Toen Bungie de Halo-serie uitzwaaide om aan Destiny te werken voor Activision hadden fans alle reden om zich zorgen te maken. Het was opeens aan een nieuwe ontwikkelaar, 343 Industries, om Halo weer perspectief te geven. Dat lukte, al had de studio daar na Halo 4 nog wel een vijfde deel voor nodig. The Coalition gaat het met Gears of War 4 in dat opzicht effectiever af, want het debuut van de studio is vanaf begin af aan overtuigend.
Het was niet alleen het vertrek van de eigenlijke bedenker van Gears of War, Epic Games, dat ons sceptisch stemde voor de release van dit nieuwe deel. De Gears of War-serie is na het grensverleggende eerste deel eigenlijk nooit écht door zichzelf overtroffen. Gears of War 2 en 3 waren heel fijne shooters, maar ze speelden ook erg op veilig. Of om in het jargon van de serie te blijven: bigger, ja, more bada , ja, maar better? Mwa, eerder gewoon erg goed.
Kamertje, gangetje, gebied…
Dat is helemaal niet erg, maar mi chien verwacht je dat Gears of War 4 een ommekeer binnen de serie inluidt. Dat is dus absoluut niet zo. Alle bekende facetten uit de serie pa eren tijdens de singleplayer van het vierde deel de revue. Denk aan Horde-mi ies waarin je een afgezet gebied moet verdedigen terwijl golven aan vijanden op je afrennen en het hyperlineaire leveldesign dat je van nieuw gebied naar nieuw gebied loodst.
De singleplayer van deel vier is beter te omschrijven als een uitstekende samenvatting van wat de voorgaande delen goed maakte: zware militaire actie incluis bloedvergieten, een verhaal dat het bloedvergieten verantwoordt en een split-screen en online co-op-functie. Zeker op de hoogste moeilijkheidsgraad en in co-op excelleert de schietactie, als ook het flanken van tegenstanders en het bedenken van een plan van aanpak aan bod komen.
De game telt veel van zulke pa ages, waarbij de actie vooral teert op een combinatie van knallen, cover zoeken en doorrennen naar het volgende checkpoint. Daar schiet de singleplayer een beetje in door. Na het uitroeien van alle tegenstanders in het zoveelste kamertje, gangetje of gebied is de kans groot dat je op weg moet naar het volgende kamertje, gangetje of gebied dat van vijanden ontdaan moet worden. Met name als je niet in co-op speelt wordt die formule een beetje ergerlijk.
…repeat
Kent de singleplayer dan geen afwi eling? Gelukkig wel. Wanneer de nieuwe protagonist, JD Fenix, aan een liftkabel hangt terwijl hij uit een ontploffende mijnschacht vliegt, bijvoorbeeld. Of wanneer JD met een cirkelzaagschietende mech door een belegerde stad rent om grubs te verpletteren en gebouwen omver te airstriken. Dergelijke setpieces zijn de hoogtepunten van de verhalende modus, maar ze zijn tegelijkertijd schaars. Wat ons betreft hadden ze een veel groter deel van de singleplayer in beslag genomen.
Dat had ‘t geheel net wat memorabeler gemaakt. Na zeven uur op de op één na hoogste moeilijkheidsgraad hebben we ons (mede dankzij de co-op) erg met de singleplayer vermaakt. De nieuwe personages zijn overtuigend, het Gears of War-universum is grotendeels onaangetast gebleven (de nieuwe vijand, de Swarm, verschilt echt nauwelijks van de oude vijand, de Locust) en de onvermijdelijke comeback van oude bekenden is best imponerend. Verwacht geen wonderen van het verhaal, maar het is simpel en doeltreffend en biedt reden om door te spelen.
Afijn, in het kader van de singleplayer willen we nog even nieuwe wapens uitlichten: de Buzzkill en de Overkill. De Buzzkill schiet cirkelzaagbladen die kleinere vijanden op bevredigende wijze in kleinere deeltjes klieft. Het wapen is zonder twijfel de beste toevoeging aan het huidige wapenarsenaal. Net iets minder absurd, maar nog altijd erg fijn, is de Overkill, een schotgun die zowel bij het indrukken als het loslaten van de trigger een shotgun-pellet afvuurt. Héérlijk.
Multiplayer
Ook in dit deel vormt de multiplayer weer een belangrijke pijler naast de singleplayer- en co-op-modi. We hebben met plezier veel tijd in de multiplayermodus van Gears of War 4 gestoken. Waar de ‘gewone knalactie’ in de singleplayer soms in herhaling valt, is die actie in de multiplayer juist een kernwaarde. Met één pellet van je shotgun leg je een tegenstander om, wat het opzoeken van de opponent even aantrekkelijk als gevaarlijk maakt. Dat maakt wel dat de meeste gevechten van dichtbij worden uitgevochten, en reguliere langeafstandswapens (wederom) iets minder belangrijk zijn dan onze persoonlijke voorkeur.
De competitieve modi, die langer duren dan de normale modi en gebruik maken van aparte, meer uitgebalanceerde instellingen, moeten de slinkende core community van Gears of War 4 op deze nieuwe consolegeneratie weer wat body geven. Gezien de gameplay top is en de balans in orde, geloven wij daar wel in. Wie juist op zoek is naar een luchtige spelervaring, kan eveneens bij Gears of War 4 terecht. Enkele modi, waaronder een verkapte Gun Game-modus zoals die bekend is uit Call of Duty, maken de opzet net wat speelser dan ‘knal op iedereen die rondloopt’.
Geslaagd debuut
De maps zijn bovendien uitstekend en de matchmaking is razendsnel. Wat voor de multiplayer geldt, geldt in die zin ook voor de singleplayer: Gears of War 4 is geen bolwerk van vernieuwing, maar is juist een samenraapsel van alle elementen die de serie tof maken. Een best-of, zeg maar. Dit vierde deel herinnert ons eraan dat de cover-based-shooter nog altijd bestaansrecht heeft. Maar bovenal is dit vierde deel het bewijs dat de serie in de juiste handen is bij The Coalition.
Gears of War 4 is vanaf 11 oktober verkrijgbaar voor Xbox One en pc (Windows 10). Deze recensie is gebaseerd op de Xbox One-versie.