobby begrijpen helemaal niet nodig. Games zijn op zichzelf een prima tijdverdrijf en – als je daar überhaupt al belang uit haalt – een vorm van kunst. Spellen als The Last of Us, die hun plot schetsen op een manier vergelijkbaar met hoe traditionele media dat doen, zijn even legitiem als games als Elden Ring of Ico die via pure gameplay een verhaal vertellen. Prijs jezelf gelukkig dat je zo kunt genieten van je hobby, beste gamer. Veel mensen zullen dat gevoel nooit kennen.
Lees meer columns:
Reacties op: HBO’s The Last of Us legt het minderwaardigheidscomplex van gamers bloot
Rossellini
Zelf denk ik over overigens dat Sony heel wat exclusives in stal heeft om 1 op 1 te verfilmen omdat het verhaal meestal wel van hoog niveau is. Ook de games zelf voelen al wat filmisch aan. Waar bij de xbox het juist vaak een knoppenrag en bunnyhop festival is.
Heijaangel
The Witcher schoot ook even door mijn hoofd heen. Maar die is officieel gebaseerd op de boeken en niet de game.
Dealer X
TripleR40
Hellspawn
Ik ben pas in 1998 begonnen met gamen, en toen was ik al 37 jaar oud. Ik herken dat vermeende minderwaardigheidscomplex niet. Ik ben begonnen met Myst op de CD-i, niemand vond dat destijds raar of kinderachtig. Ik ook niet, maar wellicht ben ik een uitzondering.
Ik vind de hele heisa rondom The Last of Us op zijn minst overdreven. Het is ongetwijfeld een goed opgezette TV serie. Misschien inderdaad de beste gameverfilming tot nu toe, maar dat weet ik niet. Ik ben het dus deels wel eens met dit artikel, alleen vraag ik me af of we niet een beetje aan het doorschieten zijn wat betreft het psychologisch verklaren of we ons misschien individueel schamen voor het spelen van games, en dergelijke.
TripleR40
Dealer X
Wat wij gamers nodig hadden was een, een op een verfilming van een geweldige franchise en dat is eindelijk gebeurt.
Waarom is dit zo moeilijk voor regisseurs? Kijk naar Resident Evil. Perfect voorbeeld. Als het geen re was vernoemd was het een okay serie maar omdat het de re naam draagt is het dikke kak
The last of us is geweldig!
MichelMusters
gamerlezer
Dealer X
En gamen ligt natuurlijk niet iedereen. Niet alleen door de manier van plezier hebben maar ook qua besturing.
Bijvoorbeeld met een controller spelen. Sommige mensen waaronder mijn vriendin kan helaas niet lopen en richten tegelijk met 2 knuppeltjes. Maar ze vind het wel heel leuk om mee te kijken naar de cinema stukjes. :-)
Dus ik hoop dat dit een goed voorbeeld is dat je niet ver hoef af te wijken van het verhaal. 80 a 90 procent moet accuraat zijn en daarnaast kan je filmische momenten eraan toevoegen waardoor het onderscheid van game en film maakt.
gamerlezer
Michael-Raymond-Clayton
gamerlezer
TripleR40
Nuage
coola
Nog steeds meer fan van films en series die canon zijn en het universum van de games verrijken, zoals bijvoorbeeld Assassin's Creed die vind ik juist leuk omdat het canon is aan de games en het verhaal het AC universum uitbreid. Alleen hier is het weer zo dat de regie en het acteren niet zo strak was.
BertThaBest
En ja na deze column.. ik weet het niet zo goed, films en series zijn toch heel iets anders dan games. Het boeit me echt niet of er een bepaald nerdgehalte aan gamen zit of wat de massa ervan vindt. Ik vind dat prima en zo voelt het ook wel nerdy soms, net als ik me bezighoud met magic cards. Als het gamen helemaal compleet ingeburgerd wordt dan denk ik eerder dat dat niet perse ten goede komt van de kwaliteit. Eigenlijk heb ik liever een bepaalde afkeuring van de massa, want over het algemeen heeft de massa toch een wansmaak in mijn ogen.
Messtranor
Wat een onzin verhaal. Ik heb me nog nooit beschaamd gevoeld over de verhalen in games, ik heb altijd al wel geweten dat die goed waren. Het probleem lag in wat hollywood deed met die verhalen. Ze maakten er toch vaak een goedkope spektakel actie film van. Zelfs als de games waarop het gebaseerd was helemaal niet zo waren.
Het was gewoon een kwestie van rijke mensen die denken een slaatje te slaan uit iets waar ze geen reet van begrijpen.
Mmo-veteran
Don Carpaccio